H6 Je groene omgeving - paragraaf 6.2 Biotoop onder de loep

6.2 Biotoop onder de loep
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

6.2 Biotoop onder de loep

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun jij uitleggen:
 - hoe planten en dieren concurreren in een gebied
- hoe omstandigheden in een bepaald gebied kunnen verschillen
- hoe een gebied natuurlijker kan worden.

Slide 2 - Tekstslide

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen hebben geleerd.
Wat weet jij al over concurrentie tussen planten en dieren?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Concurrentie tussen planten
Planten concurreren om ruimte, licht en voedingsstoffen. Dit kan ervoor zorgen dat sommige soorten beter groeien dan andere.

Slide 4 - Tekstslide

Laat afbeeldingen en voorbeelden zien van planten die concurreren om ruimte, licht en voedingsstoffen.
Concurrentie tussen dieren
Dieren kunnen concurreren om voedsel, water en partners. Dit kan leiden tot een strijd om te overleven.

Slide 5 - Tekstslide

Laat afbeeldingen en voorbeelden zien van dieren die concurreren om voedsel, water en partners.
Biotopen
Een biotoop is een gebied met bepaalde omstandigheden zoals klimaat, bodem en beschikbaar voedsel en water. Verschillende planten en dieren hebben verschillende omstandigheden nodig om te overleven.
Op een plek zijn vaak verschillende biotopen naast elkaar. Bijvoorbeeld een donkere plek in de schaduw en een zonnige plek. Dit zijn Abiotische invloeden.

Slide 6 - Tekstslide

Laat afbeeldingen zien van verschillende biotopen en bespreek welke planten en dieren er kunnen leven.
Natuurlijker gebied
Een gebied kan natuurlijker worden door het herstellen van de natuurlijke omstandigheden, zoals het planten van inheemse planten en het verminderen van vervuiling.

Slide 7 - Tekstslide

Bespreek met de leerlingen wat zij kunnen doen om een gebied natuurlijker te maken.
Hoe kan een gebied natuurlijker worden?
A
Het bouwen van huizen en wegen
B
Het kappen van bossen en planten van gewassen
C
Het introduceren van exotische planten en dieren
D
Het herstellen van natuurlijke omstandigheden, zoals het planten van inheemse planten en het verminderen van vervuiling

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn abiotische invloeden?
A
De interacties tussen planten en dieren
B
De interacties tussen dieren onderling
C
De interacties tussen planten onderling
D
Verschillende omstandigheden zoals klimaat, bodem en beschikbaar voedsel en water

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een biotoop?
A
Een gebied met alleen planten
B
Een gebied met alleen water
C
Een gebied met alleen dieren
D
Een gebied met bepaalde omstandigheden zoals klimaat, bodem en beschikbaar voedsel en water

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar kunnen dieren om concurreren?
A
Water, zuurstof en schuilplaatsen
B
Licht, zuurstof en schuilplaatsen
C
Voedsel, water en partners
D
Voedsel, zuurstof en partners

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar concurreren planten om?
A
Partners en voeding
B
Schuilplaatsen en water
C
Ruimte, licht en voedingsstoffen
D
Water, zuurstof en zonlicht

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 14 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 15 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.