Voorbereiden PTA lezen 5

Voorbereiden lezen 5
Binnenkomen en aanwezigheid checken (5 min)
Tekst 1 lezen (10 min)
Vragen + uitleg (15 min)
Tekst 2 lezen (10 min)
Uitleg + maken opdracht (20 min)
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Voorbereiden lezen 5
Binnenkomen en aanwezigheid checken (5 min)
Tekst 1 lezen (10 min)
Vragen + uitleg (15 min)
Tekst 2 lezen (10 min)
Uitleg + maken opdracht (20 min)

Slide 1 - Tekstslide

Lees de tekst 'Contact en wel meteen'
timer
1:00

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de belangrijkste functie van de alinea’s 1 en 2?
de tekst inleiden door...




A
Het geven van een historisch overzicht van het onderwerp
B
Het geven van een korte samenvatting van de hele tekst
C
Het geven van voorbeelden bij het onderwerp van de tekst
D
Het noemen van de directe aanleiding voor het schrijven van de tekst

Slide 3 - Quizvraag

Hoe kun je het onderwerp van het tekstgedeelte in de alinea’s 3 en 4 het beste
weergeven?






A
De effecten van de nieuwe media
B
De onverschilligheid tegenover goede manieren
C
De schade aan onze omgangsvormen
D
De verwarring ten gevolge van de nieuwe media

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het verband tussen alinea 10 en 11?


A
Alinea 10 en 11 vormen samen een opsomming.
B
Alinea 11 noemt een gevolg van het in alinea 10 gestelde.
C
Alinea 11 versterkt de inhoud van alinea 10.
D
Alinea 11 wijst het in alinea 10 gestelde af.

Slide 5 - Quizvraag

“Hoe meer communicatie met teksten, hoe meer communicatiestoornissen.” (alinea 12)
Welke drie verklaringen worden hiervoor genoemd in de alinea’s 12 en 13?

Slide 6 - Open vraag


Hoe kun je het verband tussen alinea 12 en alinea 13 het beste weergeven?




A
Alinea 12 en 13 vormen samen een opsomming.
B
Alinea 12 en 13 vormen samen een tegenstelling.
C
Alinea 12 noemt een ontwikkeling en in alinea 13 wordt een gevolg van die ontwikkeling besproken.
D
Alinea 12 noemt een verschijnsel en in alinea 13 wordt een oordeel over dat verschijnsel gegeven.

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het voornaamste schrijfdoel van de schrijvers van deze tekst?


A
de lezers informeren
B
de lezers overtuigen
C
de lezers tot handelen aansporen
D
de lezers waarschuwen

Slide 8 - Quizvraag

De schrijvers maken gebruik van meningen van deskundigen op het terrein van de
moderne communicatiemiddelen. Op welke manier gebruiken zij deze meningen?
De schrijvers van deze tekst...

A
geven de meningen weer, zonder er eigen commentaar op te leveren.
B
maken kritische opmerkingen en spreken de deskundigen tegen.
C
maken kritische opmerkingen, maar spreken de deskundigen niet tegen.
D
noemen alleen de verschillen tussen deze meningen van deskundigen.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?

Slide 10 - Open vraag

Tekstsoorten:
Er zijn vijf tekstsoorten, die horen bij de tekstdoelen:

Een informerende tekst, bijvoorbeeld een nieuwsbericht of een artikel.
Een instructieve tekst, bijvoorbeeld een kookboek of een schoolboek.
Een overtuigende tekst, bijvoorbeeld een recensie of een betoog in de krant.
Een activerende tekst, bijvoorbeeld een advertentie of een bijsluiter bij medicijnen.
Een amuserende of emotieve tekst, bijvoorbeeld een stripverhaal of gedicht.



Slide 11 - Tekstslide

Opdracht:
  • Maak een drietal
  • Je krijgt van mij een onderwerp (tekstdoel, waar jullie informatie over gaan zoeken) 
  • Je maakt een presentatie (powerpoint/prezi/iets anders) over dit onderwerp (5 min)
  • Jullie presenteren dit tijdens de les NL 
  • Je betrekt de klas met een oefening of quiz
timer
15:00

Slide 12 - Tekstslide

Wat vond je van deze les de moeilijkste vraag/opdracht?

Slide 13 - Open vraag