H1_Taalverzorging_ tt en vt

Start lezen (10 minuten)
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Start lezen (10 minuten)

Slide 1 - Tekstslide

H1_Taalverzorging
tegenwoordige tijd en verleden tijd

Slide 2 - Tekstslide

Vorige les
Leestekens
Eline fluisterde bij Jaco's oor ik vind je lief


Job zei doe mij maar een ijsje met pistache chocola en vanille

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoel
Je weet hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige en in de verleden tijd moet schrijven.

Slide 4 - Tekstslide

Persoonvorm
- Wat is de persoonsvorm?
- Hoe vind je de persoonsvorm?

Reuzenpanda Fan Xing vertrekt uit haar geboorteplek, Ouwehands Dierenpark in Rhenen.

De jonge panda emigreert naar China.


Slide 5 - Tekstslide

Tegenwoordige tijd
Ik loop
Hij loopt
Wij lopen
Ik antwoord
Hij antwoordt
Wij antwoorden

Slide 6 - Tekstslide

Verleden tijd
Sterke en zwakke werkwoorden​

Sterk​ ?         
Veranderen van klank​

Lopen – liepen
zwemmen – zwommen​



Slide 7 - Tekstslide

​Zwak?
​ Zit de laatste letter van de stam in ‘T eX FoKSCHaaP?


- Schrijf dan –te(n)​
- Niet? Schrijf dan –de(n)

Slide 8 - Tekstslide


Noteer de persoonsvorm in de verleden tijd.
Rick (smeren) nog een broodje.

Slide 9 - Open vraag


Noteer de persoonsvorm in de verleden tijd.
Linda (schuiven) haar stoel naar achteren.

Slide 10 - Open vraag


Noteer de persoonsvorm in de verleden tijd.
De mannen (vluchten) na de overval.

Slide 11 - Open vraag


Noteer de persoonsvorm in de verleden tijd.
Rick (nemen) nog een broodje.

Slide 12 - Open vraag


Noteer de persoonsvorm in de verleden tijd.
De hond (herkennen) haar baasje niet meer.

Slide 13 - Open vraag


Noteer de persoonsvorm in de verleden tijd.
Femke (wijzen) naar het raam.

Slide 14 - Open vraag


Noteer de persoonsvorm in de verleden tijd.
Vive en Dex (verhuizen) vorig jaar naar Nijverdal.

Slide 15 - Open vraag

Maken
H1 taalverzorging 2 (tt en vt): opdracht 1 t/m 4

Klaar?
- Extra opdracht (opdracht 8)
- Trainer (woordenschat of taalverzorging)
- Lezen

Slide 16 - Tekstslide