1h3 29/3 zke - zelfstandig

le 29 mars - 1H3 - ZKE
C
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

le 29 mars - 1H3 - ZKE
C

Slide 1 - Tekstslide

Le planning
Deze les
- herhaling en quizvragen basis bijvoeglijk naamwoord (herhaling)
- uitleg bijvoeglijk naamwoord, deel 2

Lesdoel: ik weet wat een bijvoeglijk naamwoord in het Frans is en hoe ik deze moet aanpassen aan de vorm.


Ik ben deze les afwezig, maar je kunt zelfstandig de dia's en vragen doorlopen. Dit kunnen jullie! :D      Als je vragen hebt, mag je me die altijd stellen via de chat.




Chapitre 5 is boek B

Slide 2 - Tekstslide

Ff checken...
Herhaling van de basis van het bijvoeglijk naamwoord

Hoe zat het ook alweer?
+ quizvragen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide



La ceinture est (blauw)
A
bleu
B
bleus
C
bleue
D
bleues

Slide 13 - Quizvraag



Les voitures (v) sont (groen).
A
vertes
B
verte
C
vert
D
verts

Slide 14 - Quizvraag

Chapitre 5 - bron H - bijv. nw.
onregelmatige vormen

Hoe ga je dit doen?

1. filmpje van online methode kijken
2. dia's doorlopen
3. quizvragen beantwoorden
4. Au travail! zelfstandig ex. 30 t/m 34 + slim stampen bron H

Slide 15 - Tekstslide

stap 1. filmpje kijken
Ga naar de online methode --> chapitre 5 --> bron I en klik daar op de streepjes onder opdracht '31d'
Bekijk dit filmpje en maak aantekeningen in je schrift


Slide 16 - Tekstslide

stap 2. dia's doorlopen
Sommige uitgangen zijn bij de vrouwelijke vorm dus anders dan zoals je geleerd hebt (+e of +es).

Hoe die gaan, zie je in het filmpje of vind je in je boek (p.38)


Je zegt dus niet 'beauE' maar 'belle' voor de vrouwelijke vorm.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

stap 3. quizvragen

Slide 19 - Tekstslide



L'actrice est (mooi).
A
beaux
B
belles
C
belle
D
beau

Slide 20 - Quizvraag



Les sacs (m) sont (nieuw).
A
nouveau
B
nouvelles
C
nouvelle
D
nouveaux

Slide 21 - Quizvraag



Mon grand-père est (oud).
A
vieux
B
vieille
C
vieilles
D
vieu

Slide 22 - Quizvraag

En nu... regelmatig en onregelmatig door elkaar

Test jezelf!

Slide 23 - Tekstslide



Les chats (m) sont (rood).
A
rouge
B
rouges
C
rougee
D
rougees

Slide 24 - Quizvraag



Olivier et Marc sont (frans).
A
français
B
française
C
françaiss
D
françaises

Slide 25 - Quizvraag

Les maisons sont... (nieuw).

Tip: denk voor de eigenschappen aan enkelvoudsvorm: is het LE of LA maison?
A
nouveau
B
nouvelle
C
nouveaux
D
nouvelles

Slide 26 - Quizvraag



Sophie est (verdrietig).
A
tristée
B
tristes
C
tristées
D
triste

Slide 27 - Quizvraag

stap 4. Au travail !

1. Fais ex. 30 t/m 34 + Slim stampen bron H minstens 70%
2. Apprends voca H

Dit is huiswerk voor woensdag.

Slide 28 - Tekstslide

Check lesdoelen

Slide 29 - Tekstslide



Ik weet wat het bijvoeglijk naamwoord
is in het Nederlands en in het Frans.
A
Oui
B
Non
C
Un peu

Slide 30 - Quizvraag


Ik weet hoe ik het bijvoeglijk naamwoord moet aanpassen naar het zelfstandig naamwoord in het Frans.

A
Oui
B
Non
C
Un peu

Slide 31 - Quizvraag

Les devoirs pour mercredi 31/3
Wat goed dat je tot hier bent gekomen met de les! Merci voor het doornemen van de LessonUp, super gedaan! :) 


Huiswerk is:
Fais ex. 30 t/m 34 + Slim stampen bron H minstens 70%
Apprends voca H


Slide 32 - Tekstslide