Boekopdracht 1 vwo 1 Het maken van een vlog over je boek

VWO1 
Eindopdracht Fictie
Boek lezen en vlog maken
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

VWO1 
Eindopdracht Fictie
Boek lezen en vlog maken

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Na deze opdracht:

  • heb je een boek gelezen en er goed over
     nagedacht.

  • heb je je gedachten over de hoofdpersoon, 
     bijfiguren, de smaak van het boek en je mening
     erover gevormd.

  • heb je geleerd hoe je een boek goed kunt aanprijzen in een vlog.
Leerdoelen

Slide 3 - Tekstslide

  • Allereerst geef je je gekozen boek door aan jouw docent. 

  • Vraag je docent of het niveau goed is.

  • Je mag het boek niet eerder gelezen hebben.

Slide 4 - Tekstslide

A. Noteer eerst:

1. Auteur: Louis Sachar
2. Titel: Gaten
3. Aantal bladzijden: 224
4. Op welke manier je het boek hebt
    gekozen: zie blz. 25 in je
    leerwerkboek.

5. Eventueel de uitgeverij: Lemniscaat


 

Slide 5 - Tekstslide

B. Eerste bladzijden lezen  de vragen staan ook op blz. 30

Lees de eerste 25 bladzijden van het boek.

Beantwoord de volgende vragen:

1. Beschrijf de hoofdpersoon van het verhaal in minimaal vijf zinnen. Schrijf zoveel mogelijk
   dingen op die je weet over: 
   
   a. uiterlijk
   b. kenmerken
   c. karaktereigenschappen
   d. Noteer ook welk probleem de hoofdpersoon in het verhaal heeft.
 

Slide 6 - Tekstslide

Personen beschrijven  (zie blz. 28)

Als je een persoon in een verhaal beschrijft, let je op:
1. het uiterlijk van de persoon (lichaam, gezicht, haar, kleding). Soms wordt er veel veel 
   over gezegd, soms maar heel weinig.
2. belangrijke kenmerken (bijvoorbeeld leeftijd, gezondheid, arm of rijk).
3. de karaktereigenschappen die je ontdekt door te letten op wat iemand doet, zegt en denkt.


aardig
gemeen
verlegen
vrij
eigenwijs
gehoorzaam
piekert veel
zorgeloos
agressief
zoekt vrede
open, spontaan
gesloten, geremd
snel in paniek
kalm
angstig
dapper
voorzichtig
onvoorzichtig
opvliegend
beheerst zichzelf

Slide 7 - Tekstslide

Beantwoord de volgende vragen:

2. Vertel in drie zinnen hoe realistisch het verhaal op jou overkomt. Leg ook uit hoe dat komt.

Dit maakt een verhaal realistisch.
Dit maakt een verhaal minder realistisch.

Mensen lijken echt in wat ze denken, doen en zeggen.
Mensen lijken onecht in wat ze denken, doen of zeggen.
De omgeving lijkt echt.
De wereld is verzonnen.
Gebeurtenissen zijn in werkelijkheid ook mogelijk.
Gebeurtenissen zijn wel heel erg toevallig.
Er komen mensen en plaatsen in voor die echt (hebben) bestaan.
Er komen verzonnen wezens en fantasiefiguren in voor.
Problemen en oplossingen zijn zoals in het echte leven
Problemen en oplossingen zijn onvoorstelbaar.
De afloop van het verhaal is logisch en zou echt kunnen.
De afloop van het verhaal is te mooi om waar te zijn.

Slide 8 - Tekstslide

B. Eerste bladzijden lezen  de vragen staan ook op blz. 30

Lees de eerste 25 bladzijden van het boek.

Beantwoord de volgende vragen:

1. Beschrijf de hoofdpersoon van het verhaal in minimaal vijf zinnen. Schrijf zoveel mogelijk
   dingen op die je weet over uiterlijk, eigenschappen en kenmerken
   Noteer ook welk probleem de hoofdpersoon in het verhaal heeft.
2. Vertel in drie zinnen hoe realistisch het verhaal op jou overkomt.
3. Vat in vijf zinnen drie belangrijke gebeurtenissen uit het begin van het verhaal samen.
4. Welke 'smaak' heeft het boek? Is het spannend, leerzaam, griezelig, romantisch, gezellig,
    makkelijk, pittig, sportief, vol problemen, of...?
5. Waarom zouden jouw klasgenoten dit boek moeten lezen? Gebruik minstens twee
    beoordelingswoorden met uitleg.

Slide 9 - Tekstslide


3. Vat in vijf zinnen drie belangrijke gebeurtenissen uit het begin van het verhaal samen.




Stanley Yelnats komt na een lange busreis aan in het snikhete oord 'Camp Green Lake'. Hij vond het spannend en stelde er zich een vakantiekamp bij voor. Helaas was dat niet het geval. Camp Green Lake heeft geen meer en het is allesbehalve een vakantiekamp. Het is een jeugdgevangenis waar jongeren gaten moeten graven in de woestijn, want het meer is al 100 jaar geleden opgedroogd en veranderd in een woestijn. Hij ontmoet de jongens van zijn kamp die allemaal een bijnaam hebben.  


Slide 10 - Tekstslide

Leeservaring beschrijven
Als je een verhaal leest, doet dat iets met je. Het maakt je vrolijk of nieuwsgierig. Wat de hoofdpersoon overkomt maakt je verdrietig of je maakt je ergens boos over. Het verhaal laat je even alles vergeten of verveelt je. Dit is je leeservaring. Die is voor iedereen anders. Beoordelingswoorden helpen je jouw leeservaring onder woorden te brengen en uit te leggen.
spannend
saai
laat me meeleven
doet me niets
maakt me nieuwsgierig naar de afloop
is voorspelbaar
laat me alles even vergeten
kan me niet boeien
geheimzinnig
helder
maakt me verdrietig
maakt me vrolijk
veel actie
gebeurt weing in
leest moeilijk
leest makkelijk

Slide 11 - Tekstslide

C. Vlog maken

  • Je maakt het eerste deel van een vlog voor lezers die op zoek zijn naar een geschikt boek.
  • Lees het boek nog niet uit!

1. Verwerk de antwoorden die je tot nu toe hebt opgeschreven in je vlog.
2. Het eerste deel van je vlog duurt maximaal drie minuten.
3. Je vlog krijgt de titel : 'Jouw naam probeert titel van het boek'. 



Slide 12 - Tekstslide

C. Vervolg op vlog maken

  • Lees het boek nog helemaal uit.
  • Maak een vervolg van maximaal drie minuten op je eerste vlog.
  • Gebruik in je vlog het volgende om over het boek te vertellen:

1. Een foto van hoe de hoofdpersoon eruit zou kunnen zien (vraag wel toestemming!). 
    Vertel bij de foto iets over de hoofdpersoon dat nog niet in je eerste deel staat.
2. Foto's van de belangrijkste bijfiguren in het verhaal. Wie zijn ze en zijn ze helper of
    tegenstander?
3. Drie briefjes met een beoordelingswoord. Vertel waarom jij deze woorden bij het verhaal 
    vindt passen.
4. Lees een klein stukje voor uit het boek, niet meer dan één pagina.
3. Je vervolgvlog krijgt de titel : 'Jouw naam heeft titel van het boek helemaal uit!'. 



Slide 13 - Tekstslide

D. Vlog verbeteren

  • Bekijk je opnames.

  • Bewerk de opnames of maak ze opnieuw als dat nodig is.

  • Let op de punten van het beoordelingsmodel.





Slide 14 - Tekstslide

Beoordelingsmodel (leerwerkboek blz. 31)

Inhoud van de vlog
1. Je noemt de gegevens van het boek (titel, auteur, aantal bladzijden, manier van je keuze).
2. Je beschrijft de hoofdpersoon en zijn of haar probleem.
3. Je vertelt hoe realistisch het verhaal is en vat drie gebeurtenissen samen.
4. Je maakt anderen enthousiast aan de hand van beoordelingswoorden.
5. Je vertelt over foto's over de hoofdpersoon en bijfiguren.
6. Je leest een klein stukje voor uit het boek.
7. De vlog heeft twee delen van elk maximaal drie minuten.

Presenteren
1. je bent goed verstaanbaar en vertelt enthousiast door een goed spreektempo en afwisseling
    van toon en volume.
2. Je leest rustig voor en laat merken dat je je kunt inleven in de personen.
3. Je hebt af en toe contact met de luisteraars.


Slide 15 - Tekstslide

A. Noteer de auteur, de titel van je boek, het aantal bladzijden en de wijze
    waarop je het boek hebt gekozen.

B. Lees de eerste 25 bladzijden van je boek en
    beantwoord vraag 1 op blz. 30.

1. Beschrijf de hoofdpersoon van het verhaal in minimaal vijf zinnen. 
   Schrijf zoveel mogelijk dingen op die je weet over uiterlijk,
   eigenschappen en kenmerken.
   Noteer ook welk probleem de hoofdpersoon in het verhaal heeft.

- Klaar met de eerste opdracht: maak opdracht 3 (blz. 30)

Veel leesplezier!



Aan de slag!

Slide 16 - Tekstslide