Subcutaan injecteren

Even herhalen









Diabetes Mellitus 
Diabetes Mellitus
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Even herhalen









Diabetes Mellitus 
Diabetes Mellitus

Slide 1 - Tekstslide

Welke symptomen treden doorgaans op bij diabetes?
A
Dorst, veel plassen, slechte wondgenezing en tremoren
B
Tremoren, veel plassen, slechte wondgenezing en oogklachten.
C
Dorst, veel plassen, slechte wondgenezing en oogklachten.
D
Alle bovenstaande antwoorden zijn juist.

Slide 2 - Quizvraag

Patient, 35 jaar, bekend met diabetes type 1. Glucose waarde 23 mmol/L. De arts zegt: spuit 10 EH extra. Van welk van de onderstaande middelen bedoeld de arts?
A
Levemir
B
Novorapid
C
Metformine
D
Lantus

Slide 3 - Quizvraag

waarom bemoeilijkt diabetes de wondgenezing?
A
diabetes verandert de eiwitstructuren en bloedcirculatie
B
diabetes verandert de pijnsensatie en opbouw van de huid
C
hoge bloedsuiker waarde stagneert de wondgenezing
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 4 - Quizvraag

Patiënt X heeft een bloedsuiker van 3,3 mmol. Wat doe je?
A
Patiënt X heeft een hyperglycemie. Je dient extra insuline toe.
B
Patiënt X heeft een hypoglykemie. Je dient extra insuline toe.
C
Patiënt X heeft een hyperglycemie. Je geeft je patiënt snelle koolhydraten, bijvoorbeeld een Dextro tablet
D
patiënt X heeft een hypoglykemie. Je geeft je patiënt snelle koolhydraten, bijvoorbeeld een Dextro-tablet.

Slide 5 - Quizvraag

Bij minder dan 12 IE troebele(!) insuline in de insulinepatroon neem je een nieuwe pen of insulinepatroon in gebruik!
Waar of onwaar?
A
waar
B
onwaar

Slide 6 - Quizvraag

Patient, 45 jaar. Heeft in de avond 23.00 uur 20EH lantus gespoten. Rond 6 uur in de ochtend wordt zij wakker met braken en diarree en zij wil niet eten. Dit houdt de hele dag aan.
Wat betekent dit voor haar diabetes en bloedglucosewaarde?
A
Zij zal nu hogere bloedglucose waarden hebben de rest van de dag. extra controles en insuline gewenst.
B
Zij zal nu lagere bloedglucose waarden hebben de rest van de dag. Extra controles gewenst.
C
De lantus is inmiddels uitgewerkt, dus dat levert geen acuut probleem op.
D
De lantus is om 11.00 uur am uitgewerkt, tot die tijd moet gecheckt worden op lagere glucose.

Slide 7 - Quizvraag

Is het nodig om de huid van de zorgvrager te desinfecteren voordat je inuline toe gaat dienen
A
waar
B
onwaar

Slide 8 - Quizvraag

Wanneer je een subcutane injectie hebt gezet dan moet je de naald nog 10 seconden laten zitten voordat je deze verwijderd? waar of niet waar
A
waar
B
onwaar

Slide 9 - Quizvraag

Waarom spuit je eerst 2 IE insuline weg?
A
voor hygiëne
B
om te ontluchten en checken of de naald werkt
C
om de insuline te activeren
D
dat is niet nodig

Slide 10 - Quizvraag

Les over injecteren

Slide 11 - Tekstslide

Manieren van injecteren
  • Intracutaan (in de huid);
  • Subcutaan (in het onderhuids
    bindweefsel);
  • Intramusculair (in een spier);
  • Intraveneus (in een ader).





Slide 12 - Tekstslide

Subcutaan injecteren
  • Subcutaan betekent 'onder de huid'. 
  • Subcutaan injecteren is het injecteren van een vloeistof in bindweefsel of vetweefsel. 
  • Het voordeel van subcutaan injecteren is dat je een klein naaldje hebt. Je kunt dus niet 'diep' in het lichaam prikken. 
  • Je hoeft je dus geen zorgen te maken om een grote zenuwtak of groot bloedvat raken. Na de inspuiting wordt de vloeistof geleidelijk aan opgenomen in de bloedsomloop.

Slide 13 - Tekstslide

Subcutaan loodrecht

Slide 14 - Tekstslide

Subcutaan huidplooitechniek

Slide 15 - Tekstslide

WAAR?
  • Boven/buitenkant van het bovenbeen
  • Gebied naast en onder de navel (min. 2 cm afstand van de navel)
  • Billen (bovenste buitenste deel)
  • Boven/buitenkant van de bovenarm

Slide 16 - Tekstslide

Injectienaalden
  • Diverse lengtes en diktes​ 
  • Kleuren zeggen iets over de diameter (Gauge) van de naald​ 
  • Voor elke injectiemethode gebruik je andere lengte en diameter​
  • Lengte is ook afhankelijk van de cliënt 
  • Gebruik van veilige naalden is verplicht​
  • ​Zie schema op Vilans​


Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Kant en klare spuiten

Slide 19 - Tekstslide

Indicaties
  • Medicatie niet goed kan worden opgenomen via darmen of de huid​
  • Patiënt is niet in staat om medicatie oraal in te nemen ​
  • Medicatie moet snel werken​
  • Constante spiegel nodig in het bloed​

Slide 20 - Tekstslide

Complicaties subcutaan injecteren 

● hematoom(blauwe plek)
● allergische reactie op de medicatie
● infectie door onvoldoende hygiënisch werken
● flauwvallen bij prikangst

Slide 21 - Tekstslide

Waar mag je niet injecteren?
  • Oedeemplekken​
  • Verlamde ledematen​
  • Plaatsen die er rood, blauw of gezwollen uitzien (hematoom)​
  • Arm of been met infuus​ of shunt voor dialyse
  • Te opereren gebied of in littekenweefsel​
  • Een ontstoken gebied​/infiltraten
  • Gebied met wondjes/eczeem​/wat hard aanvoelt
  • Gebied rond stoma​  ​
  • Bestraald gebied​ of waar lymfeklieren verwijderd zijn


Slide 22 - Tekstslide

Uitvoeringsverzoek
● naam opdrachtgever
● naam, adres, geboortedatum cliënt
● naam handeling
● indicatie handeling
● frequentie
● geldigheidsduur verzoek
● evt specifieke aandachtspunten
● evt naam en dosering medicijn

Slide 23 - Tekstslide

Wat wordt bedoeld met een dubbelcheck?

Slide 24 - Open vraag

Wat is dit?

Slide 25 - Open vraag

Niet vergeten
En vergeet niet dat deze handeling voor een patiënt (óók)  heel spannend kan zijn..!

Denk om privacy, leg uit wat je gaat doen, geef mogelijkheid om vragen te stellen etc. 

Slide 26 - Tekstslide