8.2 radioactief verval

Startopdracht
nodig: aantekenschrift en wisbordje
- Noteer een isotoop van C-12

In je schrift:
Wat is het verschil tussen een atoom en een molecuul?
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Startopdracht
nodig: aantekenschrift en wisbordje
- Noteer een isotoop van C-12

In je schrift:
Wat is het verschil tussen een atoom en een molecuul?

Slide 1 - Tekstslide

§8.1 Isotoop koolstof (C)
Koolstof heeft een massa van 12
Dit noteer je dan als C-12
Dit zijn 6 protonen en 6 neutronen en 6 elektronen

Slide 2 - Tekstslide

§8.1 - Isotopen


Soms komen in de natuur verschillende samenstellingen van atomen voor. De atoommassa verschilt dan, je noemt dit isotopen.


Koolstof heeft verschillende isotopen. Om het atoommassa duidelijk aan te geven schrijf je achter het atoom dit.






C-12
C-13
C-14

C-14 heeft ioniserende straling de andere 2 niet. 

Slide 3 - Tekstslide

Isotopen koolstof (C)
C-12  heeft 6 protonen, 6 neutronen en 6 electronen
C-13 heeft 6 protonen, 7 neutronen en 6 electronen
C-14 heeft ....protonen, ... neutronen en...electronen

Slide 4 - Tekstslide

Hoofdstuk 8.2 Radioactief verval

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen 
Ik kan...
- ... toelichten wat er met de atoomkern gebeurt als een atoom radioactief vervalt.
- ... het verschil uitleggen tussen ioniserende straling en straling die niet ioniserend is.
- ... beschrijven hoe je de activiteit van een radioactieve bron kunt meten.
- ... het verschil beschrijven tussen stabiele en instabiele kernen.
-... uitleggen wat wordt bedoeld met de halfwaardetijd van een radioactieve isotoop.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

stabiele en instabiele kernen

Sommige isotopen hebben een instabiele kern. Dit betekent dat hij radioactief is. 

Het aantal protonen en neutronen in de kern is niet in evenwicht. Hierdoor kunnen deze atoomkernen spontaan, zonder invloed van buitenaf, uit elkaar vallen. Dit noem je radioactief verval.

Slide 8 - Tekstslide

radioactief verval
Er ontstaat een nieuwe atoomkern met nieuwe eigenschappen.

C-14(Koolstof) vervalt bijvoorbeeld in N-14 (Stikstof).

Er ontstaat een nieuwe stof dit noem je een kernreactie.

Slide 9 - Tekstslide

Ioniseren

Door het verval wordt er de hele tijd ioniserende straling uitgezonden. Dit noem je stralingsenergie
Deze straling is schadelijk

Slide 10 - Tekstslide

Activiteit
Het aantal kernen dat in één seconde vervalt, noem je de activiteit.

Je meet de activiteit in becquerel (Bq)

Bij een activiteit van 100 Bq vervallen er elke seconde honderd kernen.

megabecquerel (MBq) 1000000
gigabecquerel (GBq) 1000000000

Slide 11 - Tekstslide

Halveringstijd
tijd die nodig is dat er nog 50% over is van de laatste hoeveelheid.

Wisbordje:
Hoeveel % is er nog aanwezig bij T3?

Slide 12 - Tekstslide

Halveringstijd
Zoek op in je BINAS waar de halfwaardetijd staat van isotopen

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Huiswerk
- Maak §8.2
- Lees §8.3 en maak de leerstofopgaven
-Neem je BINAS mee

Volgende les gaat over straling gebruiken.


Slide 15 - Tekstslide