Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Signaalwoorden
Signaalwoorden oefenen
1 / 27
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
In deze les zitten
27 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Signaalwoorden oefenen
Slide 1 - Tekstslide
Wat weet je al over een signaalwoord?
Slide 2 - Open vraag
signaalwoorden
Een signaalwoord in een zin vertelt iets over het verband tussen die zin en de zin daarvoor.
Signaalwoorden geven je inzicht in de structuur van de tekst.
Daarnaast staan de antwoorden op de vragen vaak na of in de buurt van de signaalwoorden!!!!!!
Slide 3 - Tekstslide
Signaalwoorden
in het Duits, welke
ken je?
Slide 4 - Woordweb
Wat betekent?
außerdem
A
daarentegen
B
bovendien
C
vandaar
D
namelijk
Slide 5 - Quizvraag
Wat betekent?
nicht nur...sondern auch
A
niet...maar
B
per slot van rekening
C
als gevolg daarvan
D
niet alleen... maar ook
Slide 6 - Quizvraag
Wat betekent?
obwohl
A
hoewel
B
namelijk
C
vooral
D
vandaar
Slide 7 - Quizvraag
Wat betekent?
allerdings
A
al helemaal
B
bijvoorbeeld
C
echter
D
pas echt
Slide 8 - Quizvraag
Wat betekent?
jedenfalls
A
in elk geval
B
noch ... noch
C
zelfs
D
bijvoorbeeld
Slide 9 - Quizvraag
Vertaal: aber
Slide 10 - Open vraag
Vertaal: zum Beispiel
Slide 11 - Open vraag
Vertaal: jedoch
Slide 12 - Open vraag
in plaats daarvan
pas echt
inderdaad
ook
auch
erst recht
tatsächlich/in der Tat
stattdessen
Slide 13 - Sleepvraag
Vertaal: weil, da
A
want
B
wegens
C
omdat
D
dat
Slide 14 - Quizvraag
Vertaal: laut
A
volgens
B
overigens
Slide 15 - Quizvraag
Vertaal: der Verfasser
Slide 16 - Open vraag
Vertaal: Gegensatz
Slide 17 - Open vraag
wann?
was?
wer?
wie?
wo?
woher?
wohin?
wanneer?
wat?
wie?
hoe?
waar?
waarvandaan?
waarheen?
Slide 18 - Sleepvraag
Vertaal: Nachteil oder Vorteil
Slide 19 - Open vraag
Wat betekent het woord schliessen in de volgende zin:
Was kann man aus dem 1. Absatz schließen?
A
sluiten
B
beslissen
C
concluderen
D
besluiten
Slide 20 - Quizvraag
dem 3. Absatz nach betekent:
volgens de 3e alinea
goed
fout
Slide 21 - Poll
Welche Frage passt in die Lücke in Absatz 4? betekent:
Welke vraag past op de open plek in alinea 4?
goed
fout
Slide 22 - Poll
Geef de vertaling van "eine Lehre machen"
Slide 23 - Open vraag
Vertaling van "wer"
Slide 24 - Open vraag
Vertaling van "etwas brauchen"
Slide 25 - Open vraag
Vertaling van "Spaß machen"
Slide 26 - Open vraag
de schrijver
de regel
het doel
de titel
Der Verfasser
das Ziel
die Zeile
die Überschrift
Slide 27 - Sleepvraag
Meer lessen zoals deze
Signaalwoorden
April 2024
- Les met
19 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Signaalwoorden
Juni 2021
- Les met
17 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Divers CE
Februari 2021
- Les met
23 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Signaalwoorden
Mei 2024
- Les met
18 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Signaalwoorden
Maart 2023
- Les met
24 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Signaalwoorden
November 2023
- Les met
13 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Examentraining Bovenbouw 4T/Havo
April 2023
- Les met
36 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Signaalwoorden
April 2021
- Les met
16 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4