Als hij het gewicht hoger tilt, wordt de afstand, de "s", groter, dus wordt de hoeveelheid arbeid per keer optillen ook groter.
Slide 7 - Tekstslide
Er is sprake van arbeid wanneer een voorwerp door een kracht in de richting van die kracht wordt verplaatst.
Er is sprake van negatieve arbeid
wanneer een kracht de beweging tegenwerkt.
Gewone arbeid wordt omgezet in bewegingsenergie
Negatieve arbeid wordt omgezet in warmte.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Opdracht 27
Slide 10 - Tekstslide
Opdracht 27
Werkt een kracht in de richting van de beweging?
⇨ Positieve arbeid
Werkt een kracht tegen de richting van de beweging in?
⇨ Negatieve arbeid
Staan de kracht en de beweging loodrecht op elkaar?
⇨ Geen arbeid
Slide 11 - Tekstslide
F⋅sW
Slide 12 - Tekstslide
Antwoord 22a
Gegeven: s = 1,0 m F = 200 N
Gevraagd: Bewegingsenergie = Arbeid = W
Formule: W = F x s
Berekening: 200 x 1 = 200
Antwoord: W = 200 J
F⋅sW
Gegeven:
Gevraagd:
Formule:
Berekening:
Antwoord:
Slide 13 - Tekstslide
Negatieve Arbeid
Tegenwerkende krachten zijn krachten die tegen de bewegingsrichting in werken.
Tegenwerkende krachten leveren negatieve arbeid.
Hier zetten we een min-teken
voor.
Negatieve arbeid wordt omgezet in warmte
Slide 14 - Tekstslide
Antwoord 22b
Tijdens het duwen is er 200 J aan arbeid/bewegingsenergie de steen in gegaan. Tijdens het verder glijden tot stilstand wordt al deze energie er weer uit gehaald.
De hoeveelheid arbeid die de wrijvingskracht verricht is daarom -200 J.
F⋅sW
Slide 15 - Tekstslide
Antwoord 22c
Gegeven: s = 30 m W = 200 N
Gevraagd: Wrijvingskracht = F
Formule: F = W / s
Berekening: 200 / 30 = 6,67
Antwoord: F = 6,67 N
F⋅sW
Gegeven:
Gevraagd:
Formule:
Berekening:
Antwoord:
Slide 16 - Tekstslide
Antwoord 22d
Door het vegen smelt de bovenste laag van het ijs waardoor de steen makkelijk glijdt.
Hiermee kan het pad van de steen worden bijgestuurd.
F⋅sW
Slide 17 - Tekstslide
Voorbeeldopdracht
Rabiya gaat met de fiets naar school.
De spierkracht die ze tijdens het fietsen
levert is 600 N.
a. Bereken de arbeid die Rabiya verricht als ze 1,5 km fietst.
b. Leg uit hoeveel arbeid de weerstandskracht
tijdens deze fietsrit levert.
Slide 18 - Tekstslide
voorbeeld berekening
Rabiya gaat met de fiets naar school. De spierkracht die ze tijdens het fietsen levert is 600 N. De weerstandskrachten zijn ook 600N.
a. Bereken de arbeid die Rabiya verricht als hij 1,5 km fietst
Gegeven
Gevraagd
Formule
Berekenen
Antwoord
F = 600 N s = 1,5 km = 1500 m
arbeid W=?
W = F .s
W = 600 .1500 = 900000 J = 900 kJ
de verrichtte arbeid is 900 kJ
b. Leg uit hoeveel arbeid de weerstandskracht tijdens deze fietsrit levert,
Slide 19 - Tekstslide
voorbeeld berekening
b. Leg uit hoeveel arbeid de weerstandskracht tijdens deze fietsrit levert.
De weerstandskrachten werken tegen en leveren dus negatieve arbeid.
De weerstandskrachten zijn even groot als de spierkracht van Rabiya.
Ze leveren dus -900 000 J arbeid.
Slide 20 - Tekstslide
Werk aan:
Lees 4.3
Maak 32 en 33
Maak 22 en 27
timer
15:00
Aantekening
Er is sprake van negatieve arbeid wanneer een kracht de beweging tegenwerkt.