Arbeidsrecht H1-H11
1 / 26
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
De werknemer is niet verplicht om het volgende gegeven te verstrekken:
A
tijdstip van indiensttreding
B
Tijdstip van de arbeid
C
procedure beëindiging arbeidsovereenkomst
D
deelname pensioenregeling
Slide 2 - Quizvraag
Van welke beding is sprake als de werknemer zijn klanten bij een volgende werkgever niet mag benaderen?
A
Concurrentiebeding
B
Relatiebeding
C
Boetebeding
D
Geheimdhoudingsbeding
Slide 3 - Quizvraag
Er kan geen proeftijd worden aangegaan in een overeenkomst van:
A
ten hoogste 6 maanden
B
ten hoogste 1 jaar
C
ten hoogste 2 jaar
D
onbepaalde tijd
Slide 4 - Quizvraag
In welke wet staat dat de arbeidsduur van een werknemer kan worden aangepast?
A
FW
B
WAZO
C
ATW
D
Wfw
Slide 5 - Quizvraag
De werknemer moet de aanwijzingen van de werkgever opvolgen?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Wat valt er niet onder de uitoefening van de werkzaamheden
A
Personeelsuitje
B
Lunchpauze
C
Dienst rit
D
Woon-werkverkeer
Slide 7 - Quizvraag
Positieve discriminatie is toegestaan als er op het functieniveau van de aangeboden baan een achterstand bestaat bij een bepaalde groep.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Wat gebeurt er als de werkgever niet voldoet aan de poortwachtersverplichtingen?
A
De werknemer krijgt automatisch een hogere uitkering
B
De werkgever krijgt een boete van de overheid
C
De loondoorbetalingsverplichting wordt verlengd
D
De werknemer wordt ontslagen
Slide 9 - Quizvraag
Bedrijf X heeft 60 medewerkers in dienst. Welke vorm van medezeggenschap moet hij instellen?
A
Ondernemingsraad
B
Personeelsvergadering
C
Personeelsvertegenwoordiging
Slide 10 - Quizvraag
De OR wil graag de woonplaats van de bestuurders weten op welk recht kan de OR zicht beroepen?
A
Instemmingsrecht
B
Adviesrecht
C
Informatierecht
D
Gelijke behandeling
Slide 11 - Quizvraag
Bedrijf B wil de klachtenbehandeling in het bedrijf wijzigen. Welk recht heeft de OR?
A
Instemmingsrecht
B
Adviesrecht
C
Informatierecht
D
Gelijke behandeling
Slide 12 - Quizvraag
Van wat voor CAO is er sprake indien de ondernemer met de vakbonden overlegt?
A
Bedrijfstak-CAO
B
Bedrijfs-CAO
Slide 13 - Quizvraag
Een CAO is van toepassing indien de werkgeversorganisatie een CAO heeft afgesloten en....
A
de werkgever is aangesloten bij een werkgeversorganisatie
B
de werknemer lid is van de vakbond
C
de werkgever is aangesloten bij een vakbond
D
de werknemer geen lid is van de vakbond
Slide 14 - Quizvraag
Wat is het wettelijke recht op vakantie?
A
1x de overeengekomen arbeidsduur
B
2x de overeengekomen arbeidsduur
C
3x de overeengekomen arbeidsduur
D
4x de overeengekomen arbeidsduur
Slide 15 - Quizvraag
Hoe lang heeft een werknemer recht op doorbetaling bij ziekte?
A
26 weken
B
52 weken
C
104 weken
D
niet
Slide 16 - Quizvraag
Voor een ontslagaanvraag wegens ecoomische reden moet de werkgever naar
A
het UWV
B
de kantonrechter
Slide 17 - Quizvraag
Bij disfunctioneren van de werknemer moet de werkgever de arbeidsovereenkomst ontbinden bij...
A
het UWV
B
de Kantonrechter
Slide 18 - Quizvraag
De opzegtermijn bij een dienstverband van 15 jaar is voor de werknemer?
A
1 maand
B
2 maanden
C
3 maanden
D
4 maanden
Slide 19 - Quizvraag
De door de werkgever in acht te nemen opzegtermijn bij een arbeidsovereenkomst voor 15 jaar of langer is
A
1 maand
B
2 maanden
C
3 maanden
D
4 maanden
Slide 20 - Quizvraag
Na 3 contracten van 10 maanden krijgt de werknemer een vast contract?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quizvraag
De aanzegtermijn dient door de werkgever
A
schriftelijk te gebeuren
B
mag mondeling plaatsvinden
Slide 22 - Quizvraag
Tina heeft een contract voor 8 maanden, na 6 maanden wordt zij ziek. Hoelang moet de werkgever haar doorbetalen?
A
Niet
B
2 maanden
C
52 weken
D
104 weken
Slide 23 - Quizvraag
Hoeveel uren moet de werkgever bij een nulurencontract per oproep altijd uitbetalen aan de werknemer?
A
1 uur
B
de gewerkte uren
C
3 uren
D
niet
Slide 24 - Quizvraag
Als de werknemer meer verantwoordelijkheden en bevoegdheden krijgt dan is sprake van
A
Taakroulatie
B
Taakverbreding
C
Taakverrijking
D
Demotie
Slide 25 - Quizvraag
Hoge managementkosten zij een nadeel van een
A
lijn organisatie
B
lijn staf organisatie
C
projectorganisatie
D
divisieorganisatie
