Bijeenkomst 4 Bewegingsonderwijs JK

• Bewegingsonderwijs
• HBO
• Studiejaar 2

Bijeenkomst 4

Bewegingsonderwijs JK

Doelen

• Ik kan reguleringsdoelen toepassen binnen de lessen bewegingsonderwijs 
• Ik ken de verschillen en kwetsbaarheden van de organisatievormen klassikale les, klassikale groepjes les, een groepjes les( en een vrije les).
  
• Ik ken de verschillende vormen van wisselen en signaalgebruiken in de gymzaal.
• Ik weet  wat de kerndoelen van bewegingsonderwijs zijn.
• Ik weet de criteria waaraan een goede les moet voldoen.

Klassikale groepjesles

Basistikspel

Basistikpsel met twee vrijplaatsen

3 keer klassikaal klaarzetten 

3 pylonnen aan de zijkant en 1 grote

Elke keer als iemand wordt getikt pylon om

Lukt het de tikker niet om kinderen te tikken dan mag die de grote pylon in het midden van het veld zetten, dit is het signaal dat de tikker wil wisselen. Of extra lintje klaarleggen om een hulptikker te kiezen.

Betere beweger:

Mag niet meer door het midden 

Mag geen gebruik maken van de vrijplaatsen 

Maak de betere beweger zichtbaar door hem/ haar een lintje te geven 

Minder vaardige beweger:

Mag gebruik maken van beide vrijplaatsen 

Mag juist wel door het midden als waar de tikker dit niet mag 

Wordt zichtbaar doordat de betere bewegers een lintje gaan dragen

Bewegingsonderwijs

Waarom moet het vak deel uit maken van het schoolcurriculum

- Compensatie of competentie

- Doel of middel

- Algehele en totale ontwikkeling 

- Kerndoelen 

Er zijn verschillende manieren om dit te legitimeren

Compensatie of competentie:

Compensatie

Bewegingsonderwijs kan tegenwicht bieden aan de eenzijdigheid, saaiheid en bewegingsarmoede van de andere vakken of van het schoolsysteem. Compensatiefunctie, hier past plezier, geestelijke ontspanning en intensieve fysiek inspanning goed als doel 

Competentie

Motoriek zien als competentie. Motorische competentie geeft zelfvertrouwen en is een goede aansporing tot verdere exploratie en zelfinitiatief, het gevolg is plezier. Het gaat om het competent maken van de kleuters. Algemene vaardigheden op zowel motorisch als sociaal en emotioneel gebied. Creëren van controle over eigen beweeggedrag.

Doel of middel

Doel 

Bewegen als doel kan gelegitimeerd worden vanuit het idee dat het bewegen een belangrijke bestaanswijze betreft.  Bewegingsonderwijs is belangrijk omdat (beter) leren bewegen belangrijk is. Het bewegen is een doel op zich. 

Middel 

Leren om kinderen voor te bereiden op deelname aan de huidige en toekomstige buitenschoolse beweegsituaties. Doelen die hierbij passen zijn kennismaking, sportstimulering en plezier. Bewegen wordt daarnaast ingezet als ontwikkelingsdomein. Denk aan vakimmanent en vakoverstijgend. Vakimmanent zijn vaardigheden die je alleen kan gebruiken binnen het bewegingsonderwijs, als bewegingsonderwijs ook een bijdrage levert binnen andere vakgebieden dan past dit bij de vakoverstijgende visie.

Algehele en totale ontwikkeling

Zonder bewegen kom je nergens. Bewegen is letterlijk en figuurlijk van essentieel belang. Het levert een bijdrage aan het welbevinden en welzijn van mensen. Dit is ook de titel van de kennisbasis en niet voor niets. 

Algemene ontwikkeling en kwaliteit van leven 

Fundamenteel belang in het bestaan 

Leren over jezelf. Wie ben ik, wat kan ik (zelfconcept) wie is de ander en hoe kunnen wij elkaar begrijpen. Kwaliteit zit hem in ruimte, veiligheid en vertrouwen. Grenzen verleggen van mij en de omgeving

Welzijn, gezondheid en schoolprestaties

Bewegen en spelen leveren een belangrijke bijdragen aan de gezondheid en het welzijn van het kind. Sociaal welbevinden en gezondheid zijn speerpunten. Stegeman (2007) concludeert dat een fysieke activiteit in schoolverband een verhogende aandacht en concentratie bevordert. Verbindingen worden aangemaakt in de hersenen (Ratey, 2008)

Maatschappelijke binding en sociale integratie 

Mogelijkheden creëren om met andere in de omgeving te kunnen spelen. Het zich thuisvoelen in het bewegingsaanbod in de omgeving, dit bevordert de acceptatie binnen sociale verbanden. Vriendjes leren maken.  Het kunnen opdoen van bewegingservaringen is van groot belang voor het behouden en uitbouwen van de positieve bewegingsattitude.

Kerndoelen 

Kerndoel 57 (SLO) 

De leerlingen leren op een verantwoorde manier deelnemen aan de omringende bewegingscultuur en leren de hoofdbeginselen van de belangrijkste bewegings- en spelvormen ervaren en uitvoeren.

Kerndoel 58 (SLO)

De leerlingen leren samen met andere op een respectvolle manier aan bewegingsactiviteiten deelnemen, afspraken maken over het reguleren daarvan, de eigen bewegingsmogelijkheden inschatten en daarmee bij activiteiten rekening te houden 

Kerndoelen zijn streefdoelen

Bewegingsonderwijs kent 2 kerndoelen 57 en 58

De doelen omschrijven het einde van het leerproces. Kerndoelen doen dus geen uitspraken over didactiek en methodiek. 

Uitzetten activiteiten externe les 2

Externe les 2

Overwegingen 

- Kleuters kunnen moeilijk stilzitten , korte uitleg + wachttijden ?

- Gevarieerd aanbod, welke activiteiten passen goed bij elkaar?

- Hoe zorg jij ervoor dat iedereen mee kan doen, jongste + oudste kleuters?

- Hoe verdeel je de les zodat iedereen evenveel beweegtijd heeft?

- Hoe laat start je met opbouwen en waar zet je wat neer?

- Waar zitten de kinderen als ze binnenkomen ?

- Wat vertel ik bij elk spel en op welke manier?

Groepjes van 3 maken

Behandel alle vragen 

2x Groepjesles

1/2 zaal 1/2 klas 

Twee clusterlessen:

Les 7 Basislessen 

Bobbelbaan rennen en springen

Klimmen met routes 

inclusief variatie 1

Stoeien 2

Balanceren - kloslopen 

Bewegingsonderwijs in het speellokaal cluster 8:

Verend springen

Penaltyspel

Basistikspel

Klimmen: Elkaar passeren 

Ronde 1: Actief? Voor groep 6/8leerlingen

 

Ronde 2: Welke differentiatie kun je toevoegen aan dit onderdeel? moeilijker/makkelijker

 

Ronde 3: Welke reguleringsdoelen kun je toepassen? Zelfstandig spelen

Ronde 4: Welke leerhulp kun je bieden?

Flap bij ieder onderdeel

Studenten omschrijven welke reguleringsdoelen aangeleerd moeten worden in de vakken

Maak als docent tijdens het wisselen gebruik van verschillende signalen en manier van wisselen.

Fluiten, klappen, langslopen, liedje etc.

Wissel op verschillende manier

1 groep tegelijk, wachten tot jij zegt dat ze mogen beginnen 

1 groep tegelijk, direct beginnen 

Allemaal wijzen naar het volgende onderdeel, daar wachten tot jij aangeeft dat ze mogen beginnen

Allemaal wijzen naar het volgende onderdeel, daar direct starten 

Signaal zitten, wisselen naar het volgende onderdeel zonder wijzen en daar wachten 

Signaal zitten, wisselen en direct beginnen 

Signaal, direct wisselen, jij start op 

Signaal, direct wisselen, direct beginnen  

Herhaling BOM 

Bekijk de onderdelen BOM uit de externe les. 

Ga met je groepje externe les bij elkaar zitten.

- Verdeel

- Bereid voor 

- Probeer uit

Criteria goede les bewegingsonderwijs

• Bewegen 

• Beleven 

• Reguleren  

Plezier!

Bewegen:

Drang tot bewegen 

competent voelen 

gevarieerd aanbod 

verhouding actie - rust

Op eigen niveau grenzen kunnen verleggen

veel oefenbeurten en herhaling 

Beleven:

Variatie in speelkriebels

Ruimte voor de relatie met de ander

Reguleren:

Structuur en overzicht 

Autonoom voelen 

Plezier is de voorwaarde om te komen tot leren. Het is ook een gevolg van de criteria voor een goede les bewegingsonderwijs