Herhaling hfst 16

Herhaling hfst 16
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhaling hfst 16

Slide 1 - Tekstslide

Wie worden gestraft als daders van een strafbaar feit?
A
plegers, doen plegers en medeplichtigen
B
plegers, doen plegers, medeplegers en uitlokkers
C
Plegers en medeplegers

Slide 2 - Quizvraag

Wie is strafbaar als dader bij het doen plegen van een strafbaar feit? De intellectuele en/of de materiële dader?
A
Allebei
B
Intellectuele dader
C
Materiele dader

Slide 3 - Quizvraag

Piet slaat met een honkbalknuppel Klaas maar hij mist. Is Piet nu strafbaar?
A
Ja, hij is strafbaar voor voorbereidingshandelingen
B
Dit is een strafbare poging
C
Nee, hij mist dus is hij niet strafbaar
D
Piet is strafbaar voor uitlokking

Slide 4 - Quizvraag

Strafvermindering
In dit hoofdstuk wordt er gesproken over strafvermindering. Weet jij nog in welke 3 situaties er gesproken werd over strafvermindering? 
Zoek dit op in je boek en schrijf het op jouw bordje. 

Slide 5 - Tekstslide

Antwoorden Strafvermindering
Strafvermindering van de maximaal op te leggen hoofdstraf is van toepassing op: 
De poging namelijk min 1/3
Voorbereiding - 1/2
 medeplichtige - 1/3

Slide 6 - Tekstslide

Strafuitsluitingsgrond wettelijk voorschrift 
Specifieke strafuitsluitingsgrond voor opsporingsambtenaren die  bevoegd zijn om geweld te gebruiken. De bevoegdheid om geweld te gebruiken is een grond voor de OA om een strafbaar feit te plegen.
Bedenk nu een casus waarbij er sprake is van een situatie waarin de OA een beroep kan doen op deze strafuitsluitingsgrond.  Schrijf deze op. 
Je krijgt max 5 minuten de tijd.

Slide 7 - Tekstslide

Strafuitsluitingsgrond bevoegd gegeven ambtelijk bevel
Een ambtelijk bevel is een bevel van een orgaan van het openbaar
gezag zoals de burgemeester, de minister, de officier van justitie of
de korpschef. 
Bedenk een situatie waarbij er sprake is van een situatie waarin de OA een beroep kan doen op deze strafuitsluitingsgrond. Schrijf deze op.
Je krijgt max 5 minuten de tijd.


Slide 8 - Tekstslide

Rens en heeft de sleutel van het huis van zijn neef. Rens heeft ruzie met zijn neef en zegt tegen zijn maat Niels: "Hier heb je de sleutel van het huis van mijn neef. Als jij daar nou eens naar binnen gaat om te kijken of je daar iets moois ziet staan?" Niels pakt de sleutel en gaat naar het huis en steelt daar enkele waardevolle spullen. Wat is juist?
A
Rens is doen pleger
B
Rens is uitlokker
C
Rens is medepleger
D
Rens is medeplichtig

Slide 9 - Quizvraag

Uitlokking


Intellectuele dader en een materiele dader
De intellectuele dader lokt uit met 1 van de 9 genoemde uitlokkingsmiddelen. Weet jij nog welke?

Slide 10 - Tekstslide

Uitlokkingsmiddelen

Slide 11 - Woordweb