4h kua P2: les 5: hoge en lage kunst, videoclips, popsterren

4h kua P2: les 5: hoge en lage kunst, videoclips, popsterren, kunstenaar als ondernemer
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

4h kua P2: les 5: hoge en lage kunst, videoclips, popsterren, kunstenaar als ondernemer

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom bij KUA! 
  • Telefoon is weg voordat je het lokaal binnenkomt 
  • Jas uit & tas op de grond 
  • Laptop dicht op tafel
  • KUA mapje, schrift en pen op tafel 
timer
1:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag

1.  Presentaties rock 'n roll & hippies? & kennischeck
2. Huiswerkopdracht
3. Videoclips & macht en invloed van sterren 




Slide 3 - Tekstslide

Checklist:
Het leerdoel is in leerlingentaal geformuleerd.
Het leerdoel is volgens de RTTI-methodiek geformuleerd.
Het leerdoel geeft een omschrijving van de context (inhoud).
Er wordt een werkwoord gebruikt in het leerdoel (gedrag).

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
De condities worden weergeven in het leerdoel (voorwaarden).
Er zijn succescriteria gekoppeld aan het leerdoel (norm
Lesdoelen

- Je kan herkennen en uitleggen wat het verschil is tussen hoge en lage kunst.
- Je kan een videoclip analyseren met passende begrippen.
- Je kan uitleggen wat cultureel ondernemerschap is 

(Je kan uitleggen welke factoren een rol spelen bij het worden van een ster) 




Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Presentaties 
Jullie zijn de experts!
Maak aantekeningen 
timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Check

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hippies
Punk
Rock&Roll
Disco
Hiphop

Gabbers

Jaren ‘90. Ontstaan in Rotterdam, daarna vooral groot geworden in de rest van Nederland
Eind jaren ‘70. Ontstaan in Groot-Brittanië, o.a. vanuit onvrede over de economische teruggang daar
Jaren ‘80. Ontstaan The Bronx in New York, waar block parties worden georganiseerd met een DJ, mc en dans
Jaren ‘50. Gestart in de VS, overgewaaid naar Europa, waaronder Nederland
Jaren ’60. Begonnen in de VS, aangewakkerd door onvrede over de Vietnam-oorlog
Jaren ‘70
Ontstaan in het nachtleven in de VS, overgewaaid naar Europa

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hippies
Punk
Rock&Roll
Disco
Hiphop

Gabbers

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hippies
Punk
Rock&Roll
Disco
Hiphop

Gabbers

De gemeenschappelijke liefde voor muziek staat centraal binnen deze subcultuur.
Deze subcultuur is pessimistisch over de maatschappij, vol klassenongelijkheid en armoede. Anarchistisch van aard. 
De muziek van deze subcultuur bevat activistische elementen. Aandacht vragen voor racisme, armoede, politiegeweld tegen zwarte mensen. 
Een van de weinige subculturen zonder politieke boodschap. Lol maken, rondhangen en crossen op de brommer. 
Deze subcultuur keerde zich tegen kapitalisme: ze vonden de maatschappij te sterk gericht op geld, spullen en technologie. Genieten in het hier en nu. 
Deze subcultuur bood vrijheid aan groepen voor wie dit toen niet vanzelfsprekend was. Zorgen vergeten door samen te dansen. 

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel vorige week

- kan je zes subculturen herkennen en beschrijven aan de hand van tijd, plaats, ideologie, kledingstijl en muziek




Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Huiswerkopdracht

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 12 - Video

2018
the Carters. beyonce en jay z


Elementen hoge kunst:
- Het Louvre, museum
-Mona Lisa
-
-
-
-
-


Elementen lage kunst:
- Hip-hopmuziek
-sneakers
-
-
-
-
-
HW bespreken. Let op: je mag niet een element noemen die al genoemd is. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoge kunst
Lage kunst
De elite
het volk
exclusief
populair
Serieus
oppervlakkig
Ingewikkeld
snel te begrijpen
De grenzen gaan vervagen. 

Mixen, verwijzen, wisselen.

Slide 14 - Tekstslide

Herhalen. 
Welke discipline
kun je gebruiken bij analyse
deze videoclip?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Decor: ik zie............
Dit is een voorbeeld van hoge/lage kunst, want........

Muziek: ik hoor.............
Dit is een voorbeeld van hoge/lage kunst, want........

Hairstyling: ik zie............... 
Dit is een voorbeeld van hoge/lage kunst, want........




Gebruik de begrippen en schrijf nu 5 voorbeelden van hoge en lage kunst. Doe dit zo: 
timer
8:00

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bespreken

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen

- Je kan een videoclip analyseren met passende begrippen.

- Je kan herkennen en uitleggen wat het verschil is tussen hoge en lage kunst.

-  Je kan uitleggen wat cultureel ondernemerschap is. 




Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1  Vercommercialisering van de kunsten
2  Musea gebruiken marketing om een massapubliek te trekken. 
Niet meer alleen focus op 'hoge kunsten'
Keith Haring verkocht (op aanraden Andy Warhol) in zijn Pop-shop T-shirts, buttons, posters en andere producten met tekeningen van hemzelf.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3  Beeldmerken uit de populaire cultuur verheven tot hoge kunst
4  Nieuwe disciplines geïntroduceerd die afkomstig zijn uit populaire cultuur
'60
'70
'80
'90
'00
'10

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de onderstaande afbeeldingen naar de juiste plek
HIGH ART
VERSMELTING
LOW ART
(low culture)

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen

- Je kan een videoclip analyseren met passende begrippen.

Je kan herkennen en uitleggen wat het verschil is tussen hoge en lage kunst.

- Je kan uitleggen wat cultureel ondernemerschap is. 




Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Videoclips & macht en invloed van popsterren 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VIDEOCLIP
-Meestal speelt de artiest de hoofdrol.
-Het montagetempo ligt hoog en volgt de muziek.
 -De regisseurs zijn vernieuwend en gebruiken vaak geavanceerde film
  technieken.
 -Verbeelding van het verhaal met muziek, dans en beeld
 -Er wordt veel gebruik gemaakt van verwijzingen naar bestaande beelden (=postmodern)
 -verleidelijke vormgeving
-Manier om muziek en de artiest onder de aandacht te brengen (soort reclame)
-Imago van de artiest neerzetten

Kenmerken van een VIDEOCLIP:
- Moderne videoclip ontstaan '70/'80
- Mengen van verschillende kunstdisciplines 


= multidisciplinaire kunst 

Welke kunstdisciplines zie je terug? 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

VIDEOCLIP
-Meestal speelt de artiest de hoofdrol.
-Het montagetempo ligt hoog en volgt de muziek.
 -De regisseurs zijn vernieuwend en gebruiken vaak geavanceerde film
  technieken.
 -Verbeelding van het verhaal met muziek, dans en beeld
 -Er wordt veel gebruik gemaakt van verwijzingen naar bestaande beelden (=postmodern)
 -verleidelijke vormgeving
-Manier om muziek en de artiest onder de aandacht te brengen (soort reclame)
-Imago van de artiest neerzetten

Welke kenmerken hebben we nog meer gezien? 
- Moderne videoclip ontstaan '70/'80
- Mengen van verschillende kunstdisciplines 
-Meestal speelt de artiest de hoofdrol 
-Het montagetempo ligt hoog en volgt de muziek.
 -Verbeelding van het verhaal met muziek, dans en beeld
 -Er wordt veel gebruik gemaakt van verwijzingen naar bestaande beelden 
 -Verleidelijke vormgeving (een beetje zoals reclame)
-Manier om muziek en de artiest onder de aandacht te brengen (soort reclame)
-Imago van de artiest neerzetten.
-Een videoclip duurt kort, net zolang als het liedje
-Weinig tot geen stiltes

Slide 27 - Tekstslide

Welke kenmerken heb je gezien? 
VIDEOCLIP
-Meestal speelt de artiest de hoofdrol.
-Het montagetempo ligt hoog en volgt de muziek.
 -De regisseurs zijn vernieuwend en gebruiken vaak geavanceerde film
  technieken.
 -Verbeelding van het verhaal met muziek, dans en beeld
 -Er wordt veel gebruik gemaakt van verwijzingen naar bestaande beelden (=postmodern)
 -verleidelijke vormgeving
-Manier om muziek en de artiest onder de aandacht te brengen (soort reclame)
-Imago van de artiest neerzetten

Kenmerken van een VIDEOCLIP:
- Moderne videoclip ontstaan '70/'80
- Mengen van verschillende kunstdisciplines 
-Meestal speelt de artiest de hoofdrol.
-Het montagetempo ligt hoog en volgt de muziek.
 -Verbeelding van het verhaal met muziek, dans en beeld
 -Er wordt veel gebruik gemaakt van verwijzingen naar bestaande beelden 
 -Verleidelijke vormgeving (een beetje zoals reclame)
-Manier om muziek en de artiest onder de aandacht te brengen (soort reclame)
-Imago van de artiest neerzetten.
-Een videoclip duurt kort, net zolang als het liedje
-Weinig tot geen stiltes

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VIDEOCLIP
-Meestal speelt de artiest de hoofdrol.
-Het montagetempo ligt hoog en volgt de muziek.
 -De regisseurs zijn vernieuwend en gebruiken vaak geavanceerde film
  technieken.
 -Verbeelding van het verhaal met muziek, dans en beeld
 -Er wordt veel gebruik gemaakt van verwijzingen naar bestaande beelden (=postmodern)
 -verleidelijke vormgeving
-Manier om muziek en de artiest onder de aandacht te brengen (soort reclame)
-Imago van de artiest neerzetten



    Michael Jackson 'verwijst' naar een andere wereldberoemde artiest.


Naar wie?
En hoe doet hij dat? 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video


Naar wie verwijst Michael Jackson? 

Slide 31 - Video

Elvis Presley stond bekend om zijn kenmerkende heupbewegingen en ritmische dans, die in de jaren '50 revolutionair waren en soms als controversieel werden gezien.

Slide 32 - Video

Waarom zou hij dat doen?
MASSACULTUUR EN ENTERTAINMENT
  • Videoclip
  • Megasterren: Michael Jackson
  • Macht en invloed van megasterren

Slide 33 - Tekstslide

Michael Jackson zette dit verder door zijn spectaculaire en innovatieve dansmoves, zoals de moonwalk, spins en pop-locking, wat dans een essentieel onderdeel maakte van zijn optredens.

Slide 34 - Video

Hoe wordt er hier verwezen naar Michael Jackson?
Welke invloed en macht hebben de megasterren? (nu nog steeds)

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Reclame & stereotypes:
verkoopt goed aan de massa

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt bedoeld met
cultureel ondernemerschap?

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen

- Je kan een videoclip analyseren met passende begrippen.

Je kan herkennen en uitleggen wat het verschil is tussen hoge en lage kunst.

- Je kan uitleggen wat cultureel ondernemerschap is. 




Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen

- Je kan herkennen en uitleggen wat het verschil is tussen hoge en lage kunst.
- Je kan een videoclip analyseren met passende begrippen.
- Je kan uitleggen wat cultureel ondernemerschap is 

(Je kan uitleggen welke factoren een rol spelen bij het worden van een ster) 




Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide


Hier zijn voorbeelden van elke factor die bijdraagt aan de vorming van een ster:

1. Identificatie met de gewone mens
Voorbeeld:
Adele is enorm populair omdat haar teksten en persoonlijkheid herkenbaar zijn voor veel mensen. Ze komt over als een "gewone vrouw" ondanks haar wereldwijde succes, wat haar toegankelijk en geliefd maakt.

2. “Imago is alles”
Voorbeeld:
David Bowie gebruikte zijn imago strategisch door alter ego's zoals Ziggy Stardust te creëren, waarmee hij niet alleen zijn muziek maar ook een unieke visuele stijl en mysterie neerzette. Zijn zorgvuldig opgebouwde imago maakte hem iconisch.

3. Verschijningen in de media
Voorbeeld:
Kim Kardashian bouwde haar bekendheid grotendeels op met haar constante aanwezigheid in reality-tv, sociale media en interviews. Haar strategische media-optredens hebben haar tot een wereldwijd merk gemaakt.

4. Mythevorming = het creëren van mysterie rondom een ster
Voorbeeld:
Prince stond bekend om zijn geheimzinnigheid. Hij gaf weinig interviews en hield zijn privéleven strikt gescheiden van zijn werk, wat bijdroeg aan zijn mythische status.

5. Uiterlijke vertoning
Voorbeeld:
Beyoncé wordt geprezen om haar indrukwekkende podiumuitstraling, haar stijlvolle kleding, en hoe ze zichzelf presenteert. Haar visuele presentatie versterkt haar status als popicoon.

6. Geluk & toeval
Voorbeeld:
Justin Bieber werd ontdekt op YouTube toen een talentmanager toevallig op zijn video stuitte. Dit moment van toeval gaf hem de kans om door te breken.

7. Leeftijd (kindsterren)
Voorbeeld:
Shirley Temple werd een icoon als kindster in de jaren '30. Haar jeugdige charme en talent maakten haar geliefd bij een breed publiek en speelden een belangrijke rol in haar succes.
timer
1:00

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies