Les 2 voedsel relaties

Voedselrelaties
Klas DHA2A LessonUp
Maak de opdracht in het word document.
Lever deze in via magister.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Voedselrelaties
Klas DHA2A LessonUp
Maak de opdracht in het word document.
Lever deze in via magister.

Slide 1 - Tekstslide

Voorkennis
We starten met voorkennis, beantwoord de volgende vragen. Vind je dit lastig? Kijk dan nog eens naar de vorige LessonUps.

Slide 2 - Tekstslide

Zonlicht is een .... factor
A
Biotische
B
Abiotische

Slide 3 - Quizvraag


Voortplanting lieveheerstbeestje
A
BIOTISCH
B
ABIOTISCH

Slide 4 - Quizvraag

Kies de juiste volgorde van klein naar groot:
A
ecosysteem - individu - levensgemeenschap - populatie
B
Individu - levensgemeenschap - populatie - ecosysteem
C
individu - populatie - levensgemeenschap - ecosysteem
D
Ecosysteem - levensgemeenschap - populatie - individu

Slide 5 - Quizvraag

Leerdoelen
Je legt uit hoe soorten in een gebied van elkaar afhankelijk zijn voor voedsel, schuilplaats en voortplanting.
Je beschrijft het ontstaan van een voedselketen.
Je legt uit wat de begrippen 'voedselketen' en 'voedselweb' betekent.
Je legt uit wat de rol is van producenten, consumenten en reducenten in een voedselketen.
Je herkent dat veel bodemdieren afvaleters zijn.
Je benoemt de functie van schimmels en bacteriën.

Slide 6 - Tekstslide

Voedselketen en Voedselweb
Voedselketen: Rij organismen die elkaar eten, met pijltjes tussen de organismen. Bv: Gras -> Konijn -> Vos
Voedselweb: Aantal met elkaar verbonden voedselketens.
Bv:

Concurrentie: 2 organismen die met elkaar concurreren om hetzelfde voedsel.

Slide 7 - Tekstslide

Producenten, Consumenten en Reducenten
Producent: Groene planten, de makers van glucose(door fotosynthese) en andere voedingstoffen in de voedselkringloop.
Consument: Dieren en mensen, de gebruikers van glucose en voedingstoffen die gemaakt worden door planten.
Reducent: Schimmels en bacterieen die natuurlijk afval afbreken zodat er weer mineralen in de grond beschikbaar zijn voor de producenten.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Koolmezen en boomkruipers zijn voedselconcurrenten van elkaar. Ze eten hetzelfde voedsel: insecten. Hoe krijgen zij elk toch voldoende voedsel?
A
De koolmees en de boomkruiper zitten niet in dezelfde boom
B
De koolmees en de boomkruiper zoeken op verschillende plekken in de de boom naar insecten.
C
De koolmees en de boomkruiper zoeken niet op dezelfde tijd naar insecten
D
De koolmees en de boomkruiper leven in verschillende biotopen.

Slide 10 - Quizvraag

Een voedselweb kan met schimmels beginnen.
A
Goed
B
Fout

Slide 11 - Quizvraag

In het plaatje zie je...
A
Een voedselweb
B
Een voedselketen
C
Producenten
D
Een voedselketting

Slide 12 - Quizvraag

Huiswerk
Maken de opdracht in het worddocument.
Lever deze in via de inleverknop in magister voor maandag 25 mei.

Slide 13 - Tekstslide