Les 3: Hofcultuur - voorlopers: christendom / cultuur van de kerk

Voorlopers van hofcultuur
Klassieken
Middeleeuwen / cultuur van de kerk
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Kunst algemeenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Voorlopers van hofcultuur
Klassieken
Middeleeuwen / cultuur van de kerk

Slide 1 - Tekstslide

Middeleeuwen
  • Romeinse rijk wordt aangevallen en valt uiteen in west en oost. Het west-Romeinse rijk valt steeds meer uit elkaar: chaos in West-Europa
  • Christelijke keizers aan de macht, later meer macht bij adel
  • Aan het einde van 4e eeuw wordt het christendom staatsgodsdienst
  • De kerk wordt oppermachtig
  • Er ontstaat een feodaal stelsel (leenheren, horigen)
  • het leven van de gewone mens staan in dienst van God

Slide 2 - Tekstslide

Standenmaatschappij

  • Geestelijken (monniken, nonnen, bisschop) konden lezen en schrijven
  • Adel (ridders, koningen, hertogen, graven) lenen land van de keizer en mogen over dat land ook rechtspreken
  • Boeren doen het werk en leveren soldaten (horigen).

Boeren zoeken bescherming bij lage adel, krijgen die in ommuurde vestingen. 

Slide 3 - Tekstslide

De kerk
  • De kerk is rijk en zeer machtig (Heilige Roomse rijk)
  • Houdt haar volgers klein: 'memento mori' (gedenk te sterven)
  • Kerk begint een handeltje in zonden afkopen: 'aflaten'

  • Twee stromingen (ook in architectuur van de kerken): een weelderige en een sobere orde:


Slide 4 - Tekstslide

Deze sobere orde vindt de spitsboog uit

Slide 5 - Tekstslide

Waarom is de (spits)boog een belangrijke uitvinding voor de architectuur?

Slide 6 - Open vraag

Opkomst van de steden
  • Betere landbouwtechnieken (meer oogst) = meer tijd voor handel 
  • Door handel gaan mensen zich verplaatsen: steden ontstaan

Slide 7 - Tekstslide

Verstedelijking zorgt voor rijke kerkelijke cultuur

Opkomst van de Gotiek:
  • hoge kathedralen
  •  spitsbogen
  • kruisribgewelven
  • gebrandschilderd glas
  • rijk geornamenteerd (versierd)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Religieuze muziek (kloosters en kerken)
Gregoriaans

  • Eenstemmig, mannen
  • geen duidelijke maat / telling
  • Latijn
  • Eerste versie van het notenschrift (door Guido van Arezzo)

Slide 11 - Tekstslide

Is de muziek op die volgende slide Gregoriaans, ja of nee? Verklaar met 3 argumenten.

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Video

De liturgie
In Latijn = moeilijk te volgen voor het gewone volk. 'Leuker' / beter te volgen door:

-liturgisch drama (ontwikkelt later door in theater)
-ontstaan meerstemmige muziek (gevaarlijk i.v.m. verleiding!)
-ontstaan polyfonie: vorm van meerstemmigheid waarbij alle stemmen gelijkwaardig zijn:

Slide 14 - Tekstslide

1. Zoek een definitie op van polyfonie en noteer hieronder 3 kenmerken.

2. Wat betekent het woord 'liturgie'?

Slide 15 - Open vraag

Wereldlijke muziek
  • kunstliederen van troubadours (eerste singer-songwriters)                                            
  • troubadours (zelf van adel) reizen, later ook verbonden aan hof
  • onderwerp troubadours: Hoofse liefde
  • dansmuziek door speellieden
  • ontstaan van het refrein (herkenbaarheid)


Slide 16 - Tekstslide

Theater en (volks)vermaak in de stad 
  •  steden worden groter, vermaak wordt belangrijker
  •  reizende kermissen, straatartiesten
  • volksfeesten (met stad-eigen tradities)
  • liturgisch drama (theater kwam na eeuwen 
       weer tot leven!) verplaatst naar buiten
  • Mysterie-  en mirakelspelen (volkstoneel, 
       godsdienstig). Vgl. The Passion

Slide 17 - Tekstslide

Beeldende kunst
  • schilderijen zijn 'boeken der leken' (conflict!)
  • in dienst van het geloof
  • bewaard gebleven: beschilderde panelen, beelden, glas-in-lood, mozaïeken 
  • nog geen echt perspectief
  • realisme was onbelangrijk
  • opdrachtgever: de kerk

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk voor de volgende les:

- aandachtig lezen en samenvatten blz. 17 t/m 23 

- filmpjes op de volgende 2 dia's bekijken (crash course over het christelijke geloof) 

Slide 19 - Tekstslide

Start renaissance

Wie was de familie De Medici?

Slide 20 - Tekstslide

In de 15e en 16e eeuw komt de hofkunstenaar op. Schrijvers, schilders, beeldhouwers, componisten en dansmeesters treden op verzoek in dienst van een hof. Ze werken onder een mecenaat en zijn daarmee verzekerd van een inkomen. Wat zouden verder nog voor een kunstenaar de voordelen zijn onder het mecenaat van een hof te werken? Geef twee argumenten.

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Video

Wat waren de belangrijkste begrippen/namen in deze les?

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Verdiepingsstof

filmpje over de (positie van de) hofkunstenaar

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Waardoor kreeg de familie de Medici een invloedrijke positie?

Slide 28 - Open vraag

Wat zette de Medici familie in om hun macht te tonen en te versterken?

Slide 29 - Open vraag

Zoek een kunstwerk die één van deze kunstenaars heeft gemaakt.

Slide 30 - Open vraag