Les 7

Les 7
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Les 7

Slide 1 - Tekstslide



Spreekwoord: 


Achter de                               schijnt de

Achter            wolken                                        zon

Wat is de betekenis van dit spreekwoord?









https://quizlet.com/24516711/hoofdstuk-8-nederlands-in-gang-flash-cards/


Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk:

Leer het gesprekje in de kledingwinkel. Ga naar een kledingwinkel en laat je adviseren over je kleding.

Tekening binnenkant huis.

Zet de woorden van blz. 113 (In en bij het huis) op de tekening of teken het erbij.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video


8.6 Negatie/ negation opdracht 3 blz. 115

Onderstreep in de zinnen van B het zelfstandig naamwoord/ noun

Wanneer gebruik je geen/ niet?

Regels:




Slide 6 - Tekstslide

Regels 'geen':

1 'geen' komt voor een zelfstandig naamwoord/ noun zonder artikel: (de, het, die, dit, dat, deze)
2 'geen' komt voor een zelfstandig naamwoord/ noun met 'een'.

Let op:
Normale zin                                                Negatie
Ik moet een rekening betalen               Ik hoef geen rekening te betalen
Jij moet een nieuw boek kopen            Jij hoeft geen nieuw boek te kopen

Examples: 

B: 1, 2, 5, 8, 9, 12, 14
A: 2, 3, 7, 8, 10, 13, 14


Slide 7 - Tekstslide

Regels 'niet':

1 Vaak aan het einde van de zin
2 Voor een voorzetsel/ preposition
3 Bij 2 werkwoorden/ verbs in de zin, komt 'niet' voor het 2e werkwoord.
4 Voor een bijvoeglijk naamwoord/ adjective.

Let op:
Normale zin                                              Negatie
Mayssa moet het huiswerk maken.   Mayssa hoeft het huiswerk niet te maken.
Said moet de huur betalen.                 Said hoeft de huur niet te betalen.

Examples: 
B: 3, 4, 6, 10, 11, 13
A: 1, 4, 5, 6, 9, 11, 12, 

Slide 8 - Tekstslide

hand-out makelaar

Slide 9 - Tekstslide

Leestekst blz. 121

Slide 10 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 11 bladzijde 121






1 Nu: rood met witte stippen
Vroeger: blauw, wit en grijs

2 Anne:  Rood met wit
Vader en broertje: Paars

3 wc, rokjes, bloezen, broeken, jurk uit Spanje, slaapkamer van Anne, toiletrolhouder

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Huiswerk
Lezen blz. 127
Vocabulaire doornemen 
Maken opdracht 1

Gesprek makelaar oefenen 

Slide 13 - Tekstslide