Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Herhaling Thema 2
Herhaling Thema 2
1 / 37
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
37 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Herhaling Thema 2
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen 2.1
Basisstof 1: Organen van dieren
1. Je kunt organen benoemen in een torso en in een dwarsdoorsnede van de romp.
2. Je kunt organen benoemen in orgaanstelsels van mensen en dieren.
Slide 2 - Tekstslide
Orgaan
Organisme
Orgaanstelsel
Weefsel
Cel
Slide 3 - Sleepvraag
Op de afbeelding hiernaast is een dwarsdoorsnede te zien.
Hoe heet orgaan 3?
A
nier
B
maag
C
lever
D
slokdarm
Slide 4 - Quizvraag
Welk orgaan is dit?
A
Maag
B
Long
C
Darmen
D
Lever
Slide 5 - Quizvraag
De maag hoort bij het...
A
Ademhalingsstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Verteringsstelsel
D
Spierstelsel
Slide 6 - Quizvraag
Leerdoelen 2.2
Basisstof 2: Organen van planten
1. Je kunt de bouw en functie van wortels, stengels en bladeren beschrijven.
2. Je kunt orgaanstelsels van planten noemen met hun functie.
Slide 7 - Tekstslide
Doorsnede blad
microscoop
Huidmondje
: opening voor ademhaling
Nerf
: transportbuisjes voor water, mineralen en glucose
Fotosynthese cellen
: hebben veel bladgroenkorrels om zuurstof en glucose te maken
1
2
3
3
Slide 8 - Tekstslide
Welke stoffen halen planten met hun wortels uit de bodem?
A
Mineralen
B
Water
C
Water en mineralen
D
Water en koolstofdioxide
Slide 9 - Quizvraag
Ademhaling in de bladeren
Via kleine openingen in de bladeren,
de huidmondjes
, geeft een plant
zuurstof
af aan de lucht en nemen ze
koolstofdoxide
op.
Huidmondjes zitten vooral aan de onderkant van een blad.
Slide 10 - Tekstslide
Welke plant zal het langst overleven als de bodem geen mineralen meer bevat?
A
B
C
Slide 11 - Quizvraag
Is het een houtachtige plant of een kruidachtige plant?
Kruidachtig
Houtachtig
Slide 12 - Sleepvraag
Leerdoelen 2.3
Basisstof 3: Weefsels
1. Je weet dat een organisme bestaat uit cellen.
2. Je kunt weefsels van mensen en planten noemen met hun functie.
Slide 13 - Tekstslide
Welke letter is het huidmondje?
A
Q
B
R
C
S
D
T
Slide 14 - Quizvraag
Wat is de functie van een huidmondje?
A
Water opnemen
B
Het maken van voedingsstoffen
C
Zorgen dat een boom groen blijft
D
Het opnemen van koolstofdioxide en afgeven van zuurstof
Slide 15 - Quizvraag
In een boom is één jaarring veel breder dan de andere jaarringen. Wat kan daarvan de oorzaak zijn?
A
Dat kan komen, doordat de boom in dat jaar te lijden had van een rupsenplaag.
B
Dat kan komen, doordat de winter van dat jaar erg koud was.
C
Dat kan komen, doordat de zomer dat jaar erg droog was.
D
Dat kan komen, doordat het voorjaar van dat jaar heel vochtig en warm was.
Slide 16 - Quizvraag
Leerdoelen 2.4
Basisstof 4: Cellen
1. Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun kenmerken en functies.
2. Je kunt de delen van plantaardige cellen benoemen met hun kenmerken en functies.
Slide 17 - Tekstslide
Sleep de onderdelen van de plantaardige cel naar de goede plek.
vacuole
celwand
cytoplasma
celmembraan
bladgroenkorrel
Slide 18 - Sleepvraag
Cellen van dieren hebben een celwand.
A
Goed
B
Fout
Slide 19 - Quizvraag
Welke onderdelen tref je zowel aan in een plantaardige cel als een dierlijke cel? Sleep deze onderdelen naar het gele vak.
Deze onderdelen zitten zowel in een plantaardige cel als een dierlijke cel
Celwand
Celmembraan
Cytoplasma
Bladgroenkorrels
Celkern
Vacuole
Slide 20 - Sleepvraag
Wat is de functie van de celkern? en welk nummer is de celkern?
A
De celkern regelt alles, nr. 2
B
In de celkern is fotosynthese mogelijk, nr 5
C
De celkern geeft stevigheid aan de cel, nr 5
D
De celkern heeft geen functie, nr 4
Slide 21 - Quizvraag
Leerdoelen 2.5
Basisstof 5: De celkern
1. Je kunt de kenmerken van chromosomen noemen.
2. Je kunt de bouw en functie van DNA beschrijven.
Slide 22 - Tekstslide
Chromosomen bestaan voor het grootste gedeelte uit de stof
Slide 23 - Open vraag
Chromosomen bestaan voor een groot deel uit de stof DNA
DNA is verbonden met?
A
Basen paren
B
Gen
C
Allelen paren
D
Chromosomen
Slide 24 - Quizvraag
Zijn de genen in de afbeelding op de juiste manier getekend?
A
Ja
B
Nee
Slide 25 - Quizvraag
Leerdoelen 2.6
Basisstof 6: Celdeling
1. Je kunt beschrijven hoe een cel zich deelt.
2. Je kunt de kenmerken van stamcellen noemen.
Slide 26 - Tekstslide
Hoe heten de cellen die ontstaan na celdeling?
A
Vadercellen
B
Moedercellen
C
Dochtercellen
D
Zooncellen
Slide 27 - Quizvraag
Wat is celdeling?
A
Vorming van nieuwe cellen
B
Vorming van nieuw DNA
C
Vorming van nieuwe erfelijke eigenschappen
D
Vorming van een nieuw leven
Slide 28 - Quizvraag
Bij celdeling is de juiste volgorde:
A
celdeling - dochtercellen - plasmagroei - kerndeling
B
dochtercellen - plasmagroei - kerndeling - celdeling
C
kerndeling - celdeling - dochtercellen - plasmagroei
D
Cellen delen niet
Slide 29 - Quizvraag
Wat zijn stamcellen?
A
spiercellen
B
zenuwcellen
C
cellen die oneindig kunnen delen
D
cellen die maar een paar keer delen
Slide 30 - Quizvraag
Stamcellen kunnen oneindig delen.
Wat is er bijzonder aan embryonale stamcellen?
A
De helft van de cellen deelt zich
B
Die kunnen nog elke type cel worden
C
Die kunnen niet meer delen
D
Die kunnen nooit een even aantal chromosomen hebben
Slide 31 - Quizvraag
Leren Onderzoeken
Leren onderzoeken: De microscoop
1. Je kunt de onderdelen van een microscoop benoemen met hun kenmerken en functies.
2. Je kunt een preparaat maken.
Slide 32 - Tekstslide
In welke volgorde ruim je de microscoop op?
op kleinste objectief zetten
preparaat weghalen
tafel omlaag draaien
microscoop oppakken en wegbrengen
Slide 33 - Sleepvraag
Objectief
Oculair
Diafragma
Sleep de uitleg achter het juiste onderdeel
Een van de onderste lenzen aan een microscoop
Bovenste lens op een microscoop
Hiermee regel je de hoeveelheid licht door de tafel
Slide 34 - Sleepvraag
Wat zie je door de microscoop?
A
Cellen van een ui
B
Cellen van een kiwi
C
Een honingraat
D
Cellen van een bij
Slide 35 - Quizvraag
Het oculair van een microscoop vergroot 10×. Het objectief van deze microscoop vergroot 10×.
Wat is de totale vergroting van deze microscoop?
A
10x
B
100x
C
20x
D
40x
Slide 36 - Quizvraag
Als je een microscoop wil tillen, waar pak je de microscoop?
A
Bij de tubus
B
Bij het statief
C
Bij de tafel
D
Bij de revolver
Slide 37 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Herhaling Organen en cellen
November 2021
- Les met
44 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 1
Thema Organen en cellen 3A
Augustus 2024
- Les met
40 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
RECAP TH1 H2 Organen Cellen
Januari 2024
- Les met
15 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Thema 2: B1 t/m B4 (herhaling)
Oktober 2023
- Les met
47 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
UL 2.6 weefsels 1m/h
Januari 2023
- Les met
39 slides
Biologie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
B2 Boek 1A Thema 1
April 2019
- Les met
16 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1
Thema 3 Organen & cellen
Oktober 2022
- Les met
41 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
B-T2 Uitleg KWT-Voorbereiding PW
November 2023
- Les met
50 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 1