Lesson 8

Lesson 8
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Lesson 8

Slide 1 - Tekstslide

Milan
Dani
Emmanuel
Darius
Mirac
Talha
Julie
Madelief
Lenn
Quinten
Reyhan
Romaisa
Hidde
Ilias
Leandro
Shahan
Zeynep
Noah
Lianne
Trinity
Tobias  
Melanie
Bradley
Jaimy
Siem
Elif
Jos
Floor
Amber 
Teacher
2B

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

lesson goals
At the end of this lesson, 

I will know what modal verbs are 

But first

Slide 4 - Tekstslide

How's it going with you all?
😒🙁😐🙂😃

Slide 5 - Poll

Which pic illustrates your winter break most of all?

Slide 6 - Poll

New Year's resolutions
                                                              QUESTIONS

1. What is Ross's New Year's resolution?
  •  Gossip less
  •  Learn to fly a plane
  •  Learn another language
  •  Stop making fun of people
  •  Do something new every day
2. What is Phoebe's New Year's resolution?
  •  Lose weight
  •  Learn to fly a plane
  •  Learn to play the guitar
  •  Do something new every day
3. What problem does Chandler see with Phoebe's resolution?
  •  It is expensive.
  •  She is afraid of flying.
  •  It will take a long time.
  •  It is dangerous for passengers.


Slide 7 - Tekstslide

Any New Year's resolutions?

Slide 8 - Open vraag

Tests to expect 
Test
When
Counts 
Chapter 2 
17.01.25
x2
Reading test
Test week
x3

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

From the people on the couch, who do you think is British?
A
The host
B
Guest 1 (woman)
C
Guest 2 (man)

Slide 11 - Quizvraag

Why could they tell immediately that the first man was American, do you think?

Slide 12 - Open vraag

Which of the following words are British English? (there's could be more than one correct answer)
A
beer
B
pint
C
pants
D
trousers

Slide 13 - Quizvraag

Which of the following words are American English? (there could be more than one correct answer)
A
soccer match
B
football game
C
sweater
D
sneakers

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Modals verbs
  • Lees p. 117 GRAMMAR 4 MODALS
  • Wat zijn modal verbs?



  • AANTEKENINGEN MAKEN? GEBRUIK p.120 van je boek

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Modal verbs 
Om aan te geven dat je iets kan, moet, mag, zou moeten, niet mag, niet kan etc. etc. gebruik je modale hulpwerkwoorden oftewel modal verbs. 

Een modal verb in zijn eentje komt niet voor: er volgt altijd een ander werkwoord op. Je mag IETS niet, je moet IETS. Dat IETS geef je aan door een ander werkwoord. 

Slide 18 - Tekstslide

Bekijk de volgende zinnen goed. 
I can swim; I learnt is when I was five years old. 
My brother and sister can play football really well 
Can you help me with this? 
I can speak four languages 
On Saturdays, I can stay up late. My parents don't mind. 
You can't park here, look at the sign, it's forbidden. 
You can't talk when the teacher is explaining things 

Slide 19 - Tekstslide

Wat betekenen can en can't?
A
Can = kunnen en mogen, can't is niet kunnen en niet mogen
B
Can = kunnen, can't is niet kunnen
C
Can = mogen, can't = niet mogen
D
Can = moeten, can't = niet moeten.

Slide 20 - Quizvraag

Lees nu deze zinnen 
You must do your homework, it is a school rule. 
We must work hard in school in order to do well. 
He must remember to buy a birthday present for his mother. 
You mustn't spend so much time on your Playstation. 
I mustn't argue with my parents all the time 

Slide 21 - Tekstslide

Wat betekenen must en mustn't?
A
Must betekent mogen, mustn't betekent niet mogen
B
Must betekent moeten, mustn't betekent niet hoeven
C
Must betekent moeten, mustn't betekent niet mogen
D
Must betekent moeten, mustn't betekent mochten

Slide 22 - Quizvraag

Kijk tenslotte naar deze zinnen 
You look tired, you should go to bed earlier.
You should take your school work more seriously
He should be nicer to his parents 
You shouldn't smoke, it's bad for you 
You shouldn't argue with your sister all the time.
I really shouldn't be on my Playstation during class. 

Slide 23 - Tekstslide

Wat betekenen should en shouldn't?
A
Should betekent moeten, shouldn't betekent niet moeten
B
Should betekent zou (eigenlijk) moeten, shouldn't betekent zou (eigenlijk) niet moeten
C
Should betekent zou niet moeten, shouldn't betekent zou moeten
D
Should betekent moeten, shouldn't betekent niet mogen.

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Vorm 
Bijna alle modal verbs, behalve "have to" en "be able to" die je ook moet kennen, hebben maar EEN vorm, voor alle personen. Ze worden altijd gevolgd door een ander werkwoord in de infinitief (hele werkwoord) 

Slide 26 - Tekstslide

Modal verbs
Can & to be able to 
Gebruikt voor possibility, ability, request & permission
We can order pizza if you want.
I can speak 3 languages. Are you able to listen?
Can I go to the bathroom? 


To be able to gebruik je in de betekenis 'in staat zijn iets te doen

Slide 27 - Tekstslide

Modal verbs
Could
Gebruikt voor possibility & polite request
We could do that tomorrow.
Could you pass me my phone, please?

Slide 28 - Tekstslide

Modal verbs
Must, have to and should
Gebruikt wanneer je iets MOET doen en voor adviezen
You must listen to me.
You always have to do your homework.
You should watch Squid Game.

Slide 29 - Tekstslide

Now
Do ex 53, 54 p.116-117
Done?
Slim stampen grammar 4 a.b 

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide