H5 P1 Klimaat en vegatatiezones

 Planning
11:35-11:45 binnenkomst
11:45-12:15 Toets toets week nabespreken
12:15-12:25 introductie nieuw hoofdstuk
12:25-12:45 lmaken blz 86 ( 1 t/m 3)
12:45-12:55 afsluiten
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

 Planning
11:35-11:45 binnenkomst
11:45-12:15 Toets toets week nabespreken
12:15-12:25 introductie nieuw hoofdstuk
12:25-12:45 lmaken blz 86 ( 1 t/m 3)
12:45-12:55 afsluiten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Breedteligging
De breedteligging heeft invloed op het klimaat en de vegetatie in een land.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Gematigd klimaat
Middellandse zeeklimaat
Rond de Middellandse Zee vind je het Middellandse Zeeklimaat.

- In de zomer: warme zomers er valt weinig neerslag.
- In de winter: zachte winters (het wordt niet heel koud).

Vegetatie: palmbomen. Veel planten en bomen die goed tegen de warmte en weinig neerslag kunnen.
Gematigd zeeklimaat
Het gematigd zeeklimaat:
- In de zomer boven de 15 graden
- In de winter is het relatief "warm".

Vegetatie: loofbomen, zoals: eikenbomen.
Landklimaat
In de landen rond Rusland (bijv. Polen en Hongarije) vind je het landklimaat:

- In de zomer: warme zomers.
- In de winter: hele koude winters.

Vegetatie: naaldbomen (die kunnen goed tegen de kou). Hier vind je daarom ook de taiga: Natuurlandschap waar vooral naaldbomen groeien.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Droog klimaat
  • Een gebied waar weinig neerslag valt. Hier heerst een droog klimaat, het steppeklimaat.
Steppe

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koud klimaat
Toendraklimaat
 In gebieden waar de temperatuur in de zomer gemiddeld lager is dan 10 °C, kunnen bomen niet meer groeien. Het is er vele maanden erg koud en de grond is vaak bevroren.

Toendra = een gebied waar alleen grassen en mossen groeien. Dit klimaat wordt het toendraklimaat genoemd.
In het noorden van Europa heerst een koud klimaat.
Hooggebergte klimaat / sneeuwklimaat
Waar de gemiddelde temperatuur het hele jaar onder nul is, vind je een natuurlandschap met alleen maar sneeuw en ijs. 

Dit koude klimaat noem je het sneeuwklimaat of hooggebergteklimaat. 
Bijv. in de Alpen.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zeeklimaat
Middellandse Zeeklimaat

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zuid-Europa
Middelands Zeeklimaat

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Landklimaat

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Landklimaat

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toendraklimaat

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hooggebergteklimaat

Slide 19 - Tekstslide

Uitzondering. Deze toelichten. 
Verschillende klimaten in Europa

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ontstaan seizoenen?
1. Seizoenen ontstaan door de schuine stand van de aarde (aardas). Een ronde om haar eigen as duurt 24 uur. Hierdoor ontstaat dag en nacht.

2. De aarde draait om de zon, hier doet ze 365 dagen over.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies