In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Module 11,
Financiën en administratie
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Je kan de theorie over administratie en financiën toepassen op de vragen
Je kan in eigen woorden uitleggen wat je voor module 9 moet doen en hiermee aan de slag.
Slide 2 - Tekstslide
Wat wordt er verstaan onder 'leefgeld'?
Slide 3 - Open vraag
Naar wie kun je de cliënt doorverwijzen voor schuldhulpverlening?
A
Naar de bank
B
Naar de gemeente
C
Naar de rechtbank
D
Naar het NIBUD
Slide 4 - Quizvraag
Agnes Hoog leeft in een woongroep. Zij woont begeleid omdat zij geboren is met het syndroom van Down. Hoewel ze grotendeels kan functioneren in de maatschappij heeft zij op een aantal levensgebieden ondersteuning nodig. Zo ook bij het op orde houden van de financiën en administratie.
Noem welke houding Agnes zou moeten hebben die positief bij kan dragen aan financiële zelfredzaamheid?
Slide 5 - Open vraag
Noem minimaal 5 financiële vaardigheden die Agnes zou moeten aanleren zodat zij zelfstandig haar administratie en financiën op orde kan houden?
Slide 6 - Open vraag
In de eerste aflevering van de serie 'Schuldig' die jullie vorige week bekeken hebben zie je in de eerste 2 minuten al problemen opdoemen .
Welke financiële vaardigheden missen de bewoners die bij Paul op bezoek gaan in ieder geval?
Slide 7 - Open vraag
De thuisbegeleiding bij financiën en administratie verloopt in 4 fases. Zet in de juiste volgorde. Evalueren - begeleidingsplan opstellen - observeren en informatie verzamelen - begeleidingsplan uitvoeren.
Slide 8 - Open vraag
Hoe kun je de inkomsten en uitgaven op overzichtelijke wijze bijhouden?
A
Met een jaarrekening
B
met een kasboek
C
met een netwerkschema
D
met een subsidiewijzer
Slide 9 - Quizvraag
Wat kunnen redenen zijn om een bewindvoerder aan te stellen? Noem er minimaal 3
Slide 10 - Open vraag
Bij het ordenen van administratie ga je volgens 3 stappen te werk. Welke 3 stappen zijn dit?
Slide 11 - Open vraag
Stan is vanwege een verslaving niet in staat om zelfstandig zijn financiën te beheren. Welke ondersteuning is dan zinvol?
A
Internetbankieren
B
Opname in een kliniek
C
Financiële bewind voering
D
Toeslagen
Slide 12 - Quizvraag
Stelling I: De dader van financieel misbruik is meestal geen bekende van de cliënt. Stelling II: Je kunt financieel misbruik melden bij het advies- en meldpunt Veilig Thuis. Welke stelling is juist?
A
Alleen I is juist
B
Alleen II is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist
Slide 13 - Quizvraag
Welke uitspraak over financiële bewindvoering is juist?
A
Bemoeizorg is een vorm van schuldhulpverlening
B
Een bewindvoerder wordt door een rechter aangesteld
C
Een familielid kan geen bewindvoerder zijn voor de cliënt
D
Schuldhulpverlening gaat altijd samen met financiële bewindvoering