Monopolie

De monopolist
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

De monopolist

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Je kan uitleggen wat een monopolie is 
  • Je kan uitleggen wat prijsdiscriminatie is 
  • Je kan de gevolgen van prijsdiscriminatie berekenen  

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken
  • Een product bij één aanbieder 
  • Er zijn niet zo veel monopolisten 
  • Bijna monopolisten zijn er veel meer denk aan: 
  • Google, Microsoft, Android, Apple, NS, Arriva, Vitens 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom bestaat de monopolie?
  • Door de regering aangewezen (Wettelijke monopolie) 
  • Patent of octrooi aangevraagd (Juridische Monopolie) 
  • Natuurlijke monopolie, omdat het simpelweg niet handig is dat er meerdere waterleidingbedrijven bestaan 
  • Collectieve monopolie wordt ook wel kartel genoemd. Dit is verboden binnen de Europese unie 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prijsdiscriminatie
  • Aanbieder biedt hetzelfde product aan voor een andere prijs 
  • Vliegtickets in de winter vs last minute 
  • Prijzen discrimineren op leeftijd 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prijsdiscriminatie
  • Jongeren tot 25 jaar krijgen korting 
  • Een concertkaartje voor jongeren kost 15 euro 
  • Een concertkaartje voor ouderen kost 40 euro 
  • Kaartjes worden gemerkt, bij twijfel om legitimatie gevraagd. 
  • Hierdoor worden markten duidelijk gescheiden 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorwaarden
  • Deelmarkten moeten gescheiden zijn 
  • De vraag op de deelmarkt moet voldoende elastisch zijn, anders heeft een verlaging van de prijs weinig effect. 
  • Als de aanbieder op de andere deelmarkt zijn prijs verhoogt moet deze niet al te elastisch zijn, anders heeft de prijsverhoging negatieve invloed op de totale omzet. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deelmarkt 1: de jongeren
Oude afzet 2000 oude prijs €35
Nieuwe afzet 6000 nieuwe prijs €15
Wat is de prijselasticiteit?
A
-3.5
B
-3.6
C
-4
D
-4.2

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deelmarkt 2: de ouderen
Oude afzet 10.000 oude prijs €35
Nieuwe afzet 9500 nieuwe prijs €40
Bereken de prijselasticiteit?
A
-0.25
B
-0.35
C
-0.50
D
-0.45

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij een vaste verkoopprijs is de marginale opbrengst altijd gelijk aan de verkoopprijs
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is waar over de marginale kosten?
A
Zijn onafhankelijk van de constante kosten
B
Zijn gelijk aan MO
C
Nemen af als de productie stijgt
D
Nemen toe als de productie stijgt.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

maximale omzet als:
A
MO=0
B
MO=MK
C
GO=GTK
D
MK=GTK

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat bereken je met MO=MK
A
De hoeveelheid producten voor maximale winst
B
De P voor maximale winst
C
Hoe groot je winst is.
D
De P waar je geen winst, maar ook geen verlies maakt

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De maximale winst
is € ....
A
125
B
400
C
625
D
1250

Slide 14 - Quizvraag

(50x25) - (25 x 25)
Wat is er aan de hand bij een Break-even punt?
A
De variabele kosten zijn gelijk aan de vaste kosten
B
MO = MK
C
De totale kosten zijn gelijk aan de totale opbrengsten
D
De Constante kosten zijn dan nul

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit is een voorbeeld van ?
A
prijsdiscriminatie
B
prijsdifferentiatie
C
productdifferentiatie

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De maximale prijs die de consument wil betalen, noemen we:
A
consumenten surplus
B
verkoopprijs
C
betalingsbereidheid
D
consumentenprijs

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de prijs bij maximale winst?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies