Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
5. Thema 6 herhaling
5. Thema 6 herhaling
1 / 31
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Taal
Basisschool
Groep 5,6
In deze les zitten
31 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
5. Thema 6 herhaling
Slide 1 - Tekstslide
Peter fietst vandaag naar school.
A
ik vorm: fietst, hele ww: fietsen
B
ik vorm: fiets, hele ww: fietsen
C
ik vorm: peter, hele ww: vandaag
D
ik vorm: peter, hele ww: school
Slide 2 - Quizvraag
De jongens rennen door de woonkamer
A
ik vorm: ren, hele ww: rennen
B
ik vorm: rennen, hele ww: rennen
C
ik vorm: de jongens, hele ww: rennen
D
ik vorm: rennen, hele ww: woonkamer
Slide 3 - Quizvraag
Pietje hoort geluiden beneden.
A
ik vorm: hoort, hele ww: horen
B
ik vorm: pietje, hele ww: geluiden
C
ik vorm: hoor, hele ww: horen
D
ik vorm: pietje, hele ww: beneden
Slide 4 - Quizvraag
Ik loop naar school. Wij lopen naar school.
Welk deel is veranderd?
A
Het onderwerp en het werkwoord
B
Het onderwerp en het zelfstandig naamwoord
C
Het onderwerp en het lidwoord
D
Het onderwerp en het bijvoegelijk naamwoord
Slide 5 - Quizvraag
De vriendelijke man ......... de hele tijd.
Wat vul ik in op de puntjes
A
praten
B
praat
Slide 6 - Quizvraag
Pietje en Klaasje ........ een lekker broodje
Wat vul ik in op de puntjes?
A
eten
B
eet
C
at
Slide 7 - Quizvraag
De gouden ring is erg mooi.
Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
A
ring
B
de
C
erg
D
gouden
Slide 8 - Quizvraag
Hij heeft een prachtige zilveren armband gekocht.
Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
A
heeft
B
zilveren
C
armband
D
prachtige
Slide 9 - Quizvraag
De lekkere hapjes staan te wachten op de houten tafel.
Wat is het stoffelijk bijv. naamwoord?
A
lekkere
B
hapjes
C
houten
D
tafel
Slide 10 - Quizvraag
Figuurlijk of letterlijk?
De man geeft hem een koude blik
A
figuurlijk
B
letterlijk
Slide 11 - Quizvraag
Figuurlijk of letterlijk?
Uit de kraan komt koud water
A
Figuurlijk
B
Letterlijk
Slide 12 - Quizvraag
Uit de ijzeren fontein spuit water
A
Figuurlijk
B
Letterlijk
Slide 13 - Quizvraag
6. Thema 6 herhaling
Slide 14 - Tekstslide
Wat is de afleiding?
Je bent een beeldig kind
A
beeldig
B
bent
C
kind
D
je
Slide 15 - Quizvraag
Wat is de afleiding?
Dat is echt oneerlijk
A
dat
B
echt
C
is
D
oneerlijk
Slide 16 - Quizvraag
Wat is de afleiding?
U kunt heropenen
A
U
B
kunt
C
heropenen
Slide 17 - Quizvraag
Hoe vind ik de persoonsvorm in een zin?
A
De zin vragend maken
B
De zin husselen
C
De zin omdraaien
D
Altijd het eerste woord in een zin
Slide 18 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm in de zin:
Hij loopt naar school
A
Hij
B
loopt
C
naar
D
school
Slide 19 - Quizvraag
Loopt hij naar school?
Slide 20 - Tekstslide
Wat is de persoonsvorm in de volgende zin:
Wendy wijst en Cyril kijkt
A
wijst
B
kijkt
C
wijst, kijkt
D
Wendy, Cyril
Slide 21 - Quizvraag
Wijst Wendy? Kijkt Cyril?
Slide 22 - Tekstslide
Is deze zin enkelvoudig of samengesteld?
Zij zien een lange man en hij heeft een koffer.
A
enkelvoudig
B
samengesteld
Slide 23 - Quizvraag
Wat zijn dan de persoonsvormen in de zin?
Zij zien een lange man en hij heeft een koffer.
A
zij, hij
B
lange, koffer
C
zien, heeft
D
zien, lange
Slide 24 - Quizvraag
Samengesteld of enkelvoudig?
Pietje is blij, want hij heeft een compliment gekregen.
A
Samengesteld
B
Enkelvoudig
Slide 25 - Quizvraag
Enkelvoudig of samengesteld?
Dokter Pietje is onze specialist in gebaren.
A
samengesteld
B
enkelvoudig
Slide 26 - Quizvraag
Wat is de stam + uitgang van de persoonsvorm in de zin:
Hij wordt later heel lang.
A
hij
B
later
C
wordt
D
word+t
Slide 27 - Quizvraag
Wat is de stam + uitgang van de persoonsvorm in de zin:
Hij eet veel.
A
hij
B
eet
C
eet+t
D
eten
Slide 28 - Quizvraag
Wat is de stam + uitgang van de persoonsvorm in de zin:
Hij leert dat gezond eten belangrijk is.
A
leert
B
leer+t
C
leren
D
Leer
Slide 29 - Quizvraag
Waar staan de aanhalingstekens goed?
A
'Wie ben' jij? vraagt de hond.
B
Wil je met mij 'spelen' , vraagt de hond.
C
'Ik ben de baas' ,zegt de wolf.
D
Ik ben bang, 'zegt de wolf'
Slide 30 - Quizvraag
Waar staan de aanhalingstekens goed?
A
Wees voorzichtig 'met oogcontact!', zegt Pietje
B
Ren er maar heel hard langs, 'zegt haar moeder'
C
'Ik heb' honger! , zegt Pietje
D
'Bedankt voor je complimentje!' , zegt Klaasje
Slide 31 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Taal thema 6 taalverzorging
Mei 2022
- Les met
18 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
Herhaling woordsoorten
Juni 2023
- Les met
30 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Taal: Thema 6 herhaling week 1-3
Mei 2023
- Les met
36 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
Spelling persoonsvorm in de tt
Juni 2019
- Les met
36 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
herhalen thema 6
Maart 2023
- Les met
32 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
taal thema 7, les 19 pv op d, t of dt
Maart 2024
- Les met
17 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
B1M1 - Het zelfstandige naamwoord (herhaling lagere school)
September 2022
- Les met
18 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Taal groep 6A
Maart 2021
- Les met
15 slides
Taal
Basisschool
Groep 6