koppel-/weglatingsteken en tussenletters NN6 h/v2

schriftelijke overhoring
koppel-/weglatingsteken 
en
tussenletters in samenstellingen

NN6 spelling h3 en h4
h/v 2

1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

schriftelijke overhoring
koppel-/weglatingsteken 
en
tussenletters in samenstellingen

NN6 spelling h3 en h4
h/v 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord is GOED geschreven?
A
Den-Haag
B
batterij-oplader
C
$-teken

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord is GOED geschreven?
A
kant en klaar maaltijd
B
kantenklaar maaltijd
C
kant-en-klaarmaaltijd
D
kant-en-klaar-maaltijd

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord is NIET GOED geschreven?
A
politieagent
B
radio-amateur
C
koffieapparaat
D
café-ingang

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord is NIET GOED geschreven?
A
niet roker
B
leerling-timmerman
C
oud-leerling
D
antiroker

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord is GOED geschreven?
A
minister-president
B
roomskatholiek
C
chefkok
D
anti Duits

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar is het weglatingsstreepje GOED gebruikt?
A
Engelse- of muntdrop
B
plantaardige- en olijfolie
C
invoer en -voer
D
hoofd- en bijzaken

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord is GOED geschreven?
A
60-plusser
B
20pluskaas
C
60'plusser
D
20+kaas

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk gebied is GOED geschreven?
A
Zuid Holland
B
Zeeuws-Vlaanderen
C
Noord-Westen wind
D
noord-italië

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is GOED geschreven?
A
huis vrouwen en huis mannen
B
huis vrouwen en mannen
C
huis vrouwen en -mannen
D
huisvrouwen en -mannen

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruik je het weglatingsstreepje?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom zou 'oud Hollands gebak' niet zo goed verkopen?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom schrijf je 'proactief' aan elkaar en 'pro-Amerikaans' met een koppelteken?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke woord is GOED gespeld?

A
EU landen
B
EU-landen

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De koppeltekens in doe-het-zelfzaak
zijn juist gebruikt.
A
Eens
B
Oneens

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In het woord
'ex + roker'
moet een koppelteken geplaatst worden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In het woord
'T + shirt'
moet een koppelteken geplaatst worden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is het onderstaande woord juist gespeld?

dinsdag- en woensdagavond
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is het onderstaande woord juist gespeld?

wieler- en fietswedstrijden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is het onderstaande woord juist gespeld?

mooie- en lelijke boeken
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom schrijf je Oost-Vlaanderen met een koppelteken?
A
Omdat je een deel van een woord weglaat.
B
Omdat het een samenstelling is van twee gelijkwaardige woorden.
C
Bij aardrijkskundige namen of woorden die ervan afgeleid zijn
D
Omdat je sommige klinkers ook samen kunt uitspreken ('botsende klinkers').

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke regel hoort bij de samenstelling groentesoep?



A
Het eerste deel heeft een meervoud op -s én op -en.
B
Het eerste deel heeft geen meervoud.
C
Het eerste deel is geen zelfstandig naamwoord.
D
Het eerste deel verwijst naar iets waarvan er maar één is.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord is GOED gespeld?

A
retegoed
B
retengoed

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord is GOED gespeld?

Samenstelling: gezelschap + spel

A
gezelschapspel
B
gezelschapsspel

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Berensterk toiletpapier

Goed of fout?
A
Goed
B
Fout

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord is GOED gespeld?

Samenstelling: huil + balk

A
huilebalk
B
huilenbalk

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke regel hoort bij de samenstelling
zonnestelsel?



A
Het eerste deel heeft een meervoud op -s én op -en.
B
Het eerste deel heeft geen meervoud.
C
Het eerste deel is geen zelfstandig naamwoord.
D
Het eerste deel verwijst naar iets waarvan er maar één is.

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke regel hoort bij de samenstelling
gedachtesprong?



A
Het eerste deel heeft een meervoud op -s én op -en.
B
Het eerste deel heeft geen meervoud.
C
Het eerste deel is geen zelfstandig naamwoord.
D
Het eerste deel verwijst naar iets waarvan er maar één is.

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke regel hoort bij de samenstelling knarsetanden?



A
Het eerste deel heeft een meervoud op -s én op -en.
B
Het eerste deel heeft geen meervoud.
C
Het eerste deel is geen zelfstandig naamwoord.
D
Het eerste deel verwijst naar iets waarvan er maar één is.

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord is GOED gespeld?

A
nek-aan-nekrace
B
nek-aan-nek-race

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord is GOED gespeld?

A
beregezellig
B
berengezellig

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf de woorden zo mogelijk aan elkaar.

rij + examen

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf de woorden zo mogelijk aan elkaar.

politie + academie

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf de woorden zo mogelijk aan elkaar.

anti + roker

Slide 34 - Open vraag

Net als antichrist.

De antichrist is hij die de Vader en de Zoon verloochent.
Schrijf de woorden zo mogelijk aan elkaar. Laat weg wat je mag weglaten en plaats zo nodig een koppelteken of weglatingsstreepje.
keelarts, neusarts en oorarts (NIET afkorten!)

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf de woorden zo mogelijk aan elkaar. Laat weg wat je mag weglaten en plaats zo nodig een koppelteken of weglatingsstreepje.
huis aan huis blad

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is het verschil tussen:
rode wijnglazen/rodewijnglazen?

Slide 37 - Open vraag

Rode wijnglazen zijn wijnglazen die een rode kleur hebben. 
Rodewijnglazen zijn glazen voor rode wijn.

Wat is het verschil tussen:
grote stadsbewoner/grotestadsbewoner

Slide 38 - Open vraag

Een grotestadsbewoner is een inwoner van een grote stad.
Een grote stadsbewoner is een grote inwoner van een stad.
Wat betekent de tekst op deze afbeelding?

Slide 39 - Open vraag

Dat betekent dat je zout moet strooien (gebiedende wijs);
De juiste schrijfwijze is: strooizout
Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

rijst+vlaai

Slide 40 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

montage+ afdeling

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

stad +schouwburg

Slide 42 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

plat + grond

Slide 43 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

knarsen+ tanden

Slide 44 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

geboorte + golf

Slide 45 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

gerst + pap

Slide 46 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

opname + wagen

Slide 47 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf het woord korter op. Gebruik een weglatingsstreepje als dat kan.

chocoladetaart of chocoladepudding

Slide 48 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf het woord korter op. Gebruik een weglatingsstreepje als dat kan.

hoofdletters en kleine letters

Slide 49 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf het woord korter op. Gebruik een weglatingsstreepje als dat kan.

Europees kampioenschap en wereldkampioenschap

Slide 50 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

stad + sport + hal

Slide 51 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

aap + rots
A
aperots
B
apenrots

Slide 52 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies