Jeelo 1768

• Begrijpend lezen
• Basisschool
• Groep 7

Bron 1768 Kampioen kilometers vreten 

We kijken naar een filmpje

Hoeveel kilometer heeft Mathijs al afgelegd?

Hoeveel kilometer spoor loopt er door Nederland?

Tot hoe laat duurt de wedstrijd?

Wat krijgt de winnaar?

http://jeugdjournaal.nl/artikel/811387-treinenfans-houden-wedstrijd-treinreizen.html

De antwoorden

1. 450 kilometer

2. Ruim 6000 km

3. 's nachts 4 uur

4. 1 jaar lang in het weekend gratis 

Doel van de les 

Leesdoel: 

Je weet wat de wedstrijd ‘kilometer vreters’ inhoudt en je komt wat te weten over hoe er met een trein gereisd wordt.

 Lesdoel:

    Aan het einde van de les heb je geoefend met

    verwijswoorden.

Zoek de woorden op in de tekst

het krieken van de dag

in de wacht slepen

intercity 

OV chipkaart

sprinter

strategie 

Pak een chromebook! 

het krieken van de dag

1. het weekend
2. 's morgens heel vroeg
3. 's avonds laat
4. 's middags om twaalf uur

in de wacht slepen

1. iets krijgen of iets winnen
2. in een wachtrij staan
3. iets mee naar binnen nemen
4. vals spelen

intercity

1. een trein die overal stopt
2. een groot station in een grote stad
3. een snelle verbinding tussen steden
4. een trein die naar het buitenland reist

OV chipkaart

1. een betalingsmiddel voor in de bus en trein
2. een papieren stempelkaart

Sprinter

1. een super snelle trein die niet tussendoor stopt
2. een trein die op meerdere plekken stopt

Strategie

1. manier hoe je iets doet of aanpakt
2. een bord spel

De leerkracht leest de hele tekst voor 

Verwijswoorden

De leerkracht doet het voor: 

Wat is volgens jou
een verwijswoord?

In tweetallen:
Welke verwijswoorden hebben jullie gevonden in de alinea?

Aan de slag met het werkblad! 

In tweetallen! 

Zou jij mee willen doen aan de wedstrijd? Waarom wel of niet?

Deel 2 

Lees de bron nog een keer goed zodat je weer weet waar het over gaat! 

Dit deel bevat denkvragen

Het doel van dit deel is dan ook om na te denken over de tekst. 

Ben jij wel eens met de trein geweest? Wat je is ervaring hiermee?

De bron gaat over een wedstrijd. Wat is het doel van deze wedstrijd?

Wat zou jij doen om deze wedstrijd te winnen? Waar zoek je de informatie om te kunnen winnen?

In de tekst staat het woord intercity.
Wat is een intercity? Hoe weet je dat?

Waar zou je deze tekst kunnen lezen?

1. in een handleiding van een modeltrein
2. op een verpakking
3. in een biografie
4. in een tijdschrift van de NS

Wat is het doel van de schrijver?

1. de lezer amuseren
2. de lezen overtuigen
3. de gevoelens van de schrijver vertellen
4. de lezer informeren