H5 herhaling
1 / 22
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
In Nederland hebben wij
A
Een planeconomie
B
Een vrijemarkteconomie
C
Een sociale markteconomie
Slide 7 - Quizvraag
Wat is geen reden voor de overheid om collectieve goederen te leveren?
A
De overheid wilt de kwaliteit in eigen hand houden.
B
De overheid wil winst maken met deze goederen.
C
Het is voor bepaalde voorzieningen niet mogelijk om iedereen apart te laten betalen.
D
De overheid vindt het voor de samenleving belangrijk dat deze goederen voor iedereen betaalbaar zijn.
Slide 8 - Quizvraag
Welke 2 kenmerken hebben collectieve goederen?
Slide 9 - Open vraag
Welke uitgave van de overheid zal bij een tekort steeds groter worden?
Slide 10 - Open vraag
Bereken het tekort/overschot
Slide 11 - Open vraag
Wat is geen voorbeeld van een directe belasting?
A
Accijns
B
Vennootschaps
belasting
C
Inkomstenbelasting
Slide 12 - Quizvraag
Waarom heft de overheid accijns?
Slide 13 - Open vraag
Geef een voorbeeld van een niet-financiële maatregel waarmee de overheid het roken probeert af te remmen.
Slide 14 - Open vraag
Het verhogen van de accijnzen kan zorgen voor minder uitgaven voor de overheid. Leg dit uit.
Slide 15 - Open vraag
Het aantal rokers in Xaviland is t.o.v. 2015 met 35% gedaald tot 125 mensen in 2016.
Bereken het aantal rokers in 2015.
Bereken het aantal rokers in 2015.
Slide 16 - Open vraag
Wat is het verschil tussen sociale verzekeringen en sociale voorzieningen?
Slide 17 - Open vraag
Wat is een voorbeeld van een volksverzekering?
A
Werkloosheidsuitkering
B
Ziektewetuitkering
C
AOW
Slide 18 - Quizvraag
Als ik klaar ben met studeren en geen baan kan vinden, kan ik een ww-uitkering aanvragen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 19 - Quizvraag
Kabinet denkt aan publiek gefinancierde kinderopvang.
Leg uit hoe dit het vergrijzingsprobleem deels kan oplossen.
Leg uit hoe dit het vergrijzingsprobleem deels kan oplossen.
Slide 20 - Open vraag
Slide 21 - Open vraag
Geef een reden voor
dit prijsverschil.
dit prijsverschil.
