§9, 10: Historische achtergrond (1500-1700) + De Renaissance

Alle opdrachten van hoofdstuk 1 af?

(WB 1, 3.2abce, tussentoets §1-3, 5, 6.1, 6.2abc, tussentoets §4-7, eindtoets hoofdstuk 1)
A
Ja, alles af!
B
Bijna alles af, één of twee opdracht nog niet.
C
Ongeveer de helft
D
Niet (echt)
1 / 30
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Alle opdrachten van hoofdstuk 1 af?

(WB 1, 3.2abce, tussentoets §1-3, 5, 6.1, 6.2abc, tussentoets §4-7, eindtoets hoofdstuk 1)
A
Ja, alles af!
B
Bijna alles af, één of twee opdracht nog niet.
C
Ongeveer de helft
D
Niet (echt)

Slide 1 - Quizvraag

Welk begrip past niet bij de Middeleeuwen?
A
Romaanse stijl
B
Gotische stijl
C
Humanisme
D
Hoofse roman

Slide 2 - Quizvraag

Het leenstelsel uit de Middeleeuwen wordt ook wel het ______ stelsel genoemd.

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Een kunstvorm waarbij vaak op humoristische wijze maatschappijkritiek of kritiek personen wordt gegeven, noemen we een ________.

Slide 5 - Open vraag

Welke personages uit Reinaert de vos ken je nog?

Slide 6 - Woordweb

Wie zien we hier NIET?
A
Bruun
B
Reinaert
C
Cuwaert
D
Tibeert

Slide 7 - Quizvraag

Welke bouwstijl
is dit?
A
Romaans
B
Barok
C
Gotiek
D
Neogotiek

Slide 8 - Quizvraag

God stond centraal in de maatschappij.

Welke term hoort hierbij?

Slide 9 - Open vraag

Een roman waar de ridder meer verfijnd en 'hoffelijk' was noemen we een _______ roman.

Slide 10 - Open vraag

Wie ben ik?

Slide 11 - Open vraag

De bekendste Frankische of Karelroman noemen we:
A
De jeeste van Karel
B
Karel ende Elegast
C
Een liedekijn van Karel
D
Karel en de Steen der Wijzen

Slide 12 - Quizvraag

§9: Historische achtergrond

Slide 13 - Tekstslide

Na de Middeleeuwen
  1. Feodale stelsel maakte plaats voor centraal geregeerde staten.

  2. De burgerij werd steeds machtiger.

  3. De kerk viel uiteen in katholieken en protestanten.
    Er volgenden diverse godsdienstoorlogen tot in de 17e eeuw.
     --> Gevolg?
1
1566
Beeldenstorm

Slide 14 - Tekstslide

Republiek der zeven verenigde Nederlanden (1586-1795)
- Gewest Holland maakte de dienst uit
- Kwamen regelmatig bijeen om gezamenlijk te vergaderen (De Staten Generaal).
- Machtigste man was de landsadvocaat / raadspensionaris van Holland (Johan van Oldenbarnevelt en Johan de Witt).
Amsterdam
Centrum van de macht en welvaart
2

Slide 15 - Tekstslide

3

Slide 16 - Tekstslide

Plakkaat van Verlatinge (1581)
Met het Plakkaat van Verlatinge, ook wel de akte van Afzwering genoemd, namen de noordelijke gewesten tijdens de Tachtigjarige Oorlog afstand van de Spaanse koning Filips II. Het stuk uit 1581 markeert daarmee de geboorte van de Republiek der Verenigde Nederlanden.
4

Slide 17 - Tekstslide

Willem van Oranje
  • Edelman, tegenstander van Filips II
  • Vluchtte na de Beeldenstorm
  • Streed vanuit Duitsland, voerde ook propaganda (Wilhelmus)
  • 'Vader des vaderlands'
  • Stadhouder (1572 - 1584)
Strijd met raadspensionaris
Stadhouders streefden naar een centraal geregeerde staat, raadspensionarissen verdedigden de gewestelijke autonomie.
5

Slide 18 - Tekstslide

1584
Moord op Willem van Oranje door Balthasar Gerards.
6

Slide 19 - Tekstslide

Gouden eeuw
  • Het noorden beleefde een gouden eeuw op het gebied van kunst, economie en wetenschappen.

  • Tachtigjarige oorlog (1568-1648) eindigde met de vrede van Münster.
7

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

§10: De Renaissance

Slide 22 - Tekstslide

Kunst en cultuur
  • Renaissance = ...
  • 14e eeuw, Italië
  • Terugkijken naar het glorierijke verleden: de Romeinse tijd en de daaraan voorafgaande Griekse cultuur
  • bestudeerd door de humanisten
1

Slide 23 - Tekstslide

3 kenmerken

Slide 24 - Tekstslide

1. Antropocentrisme
  • <> theocentrisme

  • Menselijke prestaties waren niet langer ingegeven door God, maar kwamen uit de persoon zelf voort.



2

Slide 25 - Tekstslide

2. Individualisme
  • Ieder was een individuele persoonlijkheid die tot grootse dingen in staat was, niet dankzij de gemeenschap waarin hij leefde, maar door zijn eigen verstand en wilskracht
3

Slide 26 - Tekstslide

3. Empirisme
  • Het zelf onderzoeken/willen uitvinden hoe de natuur en de wereld in elkaar zitten.

  • Bloei van de wetenschap

4

Slide 27 - Tekstslide

Geloof
  • O.b.v. individualisme en het empirisme

  • Hervormingen: Luther, Calvijn, afscheiding Anglicaanse kerk

  • Let op: nog steeds veel analfabeten!
5

Slide 28 - Tekstslide

Homo universalis

Ultieme doel: uitblinken op alle gebieden van de menselijke cultuur

Voorbeeld: Leonardo Da Vinci (echte empirist)

6

Slide 29 - Tekstslide

Aan de slag!
- WB 9
- WB 10.1bc
- WB 10.2

Kijk bovendien goed of je alle opdrachten van hdst. 1 hebt afgerond.




Slide 30 - Tekstslide