Objectief waarnemen en formuleren

Objectief waarnemen en formuleren
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Objectief waarnemen en formuleren

Slide 1 - Tekstslide

Objectief en eenduidig
Bij het formuleren moet je beschrijving objectief en eenduidig zijn. Je eigen mening, oordeel of interpretatie doet er niet toe in een proces-verbaal/waarneming, het gaat om de feiten.

Slide 2 - Tekstslide

Objectief waarnemen en formuleren
Als je bijvoorbeeld bij een melding van een auto-inbraak komt, is een opmerking 'de ruit is ingeslagen met een steen', niet juist. Het enige wat je zeker weet, is dat de ruit kapot is, dat er overal scherven liggen en dat er een steen op de achterbank ligt.

Slide 3 - Tekstslide

Objectief 
Onafhankelijk van de waarneming of voorkeuren van personen: als er geen interpretatie bij nodig is. Objectieve waarnemingen zijn altijd te controleren op juistheid.

Joost heeft een lengte van 1.92

Slide 4 - Tekstslide

Subjectief
Bij subjectieve waarnemingen wordt een eigen mening, een gevoel, een vermoeden of een waardeoordeel toegepast.

Joost is een grote man

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht: 'Objectief of subjectief'
Ga aan de slag met het werkblad!

Slide 6 - Tekstslide

Antwoorden 
Opdracht objectief en subjectief

Slide 7 - Tekstslide

Groot
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 8 - Quizvraag

Prachtig
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 9 - Quizvraag

Oranje
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 10 - Quizvraag

Hout
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 11 - Quizvraag

25 graden
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 12 - Quizvraag

Lomp uiterlijk
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 13 - Quizvraag

Donker
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 14 - Quizvraag

Snel
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 15 - Quizvraag

Dik
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 16 - Quizvraag

Vies
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 17 - Quizvraag

1.80
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 18 - Quizvraag

Klein
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 19 - Quizvraag

Sportief
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 20 - Quizvraag

4 bij 4 meter
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 21 - Quizvraag

Een dikke auto
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 22 - Quizvraag

Een knap meisje
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 23 - Quizvraag

Koud
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 24 - Quizvraag

15 centimeter dik
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 25 - Quizvraag

Warm
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 26 - Quizvraag

Gezellige boel
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 27 - Quizvraag