Les 6: Toets Meetkunde

Toets

Welkom bij de toets meten en meetkunde
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Toets

Welkom bij de toets meten en meetkunde

Slide 1 - Tekstslide

In deze toets krijg je veel verschillende vragen over wat je de afgelopen weken hebt geleerd. Dit gebruiken we voor een beoordeling in Profijt. 

Je mag een rekenmachine gebruiken. 

Klaar? Werk in Numo aan rekenen. 

Veel succes!

Slide 2 - Tekstslide

Hoe noem je dit meet-instrument?
A
Liniaal
B
Rolmaat
C
Meetlint
D
Duimstok

Slide 3 - Quizvraag

Hoe noem je dit meet-instrument?
A
Meetlint
B
Duimstok
C
Rolmaat
D
Liniaal

Slide 4 - Quizvraag

Een millimeter is ongeveer net zo dik als.....
A
een tafelblad
B
een teen
C
een nagel
D
een duim

Slide 5 - Quizvraag

De goede volgorde van klein naar groot is:
A
centimeter, millimeter, meter, kilometer
B
kilometer, meter, centimeter, millimeter
C
millimeter, meter, centimeter, kilometer
D
millimeter, centimeter, meter, kilometer

Slide 6 - Quizvraag

Hoeveel centimeter passen er in 1 meter?
A
1
B
10
C
100
D
1000

Slide 7 - Quizvraag

1 meter is ongeveer.....
A
net zo lang als eens voet
B
één grote stap
C
net zo hoog als de deur
D
net zo dik als je duim

Slide 8 - Quizvraag

Als ik wil weten hoe groot ik ben, dan meet ik mijn....
A
Breedte
B
Lengte
C
Dikte
D
Hoogte

Slide 9 - Quizvraag

Hoe lang is een kilometer?
A
10 meter
B
100 meter
C
1000 meter
D
10.000 meter

Slide 10 - Quizvraag

De afstand van huis naar school meet je in....
A
millimeters
B
centimeters
C
meters
D
kilometers

Slide 11 - Quizvraag

Hoeveel cirkels zie je hier?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 12 - Quizvraag

Hoeveel rechthoeken zie je hier?
A
11
B
12
C
13
D
14

Slide 13 - Quizvraag

Welk voorwerp heeft de vorm van een balk?
A
B
C
D

Slide 14 - Quizvraag

Welk voorwerp heeft de vorm van een kubus?
A
B
C
D

Slide 15 - Quizvraag

Welk voorwerp heeft de vorm van een bol?
A
B
C
D

Slide 16 - Quizvraag

Welk voorwerp heeft de vorm van een piramide?
A
B
C
D

Slide 17 - Quizvraag

Ruimtelijke figuren (3D)
Piramide
Balk
Bol
Kubus

Slide 18 - Sleepvraag

Figuren kunnen we indelen in vlakke figuren en ruimtefiguren.
Sleep de namen van de figuren naar de juiste plek.
Vlak figuur
Ruimtelijk figuur
Balk
Bol
Kubus
Piramide
Vierkant
Driehoek
Rechthoek

Slide 19 - Sleepvraag

De afstand naar Haarlem of Amsterdam geef ik aan in ..........
A
meters
B
kilometers
C
hectometers
D
centimeters

Slide 20 - Quizvraag

Wat wordt bedoeld met de zin:
De achtertuin is 15 meter diep.
A
Hoe diep je kunt graven.
B
Hoe lang de tuin is.
C
Hoe breed de tuin is
D
Hoe hoog de tuin is.

Slide 21 - Quizvraag

Hoeveel water in een emmer gaat geef je aan in...
A
milliliters
B
kiloliters
C
liters
D
hectoliters

Slide 22 - Quizvraag

Het aantal druppels hoestdrank op een lepel meet je in...
A
milliliter
B
deciliter
C
liter
D
hectoliter

Slide 23 - Quizvraag

1
3
2
4
5
6
7
km
hm
dam
m
dm
cm
mm

Slide 24 - Sleepvraag

1
3
2
4
5
6
7
ml
hl
l
dl
cl
kl
dal

Slide 25 - Sleepvraag

Hoeveel cm is het hout?
A
59 cm
B
59,5 cm
C
60 cm
D
60,5 cm

Slide 26 - Quizvraag

Hoeveel cm is het hout?
A
72 cm
B
73 cm
C
71,5 cm
D
72,5 cm

Slide 27 - Quizvraag

Ongeveer 1 mm
Groter dan 1 mm

Slide 28 - Sleepvraag

Wat is ongeveer een millimeter?
A
Je kleine teen
B
Een potlood
C
Een sluiting van een armbandje
D
Een hond

Slide 29 - Quizvraag


A
64,5 cm
B
65,9 cm
C
64,8 cm
D
65 cm

Slide 30 - Quizvraag

Wat is verder?
2 m of 2 km
A
2 m
B
2 km

Slide 31 - Quizvraag

Wat is verder?
2 km of 3000 m
A
2 km
B
3000 m

Slide 32 - Quizvraag

4 km
3755 m
3575 m
3 km

Slide 33 - Sleepvraag


A
Lisa
B
Nienke

Slide 34 - Quizvraag

Wat is de omtrek?
A
10
B
15
C
18
D
22

Slide 35 - Quizvraag

Wat is de omtrek?
A
26
B
28
C
16
D
24,75

Slide 36 - Quizvraag

De schutting om deze tuin kost €15,- per meter. Hoeveel kost de schutting in totaal?

1. bereken de omtrek
2. omtrek x prijs per meter
A
€230,-
B
€270,-
C
€320,-
D
€330,-

Slide 37 - Quizvraag

Einde toets
Ga in NUMO met rekenen aan de slag.

Slide 38 - Tekstslide