2.4 De Opstand breekt uit

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Chromebook, JdW-map, etui 
timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom had vooral het Calvinisme veel aanhangers in de Nederlanden (16e eeuw)?

Slide 3 - Woordweb

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen.

2.4 De Opstand breekt uit
Hoe leidde de onrust in de Nederlanden tot de Opstand (1568-1648)?

Slide 4 - Tekstslide

Kort na de aanbieding van het Smeekschrift brak de Beeldenstorm uit. Hoewel men het begin van de Opstand traditioneel in 1568 plaatst (de eerste inval van Willem van Oranje), kunnen beide gebeurtenissen al worden gezien als het feitelijke begin. Het harde optreden van Alva en diens fiscale maatregelen leidden tot het uitbreken van een nieuwe opstand in 1572. (Anders dan veel schoolboeken suggereren liet Alva Egmond, Horn en andere edelen pas terechtstellen nádat Oranje de wapens had opgenomen.)

      Leerdoelen
  1. Je kent de betekenis van de begrippen Hagenpreken, Beeldenstorm, Raad van Beroerten, Tiende Penning. (R)
  2. Je kunt uitleggen waarom de Nederlandse Opstand een indirect gevolg was van de Beeldenstorm. (T2)
  3. Je kunt beargumenteren waarom het conflict in de Nederlanden zowel politiek, religieus als economisch van aard is. (T1)

Slide 5 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

De lage landen onder Karel V

Slide 6 - Tekstslide

Bestaat uit 17 gewesten ( provincies) met ieder hun eigen wetten.
Als de koning belasting nodig heeft dan moet hij langs ieder gewest om dat te vragen.
Om iets voor elkaar te krijgen moet de koning rekening houden met hun privileges..

Centralisatiepolitiek

Slide 7 - Tekstslide

Bestaat uit 17 gewesten ( provincies) met ieder hun eigen wetten.
Als de koning belasting nodig heeft dan moet hij langs ieder gewest om dat te vragen.
Om iets voor elkaar te krijgen moet de koning rekening houden met hun privileges..

Filips II (Heer der Nederlanden)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit waarom de centralisatiepolitiek van Karel V (en later Filips II) leidde tot kritiek van de steden, gewesten en adel?

Slide 9 - Open vraag

Karel V trok alle macht naar zich toe, dat betekent dat anderen hun macht verloren (1p). Zo wilden de steden, gewesten en de adel hun voorrechten (privileges) behouden /particularisme / ze waren boos over de harde vervolging van de protestanten.

Centralisatiepolitiek

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Smeekschrift der Edelen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van Hagenpreek tot Beeldenstorm

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na de Beeldenstorm (1566)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Perspectieven op het verleden

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvattend:

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvattend:

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag 
Wat?
Jullie gaan aan de slag met de voorbereiding op de toetsweek door expert te worden van een paragraaf uit H1 en 2.

Hoe?
Ieder groepje maakt een samenvatting van de toegewezen paragraaf. Op basis van:
  1. de cornell-methode
  2. de leerdoelen
  3. een toetsvraag (met bron)

Hoelang?
15 min.






Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Is de maker een voor- of tegenstander van de Beeldenstorm? Leg je antwoord uit met een voorbeeld uit de bron
Terugblik-opdracht

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik-opdracht

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken voor de Opstand
Wat?
Jullie gaan op onderzoek uit naar de oorzaken van de Nederlandse Opstand.

Hoe?
    - Werk in tweetallen.
    - Vul het schema in op basis van de bronnen
    - Plaats de bronnen in de Venndiagram
    - Trek een conclusie: 

Hoelang?
15 min.

Klaar?
Aan de slag met Tijdbalk opdracht.






Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken voor de Opstand (1568-1648)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plakkaat van Verlatinge
Bestudeer de bron.
De aanhef luidt:
De Staten generael vande ghevnieerde Nederlanden / Allen den ghenen die dese teghenwoordige sullen sien ofte hooren lesen / saluyt.

Dit betekent:
De Staten-Generaal van de Verenigde Nederlanden groeten allen die dit zullen zien of horen lezen.
Sommige zinnen in dit document zijn doorgestreept en/of herschreven. De gedrukte versie zou uiteindelijk vrijwel volledig overeenkomen met deze aangepaste versie.
Deze stempel is na 1856 door een archivaris op het document gezet. Volgens een wet uit dat jaar mochten alleen archiefstukken met zo'n stempel ingezien of uitgeleend worden.
Dit document was een concept-versie waar nog wat aan gesleuteld werd. De linkerkant werd daarom vrijgehouden voor aantekeningen.
1581

Slide 24 - Tekstslide

Doel van de slide:
Introductie van het Plakkaat van Verlatinge (1581) .Bronnenbox.
Also een yegelick kennelick is / dat een Prince vanden Lande van Gode ghestelt is hooft ouer sijne ondersaten / om de selue te bewaren ende beschermen van alle onghelijck / ouerlast ende ghewelt / ghelijck een Herder tot bewaernisse van sijne Schapen:

Ende dat d’ ondersatenniet en zijn van Godt gheschapen tot behoef vanden Prince / om hem in alles wat hij beveelt / weder het goddelic oft ongoddelick / recht oft onrecht is / onderdanich te wesen / ende als slauen te dienen: maer den Prince omd’ ondersaten wille / sonder de welcke hy egheen Prince en is / om de selue met recht ende redene te regeeren / ende voor te staen . ende lief te hebben als een vader sijne kinderen / ende een herder sijne schapen /

die sijn lijf ende leuen set ton de selue te bewaren.

Het is algemeen bekend dat een vorst van een land door God tot hoofd van zijn onderdanen is aangesteld om dezen te beschermen en te bewaren voor alle onrechtvaardigheid, schade en geweld, zoals een herder zijn schapen moet beschermen

en dat de onderdanen niet door God geschapen zijn ten behoeve van de vorst, om hem in alles wat hij beveelt - of dat nu godvruchtig of niet godvruchtig, rechtvaardig of niet rechtvaardig is - onderdanig te zijn om hem als slaven te dienen. Integendeel, de vorst is er ter wille van de onderdanen, zonder welke hij geen Vorst is, om hen rechtvaardig en verstandig te regeren en te verdedigen, en hen lief te hebben zoals een vader zijn kinderen en een herder zijn schapen;

hij zet zijn lichaam en leven op het spel om hen te beschermen.

Transcriptie
Hertaling
Wat is volgens het Plakkaat de verhouding tussen de vorst en het volk?
Hoe werd er in de rest van Europa meestal over vorsten gedacht?
Plakkaat van Verlatinge

Slide 25 - Tekstslide

Doel van de slide:
Leerlingen bestuderen de tekst van het Plakkaat om te achterhalen hoe de Staten-Generaal denkt over de relatie tussen vorst en volk.

De tekst komt uit de eerste alinea van het Plakkaat, waarin de Staten-Generaal hun besluit verantwoorden. Er wordt gesteld dat een koning verplicht is het volk te beschermen en te respecteren. Dit gedachtengoed is vrij revolutionair, maar het volgt uit een lange traditie in de Nederlanden waarin er veel nadruk wordt gelegd op het belang van lokale rechten en privileges. Het zal er uiteindelijk toe leiden dat de Nederlanden een uitzonderlijke staatsvorm ontwikkelen en het vormt daarnaast een stap in de ontwikkeling van het denken over zelfbeschikking en mensenrechten.

Een hertaling van de volledige tekst van het Plakkaat is beschikbaar in de bijlage. Van een deel van de tekst is ook de transcriptie beschikbaar.
Ende so wanneer hy sulcks niet en doet / maer in stede van sijne ondersaten te beschermen / de selue soect te verdrucken / t’ ouerlasten / heure oude vrijheit / priuilegien / ende oude hercomen te benemen / ende heur te gebieden ende gebruycken als slauen / moet gehouden worden niet als een Prince / maer als een Tyran /

ende voor sulcks nae recht ende redene mach een minsten van sijne ondersaten / besondere by deliberatie vande Staten vanden Lande / voor egeen Prince meer bekent / maer verlaten / ende een ander in sijn stede tot beschermenisse van henlieden / voor ouerhooft / sonder misbruycken gecosen werden:
Wanneer hij dit niet doet, maar in plaats van zijn onderdanen te beschermen probeert hen te onderdrukken, overmatig te belasten, te beroven van hun oude vrijheid, privileges en oude gewoonterechten, en hen als slaven te bevelen en te gebruiken, moet hij dus niet als een vorst, maar als een tiran worden beschouwd.

Dan staat het zeker zijn onderdanen vrij hem niet meer als vorst te erkennen - vooral nadat er in de Staten van het land overlegd is - maar hem te verlaten en in zijn plaats een ander tot soeverein te kiezen om hen te beschermen, zonder dat dit verkeerd is.
Transcriptie
Hertaling
Welk argument gebruiken de Staten-Generaal om hun besluit te rechtvaardigen?
Welke specifieke voorbeelden zouden de Staten-Generaal kunnen aanhalen om hun argument te onderbouwen?
Verklaren de Verenigde Nederlanden zich met het Plakkaat een onafhankelijke republiek?
Plakkaat van Verlatinge

Slide 26 - Tekstslide

Doel van de slide:
Leerlingen bestuderen de tekst van het Plakkaat om te achterhalen hoe de Staten-Generaal hun besluit verantwoord.

De tekst komt uit de eerste alinea van het Plakkaat, waarin hun besluit wordt verantwoord. Het Plakkaat bevat een overzicht van wijzen waarop Filips II het volk heeft onderdrukt, beroofd en als 'slaven' behandeld.

Het Plakkaat is geen echte onafhankelijkheidsverklaring, aangezien de Staten-Generaal met de Hertog van Anjou een nieuwe vorst hebben gekozen. Het Plakkaat onderbouwt het recht om dat te doen. 
Argumenten:
  • Een vorst is verplicht het volk te beschermen en respecteren.
  • Filips II heeft het volk niet beschermd of gerespecteerd. Dus...
  • Het volk is Filips II geen trouw verschuldigd.

Gevolgen:
  • De Hertog van Anjou wordt landsheer, maar stapt al snel op. 
  • De Staten-Generaal kunnen geen nieuwe vorst vinden.
  • De Republiek der Verenigde Nederlanden is geboren (1588).
Besluit:
  • De Staten-Generaal zeggen hun trouw aan Filips II op.
Plakkaat van Verlatinge
Deze ontwikkeling staat in contrast met ontwikkelingen in de rest van Europa, waar op veel plaatsen vorsten juist meer macht over het volk kregen.
In 1776 gebruiken de Amerikanen in hun onafhankelijkheidsverklaring een vergelijkbaar argument. Mogelijk waren zij daarbij direct geïnspireerd door het Plakkaat van Verlatinghe.
1581

Slide 27 - Tekstslide

Doel van de slide:
Leerlingen leren over het Plakkaat van Verlatinge als keerpunt in de Opstand.

Afbeelding:
Plakkaat van Verlatinge (1581).
Kaart - Belgica Foederata (Nederlandse Republiek) (18e eeuw)
De politiek van Filips II heeft averechts gewerkt.
Bronnen van Onafhankelijkheid, 1576-1581
Bronnen van Onafhankelijkheid, 1576-1581
Verdedig de stelling!

Slide 28 - Open vraag

Doel van de slide:
Leerlingen passen hun kennis toe over de ontwikkeling van de Nederlandse Opstand en de doelen van Filips II.

Filips II streefde naar centralisatie en de bescherming van het katholicisme. Dankzij zijn agressieve politiek heeft hij de zuidelijke gewesten uiteindelijk een deel van hun rechten teruggegeven om hun loyaliteit te winnen en is hij het noorden verloren.
Het Plakkaat van Verlatinge zou in 1576 veel minder steun hebben ontvangen dan in 1581.
Bronnen van Onafhankelijkheid, 1576-1581
Bronnen van Onafhankelijkheid, 1576-1581
Verdedig de stelling!

Slide 29 - Open vraag

Doel van de slide:
Leerlingen passen hun kennis toe over de ontwikkeling van de Nederlandse Opstand.

In 1576 streefden de meeste opstandelingen naar het herstel van hun oude rechten, niet naar het afzweren van Filips II. Daarnaast was het aantal opstandelingen in 1576 nog veel kleiner.
1576
1579
1580
1581
Sleep de begrippen naar de juiste volgorde!
Pacificatie van Gent
Spaanse Furie
Unie van Atrecht
Plakkaat van Verlatinge
Apologie
Unie van Utrecht
Banbrief

Slide 30 - Sleepvraag

Doel van de slide:
Leerlingen passen hun nieuwe kennis toe om de keerpunten uit de Nederlandse Opstand in de juiste volgorde te plaatsen.

Wanneer alle gebeurtenissen op de juiste plek staan, blijft er bij 1581 nog één optie over.

Na het voltooien van deze opdracht kan aan leerlingen gevraagd worden om het causale verband tussen de verschillende gebeurtenissen uit te leggen.
Hoe succesvol was Filips II in het behalen van zijn doelen?
-1100

Slide 31 - Poll

Doel van de slide:
Leerlingen verwerken hun kennis van de doelen van Filips II en de loop van de Nederlandse Opstand.

Er is geen exact antwoord, maar er zal een lage score uit moeten komen. Filips II heeft zijn centralisatie politiek deels terug moeten draaien en alleen in het zuiden het katholicisme als centrale godsdienst weten te behouden.
Hoe succesvol was Willem van Oranje in het behalen van zijn doelen?
-2100

Slide 32 - Poll

Doel van de slide:
Leerlingen verwerken hun kennis van de doelen van Willem van Oranje en de loop van de Nederlandse Opstand.

Er is geen exact antwoord, maar er zal een gemiddeld antwoord uit moeten komen. Hij heeft de oude rechten en privileges grotendeels weten te beschermen en in het noorden is er gematigde godsdienstvrijheid (gewetensvrijheid). Zijn gewenste eenheid is echter mislukt.
Hoe succesvol waren de katholieke steden en gewesten in het behalen van hun doelen?
-3100

Slide 33 - Poll

Doel van de slide:
Leerlingen verwerken hun kennis van de doelen van de katholieke gewesten en steden en de loop van de Nederlandse Opstand.

Er is geen exact antwoord, maar er zou een vrij goede score uit moeten komen. De zuidelijke katholieke gewesten hebben een deel van hun oude rechten en privileges teruggekregen en het katholicisme als centrale godsdienst behouden.
Hoe succesvol waren de protestantse steden en gewesten in het behalen van hun doelen?
-4100

Slide 34 - Poll

Doel van de slide:
Leerlingen verwerken hun kennis van de doelen van de protestante steden en gewesten en de loop van de Nederlandse Opstand.

Er is geen exact antwoord, maar er zou een vrij hoge score uit moeten komen. De protestantse (noordelijke) gewesten hebben meer rechten en privileges verkregen dan voor de Opstand en het protestantisme is in hun gebieden de centrale godsdienst geworden. Een belangrijke kanttekening is dat Vlaanderen en enkele protestantsgezinde steden in Spaanse handen zijn gebleven en daardoor hun doelen veel minder hebben behaald.
Leerdoelen
  1. Je kent de betekenis van de begrippen hagenpreken, Beeldenstorm, Raad van Beroerten, Watergeuzen, Tiende Penning. (R)
  2. Je kunt aangeven wat de oorzaken en gevolgen van de Beeldenstorm waren. (T1)
  3. Je kunt uitleggen waarom de Nederlandse Opstand een indirect gevolg was van de Beeldenstorm. (T2)
  4. Je kunt beargumenteren waarom het conflict in de Nederlanden zowel politiek, religieus als economisch van aard is. (T1)

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies