KT Meer dan lezen: tekstverbanden en signaalwoorden

KWT Lezen

Pak voor je:
Laptop met LessonUp
We leren verschillend tekstverbanden en signaalwoorden
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2-4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

KWT Lezen

Pak voor je:
Laptop met LessonUp
We leren verschillend tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

- Uitleg tekstverbanden en signaalwoorden;
- Aan de slag 

Slide 2 - Tekstslide

Tekstverbanden en signaalwoorden
In teksten hebben zinnen en alinea's met elkaar te maken. Ze houden verband met elkaar. Aan een signaalwoord zie je met welk verband je te maken hebt. Die woorden helpen je een tekst beter te begrijpen.

Slide 3 - Tekstslide


Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je over tekstverbanden

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Video

Tekstverbanden met aantal signaalwoorden 1/2
  • opsomming:   ten eerste, ten tweede, om te beginnen, daarnaast, verder, ten slotte
  • tijdvolgorde/chronologisch:   vroeger, later, nu, eerst, daarna, vervolgens, uiteindelijk, intussen
  • voorbeeld/toelichting:   bijvoorbeeld, zo, op deze manier, als, zoals, denk aan, neem nou, neem bijvoorbeeld
  • tegenstelling:     in tegenstelling tot, maar, echter, hoewel, daarentegen, tegenover, toch, aan de ene kant.

Slide 7 - Tekstslide

Verband: opsomming
Signaalwoorden: allereerst, ten eerste, ten tweede, ook, bovendien, daarnaast, verder, vervolgens, tot slot

Max is dol op sporten. Hij kan goed wielrennen, maar hij is ook een prima zwemmer. Bovendien loopt hij regelmatig hard.

Slide 8 - Tekstslide

Welk signaalwoord geeft een opsomming aan?

Ik heb geen zin in school. Verder vind ik het jammer dat de vakantie voorbij is.

Slide 9 - Open vraag

Verband: tegenstelling
Signaalwoorden: maar, daarentegen, echter, toch, integendeel

De weerman vertelde dat het vandaag mooi weer zou worden, maar het regende heel erg hard.

Slide 10 - Tekstslide

Welk signaalwoord geeft een tegenstelling aan?

De vakantie duurde twee weken. Toch vond ik dat te kort.

Slide 11 - Open vraag

Verband: tijdsvolgorde/chronologisch
Signaalwoorden: vroeger, later, nu, eerst, daarna, vervolgens, uiteindelijk, intussen


Eerst moest Samira naar dansles en daarna ging ze naar huis.

Slide 12 - Tekstslide

Welk signaalwoord geeft een tijdsvolgorde/chronologie aan?

Nadat we naar de winkel waren geweest, gingen we naar huis

Slide 13 - Open vraag

Verband: voorbeeld/toelichting
Signaalwoorden: bijvoorbeeld, zo, op deze manier, als, zoals, denk aan, neem nou, neem bijvoorbeeld


Er zijn veel verschillende accomodaties die je kunt huren, zoals tenten, stacaravans en bungalows.

Slide 14 - Tekstslide

Welk signaalwoord geeft een voorbeeld/toelichting aan?

Je kunt verschillende technieken gebruiken, neem bijvoorbeeld schuren, schaven of raspen.

Slide 15 - Open vraag

Naar school neem ik meerdere dingen mee, zoals: schoolpas, pennen en schriften.

Zoals is het signaalwoord voor .......
A
opsomming
B
voorbeeld/toelichting
C
tegenstelling
D
tijdsvolgorde/chronologie

Slide 16 - Quizvraag

Ook het tweede lesuur had ik best kunnen missen.

Ook is een signaalwoord voor een .....
A
0psomming
B
voorbeeld/toelichting
C
tegenstelling
D
tijdsvolgorde/ chronologie

Slide 17 - Quizvraag

Aan de slag 
Gsa naar eindexamensite.nl maak een account aan met je schoolaccount. 
Vul de code KISSU in.

Ga naar Nederlands en oefen met de opdrachten die er in staan (nog niet de challenge)
Klaar? Pak iets te lezen uit de kast - misschien nog een Kahoot


Slide 18 - Tekstslide