1.4 Ademhalen

Wat is de huig?
A
1
B
2
1 / 23
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat is de huig?
A
1
B
2

Slide 1 - Quizvraag

De luchtpijp vertakt zich in
A
bronchiën
B
longblaasjes
C
luchtpijpvaten
D
luchtpijptakjes

Slide 2 - Quizvraag

Wat hoort bij de letter A?
A
Bronchie
B
Luchtpijp
C
Middenrif
D
Slokdarm

Slide 3 - Quizvraag

Letter B
A
Bronchie
B
Longblaasje
C
Luchtpijptakje
D
Middenrif

Slide 4 - Quizvraag

Leerdoelen

1.4.6 Je kunt de verschillen noemen tussen ingeademde lucht en uitgeademde lucht.

1.4.7 Je kunt beschrijven hoe een inademing en een uitademing tot stand komen.

Slide 5 - Tekstslide

Neusslijmvlies
De meeste mensen ademen in en uit door de neus, je noemt dit de neusademhaling

De functies van de onderdelen (klik de nummers  aan):

1. Slijmlaag
2. Trilharen
3. Trilhaarcel
4. Slijmproducerende cel
5. Bloedvat

Het neusslijmvlies zit bovenin, aan de binnenkant van je neus. Het maakt de lucht wat vochtig en warm. Bij verkoudheid wordt er heel veel vocht geproduceerd en 'snotter' je.

Slijmlaag met kleine stofdeeltjes en ziekteverwekkers
1
Verplaatsen het slijm met kleine stofdeeltjes en ziekteverwekkers naar de keelholte. Dit slik je in. Zo komen deze deeltjes niet in je longen.
2
Maken slijm. Aan het slijm blijven kleine stofdeeltjes en ziekteverwekkers kleven.
4
Dit zijn de cellen met dunne haartjes. De trilhaartjes vervoeren het slijm naar de keelholte.
3
Het bloed heeft invloed op de temperatuur van de lucht. Het voorkomt bijvoorbeeld dat er hele koude lucht in de longen komt.
5
De lucht gaat langs je neusharen en je slijmvlies.
De lucht wordt warm en vochtig gemaakt , gekeurd en  gezuiverd.

Slide 6 - Tekstslide

Bouw ademhalingsstelsel mens

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Gaswisseling
De uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide 
Verloopt snel door: 
  • Groot oppervlak van longblaasjes
  • Wand van longblaasjes heel dun
  • Haarvaten rond longblaasjes 
hebben dunne wand

Slide 9 - Tekstslide

Gaswisseling

Slide 10 - Tekstslide

2 soorten ademhaling
• Ribademhaling(borstademhaling): spieren tussen je ribben trekken samen

• Middenrifademhaling(buikademhaling): spieren aan de onderkant van je middenrif trekken samen

Slide 11 - Tekstslide

borstademhaling en buikademhaling

Beide berusten op het feit dat de longinhoud vergroot wordt. Dit gebeurt door aanspannen van de buitenste tussenribspieren of aanspannen van het middenrif. Hierdoor ontstaat een onderdruk, waardoor lucht naar binnen gezogen wordt. 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Inademen
  1. Tussenribspieren en middenrifspieren trekken samen.
  2. Ribben kantelen omhoog en het middenrif wordt plat. 
  3. Borstholte en je longen worden groter. 
  4. Lucht in je longen krijgt meer ruimte, daardoor neemt de luchtdruk in je longen af. 
  5. Lucht stroomt vanzelf naar binnen: je ademt in. 

Slide 14 - Tekstslide

Uitademen

  1. Tussenribspieren en middenrifspieren ontspannen.
  2. Ribben zakken naar beneden. Het middenrif wordt bol.
  3. Borstholte en longen worden kleiner.
  4. Lucht in je longen krijgt minder ruimte, luchtdruk neemt toe.
  5. Lucht stroomt naar buiten: je ademt uit. 

Slide 15 - Tekstslide

 ademhaling, rood is middenrif

Slide 16 - Tekstslide

passief en actief

Bij de inademing trekken spieren samen. Deze ademhaling is dus actief.

De uitademing gebeurt door de zwaartekracht of de elasticiteit van de buikwand. Deze ademhaling is passief.


Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Wanneer je hikt trekken je middenrifspieren zich plotseling samen.

Wat gebeurt er op dat moment met het middenrif?
En stroomt er daardoor lucht de longen in of uit?

A
Het middenrif gaat naar beneden, waardoor lucht de longen in stroomt.
B
Het middenrif gaat naar beneden, waardoor lucht de longen uit stroomt.
C
Het middenrif gaat naar boven, waardoor lucht de longen in stroomt.
D
Het middenrif gaat naar boven, waardoor lucht de longen uit stroomt.

Slide 19 - Quizvraag

Als een mens diep inademt, neemt dan het volume van de borstholte toe?
En het volume van de buikholte?

A
Alleen het volume van de borstholte neemt toe
B
Alleen het volume van de buikholte neemt toe.
C
Het volume van de borstholte neemt toe en het volume van de buikholte neemt af.
D
Het volume van de borstholte neemt toe en het volume van de buikholte ook.

Slide 20 - Quizvraag

Zet de stappen van inademen in de goede volgorde
Lucht stroomt je longen in
Je borstholte en longen worden groter
Tussenribspieren en middenrifspieren trekken samen
Luchtdruk in je longen neemt af
Ribben kantelen omhoog en middenrif wordt plat

Slide 21 - Sleepvraag

Zet de stappen van uitademen in de goede volgorde
Je borstholte en longen worden kleiner
Lucht stroomt naar buiten
Tussenribspieren en middenrifspieren ontspannen
Luchtdruk in je longen neemt toe
Ribben zakken naar beneden en middenrif wordt bol

Slide 22 - Sleepvraag

ademhalingsvragen
maak de vragen over de ademhaling

Slide 23 - Tekstslide