Woordenquiz

Quiz
Leenwoorden
Neologismen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Quiz
Leenwoorden
Neologismen

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een leenwoord?
timer
0:30
A
nieuwe woorden (die nog niet in het woordenboek staan)
B
woorden die we overgenomen hebben uit een andere taal
C
woord dat we uit een andere taal overgenomen hebben
D
ouderwetse woorden, woord dat we niet meer gebruiken

Slide 2 - Quizvraag

Uit welke taal hebben wij het woord 'Humor' geleend?
A
Duits
B
Pools
C
Frans
D
Engels

Slide 3 - Quizvraag

Uit welke taal is het woord "überhaupt" ontleend?
A
Duits
B
Frans
C
Arabisch
D
Spaans

Slide 4 - Quizvraag

Wat is waar?
1. Leenwoorden staan nog niet in het woordenboek.
2. Neologismen worden vaak bedacht door journalisten en politici
A
Beide stellingen zijn juist
B
Beide stellingen zijn onjuist
C
1 is juist, 2 is onjuist
D
1 is onjuist, 2 is juist

Slide 5 - Quizvraag

Wat betekent neologismen?
timer
0:30
A
nieuwe woorden (die nog niet in het woordenboek staan)
B
herhaling van klanken
C
regelmatige afwisseling tussen beklemtoonde en onbeklemtoonde lettergrepen
D
woorden die we niet meer gebruiken

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekent het woord 'Coronakilo'?

Slide 7 - Open vraag

Uit welke taal is het woord "gitaar" ontleend?
A
Engels
B
Frans
C
Perzisch
D
Spaans

Slide 8 - Quizvraag

Het Franse woord voor framboos is framboise.
Is Framboos nu een leenwoord uit het frans?
A
Ja
B
Nee
C
Ja en Nee
D
Nee en Ja

Slide 9 - Quizvraag

Hoe zit dat dan?
Het Franse woord voor framboos is framboise. Framboos stamt af van framboise, maar:
Het is allemaal begonnen met het woord "braambezie"  dat in de middeleeuwen het Nederlandse woord was voor ‘bramen en frambozen’. Braambezie werd framboise.
Maar de Fransen hadden al een woord voor voor bramen namelijk "mûre". Nu waren er dus twee woorden om hetzelfde mee aan te duiden, braambezie en mûre. Er werd voor gekozen om voor braam het woord mûre te gebruiken en voor framboos het woord framboise, een verbastering van braambezie. In Nederland werd daarna ook al snel gekozen voor twee woorden: braam en framboos, waarbij braam afstamt van het Nederlandse woord braambezie en framboos van het Franse woord framboise. 

Slide 10 - Tekstslide

Wat is het meest uitgeleende Nederlandse woord en komt terug in 57 andere talen?
A
Boot
B
Baas
C
Aardappel
D
Tulp

Slide 11 - Quizvraag

Uit welke taal is het woord "macho" ontleend?
A
Frans
B
Engels
C
Deens
D
Spaans

Slide 12 - Quizvraag

Uit welke taal is het woord "aquarium" ontleend?
A
Engels
B
Frans
C
Duits
D
Latijn

Slide 13 - Quizvraag

Uit welke taal is het woord "ballon" ontleend?
A
Frans
B
Duits
C
Arabisch
D
Spaans

Slide 14 - Quizvraag

Wat betekent het woord 'Coronakapsel'?

Slide 15 - Open vraag

Uit welke taal is het woord "album" ontleend?
A
Duits
B
Frans
C
Engels
D
Hongaars

Slide 16 - Quizvraag

Uit welke taal is het woord "marmelade" ontleend?
A
Portugees
B
Frans
C
Spaans
D
Engels

Slide 17 - Quizvraag

Wat betekent het woord 'Blokjesverjaardag'?

Slide 18 - Open vraag

Wat betekent het woord 'Balconcert (of Balkoncert)'?

Slide 19 - Open vraag