examentraining week 2

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

examentraining WISKUNDE

- Procenten en exponentiële groei. (SE1)

- Vlakke- en ruimtemeetkunde (SE2)

.....dit alles aan de hand van oude examenopdrachten

week 2

- Verschillende verbanden (SE3)

Oefeningen meetkunde-examenopdrachten

• hanglamp (3 vragen)
  
• knoop (3 vragen)
• Atomium (4 vragen met tekenopdracht)

Heb je nog vragen over de examenopdrachten van vorige week? 

Wiskundige verbanden

derdemachts verband

Lineair verband

omgekeerd evenredig verband

wortel verband

Kwadratisch verband

Plaats de juiste namen van de verbanden bij de tabellen.

 -Exponentiëel verband

- Kwadratisch verband

- Evenredig verband

- Omgekeerd evenredig verband

Welk coördinaat hoort NIET bij de grafiek die hoort bij de formule
bedrag = 5a + 20

1. (0,20)
2. (0,25)
3. (1, 25)
4. (2,30)

De formule van een exponentiëel verband ziet er altijd zo uit:

Welke groeifactoren horen er bij een groei van 5%, 12%, 0,6% 

en een afname van 10% en 0,2%

Wat is het begingetal en de groeifactor?

1. 1,1 en 100
2. 100 en 110
3. 0 en 1,1
4. 100 en 1,1

Wat is de formule die bij deze tabel hoort?

1. t=3⋅1,5​t​​
2. l=3⋅1,5​t​​
3. t=1,5⋅3​l​​
4. l=1,5⋅3​t​​

Wat is de groeifactor bij 14% daling?

Bij welke van de exponentiële formules is sprake van een afname?

1. aantal=2000⋅30​t​​
2. aantal=2000⋅1​t​​
3. aantal=2000⋅0,3​t​​
4. aantal=0,2⋅30​t​​

Wat is de
groeifactor?

m	0	1	2	3	4
e	2000	2460	3026	3722	4578

dalend lineair

wortel

Kwadratisch

exponentieel

machts

evenredig

periodiek

stijgend lineair

omgekeerd evenredig

Voor het oplossen van vergelijkingen ken je drie manieren.
Welke drie zijn dit?

Los de volgende vergelijking op:
5t - 15 = 9 + t
(en laat je berekening zien)

bereken het snijpunt van de grafieken bij de volgende lineaire formules:

3x+9=9x−21

1. x=​2​​1​​
2. x=3​2​​1​​
3. x=5
4. x=−5

Welke formule is gelijkwaardig aan

inkomsten = 75 + 15t

1. i = 15 + 75t
2. (i - 75):15 = t
3. (i - 15):75 = t
4. i = 75 - 15t

Is de ene variabele drie keer zo groot, dan is de andere variabele drie keer zo klein.

Over welk verband gaat dit?

1. lineair verband
2. evenredig verband
3. omgekeerd evenredig verband
4. exponentieel verband

amplitude

evenwichtsstand

maximum

minimum 

periode

Wat is de Frequentie per dag?

Kies de juiste formule voor grafiek IIII

1. x=-3
2. y=x-3
3. x=3y
4. y=-3

In het assenstelsel hiernaast zijn vier grafieken getekend.

Schrijf de formules op van grafiek 1 t/m 4

Bereken de somformule van y=2x+3 en y=-x-6,

Bereken de verschilformule van y=2x+3 en y=-x-6

Oefeningen Verbanden-examenopdrachten

• snelheid van geluid (4 vragen)
• discuswerpen  (4 vragen)
• babyflesje (3 vragen)

Maak de examenopdrachten en kijk zelf zelf na