Je gaat thuis onderhandelen over de hoogte van je zakgeld. Leg met indexcijfers uit hoeveel geld je moet krijgen!
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Indexcijfers & Geld
Je gaat thuis onderhandelen over de hoogte van je zakgeld. Leg met indexcijfers uit hoeveel geld je moet krijgen!
Slide 1 - Tekstslide
De prijzen zijn met 2,5% gestegen volgens de krant. Je krijgt nu €10,-. Met hoeveel euro moet je zakgeld omhoog gaan om je koopkracht gelijk te houden?
Slide 2 - Open vraag
Slide 3 - Video
Wat is de juiste formule voor indexcijfers?
A
RIC = NIC/PIC x100
B
Indexcijfer waarde A = waarde A in jaar ... / waarde A in het basisjaar x 100
C
nieuw-oud/oudx100%
D
NIC = PIC/RICx100
Slide 4 - Quizvraag
Bereken hoeveel procent de meestverdienende meer verdient dan de minstverdienende. Doe dit met behulp van het antwoord bij 1. Rond af op 1 decimaal.
Slide 5 - Open vraag
Bereken de indexcijfers van het bruto inkomen, met het bruto inkomen van de schoonmaakster als basis. Rond af op één decimaal.
Slide 6 - Open vraag
Bereken de indexcijfers van het bruto inkomen, met het bruto inkomen van de leraar onderbouw als basis. Rond af op één decimaal.
Slide 7 - Open vraag
Daniel heeft een bedrijf. Hij maakt elke jaar indexcijfers. Hij weet dat hij in 2009 een indexcijfer van 150 had en een omzet van €150.000. In 2019 had hij een indexcijfer van 215. Bereken zijn omzet in 2019.
Slide 8 - Open vraag
Wat is de juiste formule voor het berekenen van het reëel inkomen?
A
RIC = NIC/PIC x100
B
Indexcijfer waarde A = waarde A in jaar ... / waarde A in het basisjaar x 100
C
nieuw-oud/oudx100%
D
NIC = PIC/RICx100
Slide 9 - Quizvraag
We nemen 2008 als het basisjaar. Het inkomen van Max stijgt in 2009 met 6% ten opzichte van 2008. De prijzen stijgen in 2009 met 3% ten opzichte van 2008. Bereken zijn reëel inkomens indexcijfer?