24. März 2023/naamvallen/Wortschatz/Modalverben/Selbständig arbeiten
Startaufgabe
Welche Wörter werden hier ausgebildet?
timer
5:00
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
Startaufgabe
Welche Wörter werden hier ausgebildet?
timer
5:00
Slide 1 - Tekstslide
Aan het einde van de twee lessen
kun je werken met het naamvallenschema
kun je de Modalverben vervoegen
kun je een afspraak maken
ken je woorden die te maken hebben met 'Veranstaltung'
Wie?
Quiz
dobbelstenenspel
Sprachmittel üben
Slide 2 - Tekstslide
Quiz
Bitte einloggen in Lessonup
Benutze das 'naamvallenschema'
Slide 3 - Tekstslide
Ich mache mir keine Sorgen um ............. Wettkampf (m)
A
der
B
das
C
den
D
dem
Slide 4 - Quizvraag
vwo methode
Voorzetsel voor lidwoord: um = +4
der wordt den
Slide 5 - Tekstslide
Wie findest du ........ Idee (v)?
A
der
B
die
C
den
D
der
Slide 6 - Quizvraag
geen voorzetsel
geen bijzonder werkwoord
Idee = Akkusativ (lijdend voorwerp) = blijft die
Slide 7 - Tekstslide
Warum seid ihr gegen ............... Plan (m)?
A
dieses
B
diesen
C
diese
D
dieser
Slide 8 - Quizvraag
Voorzetsel voor lidwoord: gegen = Akkusativ
dieser wordt diesen
Slide 9 - Tekstslide
Achtung!
In de Akkusativ verandert alleen het mannelijk lidwoord:
der wordt den
ein wordt einen
Vrouwelijk, onzijdig en meervoud blijven hetzelfde
Slide 10 - Tekstslide
Werken met het naamvallenschema: Waar sta je nu voor de toets van 5 april?
😒🙁😐🙂😃
Slide 11 - Poll
Flexuren werken met naamvallenschema
Toets
woensdag 29 maart 8.10 uur
vrijdag 31 maart 8.10 uur
woensdag 5 april
Slide 12 - Tekstslide
Aufgabe: Sprechen
Was? Sprachmittel üben_Aufgabe in Its-planner-heute
Mit wem? zu zweit (deiner Nachbarin/deinem Nachbar)
Hilfsmittel?: Lernliste K4
Ergebenis: fließend gesprochen vor der Klasse
Wie lange? 10 Minuten
timer
10:00
Slide 13 - Tekstslide
Dobbelsteenspel: Modalverben
Man braucht:
- zwei/drei Personen
- einen Würfel (online)
Man muss:
- einmal würfeln für das Personalpronomen
- noch einmal würfeln für das Verb
- und dann konjugieren (vervoegen)
- richtig? 1 Punkt
1 ich - können
2 du - müssen
3 er - dürfen
4 wir - wollen
5 ihr - wissen
6 Sie, sie - mögen
Wer gewinnt?
timer
10:00
Slide 14 - Tekstslide
An die Arbeit! Wähle aus:
Grammatik naamvallen:
1.die Aufgaben zu Grammatik E (K4)
2 Aufgabe zu 'naamvallen' (auf Papier)
3. Maak een toetsje met antwoordmodel waarin de vormen van de Der- en Eingruppe of de persoonlijke voornaamwoorden moeten worden ingevuld (minimaal 5 zinnen).
Grammatik Modalverben
1. die Aufgaben zu den Modalverben (auf Papier)
2. Maak van alle 5 Modalverben 2 zinnen
Wortschatz
1. Kies de tien moeilijkste woorden uit de Lernliste en maak een beeldwoordenlijst
2. Kies de tien moeilijkste woorden uit de Lernliste en maak bij elk woord een zin.
3. Mache die Aufgaben zu B (Kapitel 4).
Lesen
1. Mache die Aufgaben zu D oder H lesen
2. Ga naar https://lingua.com/de/deutsch/lesen/
Kies minimaal 2 teksten uit A2/B1 en maak de opdrachten.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.