Derde les 18 september 2024

Wat is het verschil tussen een metafoor en metonymia?
1 / 14
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Wat is het verschil tussen een metafoor en metonymia?

Slide 1 - Open vraag

Wat is een metafoor?
A
Mijn opa rookt als een schoorsteen
B
Het schip danste op de golven
C
Wie wil nou de vriendin zijn van zo'n taart?

Slide 2 - Quizvraag

Christines heldere ogen, fijn kristal, schitterden in de lage avondzon
A
Vergelijking
B
Synesthesie

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van personificatie?
A
de wekker rinkelt in de ochtend
B
het haardvuur maakt een knisperend geluid
C
de telefoon slaapt op het nachtkastje
D
de tandenborstel ligt ongebruikt op de wasbak

Slide 4 - Quizvraag

Is de uitspraak waar of niet waar?
Een repetitio is een opsomming in drieën.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

'Je hebt de toets heel goed gemaakt, wel een beetje onder je niveau, en met een paar fouten, maar toch best oké, in ieder geval een krappe voldoende.'
A
Climax
B
Anticlimax

Slide 6 - Quizvraag

Ook weinig alcohol kan te veel zijn.
A
Paradox
B
Antithese

Slide 7 - Quizvraag

’s Lands grootste kruidenier gaat op de kleintjes letten.
A
Paradox
B
Antithese

Slide 8 - Quizvraag

Hoe gespecialiseerder iemand is, des te minder kan hij.
A
Paradox
B
Antithese

Slide 9 - Quizvraag

Je moet niet leven om te eten, maar eten om te leven.
A
Antithese
B
Paradox
C
Chiasme
D
Litotes

Slide 10 - Quizvraag

"Ik kwam, ik zag, ik overwon." - Julius Caesar.
A
anafoor
B
metafoor
C
litotes
D
hyperbool

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Bespreken antwoorden!

Slide 14 - Tekstslide