hv1n 30/05

Welkom hv1n!
Jas in je kluis? Telefoon in de telefoontas?
Ga lekker zitten!

Pak je spullen: 
  • lesboek + schrift
  • pen of potlood
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Welkom hv1n!
Jas in je kluis? Telefoon in de telefoontas?
Ga lekker zitten!

Pak je spullen: 
  • lesboek + schrift
  • pen of potlood

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
We gaan vandaag:
  • lezen uit 'Films die nergens draaien'
    Aan de slag met werkwoordspelling:
  • terugblik op de vorige les
  • theorie bespreken
  • even oefenen
  • zelfstandig aan de slag
  • afsluiten van de les

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Weet je 't nog..
Deze periode zijn we bezig met werkwoordspelling.
Les 1: je leerde de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spellen én leerde de persoonsvorm van zwakke werkwoorden in de verleden tijd spellen.
Les 2: je leerde de persoonsvorm in de verleden tijd van sterke werkwoorden spellen.
Les 3: je leert voltooide en onvoltooide deelwoorden spellen.
Les 4 en 5: deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord én werkwoordsvormen en werkwoordstijden

Slide 4 - Tekstslide

Even checken
Je weet:
  • hoe je werkwoorden in de tegenwoordige tijd spelt
  • wat 't sexy fokschaap is en hoe je het gebruikt
  • wat sterke en zwakke werkwoorden zijn
  • wat een voltooid deelwoord is
  • wat een onvoltooid deelwoord is

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Voltooid en onvoltooid deelwoord
  • Het voltooid deelwoord geeft aan dat een handeling is afgerond (= voltooid).
  • Het onvoltooid deelwoord geeft aan dat een handeling aan de gang is (= onvoltooid).

Voor de rommelmarkt werden spullen verzameld. 
Juichend kwam de winnaar over de finish.

Slide 7 - Tekstslide

  • Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden eindigt meestal op en.
Bij de inbraak op school werden laptops gestolen.

  • Het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden eindigt op d of t. De juiste letter bepaal je net als bij de verleden tijd met ’t sexy fokschaap. Kijk naar de letter die in de infinitief voor de uitgang -en staat:
Jet heeft de belangrijkste zinnen onderstreept.




Slide 8 - Tekstslide

Deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord
Dit klinkt misschien moeilijk, maar dat valt mee!


Slide 9 - Tekstslide

 Voltooid of onvoltooid deelwoord?
Voltooid deelwoord
het is al gebeurd
De deur is geverfd.
Onvoltooid deelwoord
het is nog gaande
Marie reist zeilend de wereld over.
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord
De fiets is gerepareerd ->

De gerepareerde fiets

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat? Je leest de theorie over deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord en maakt opdr. 6 en 7 op p. 259
Hoe? In je schrift.
Hulp? BBB!
Tijd? 10 minuten.
Uitkomst? We gaan lastige opdrachten straks bespreken.
Klaar? Je gaat verder met § 11: werkwoordsvormen en werkwoordstijden. 
Lees de theorie goed en maak de opdrachten hierbij. 

Slide 11 - Tekstslide

Werkwoordsvormen
  • Infinitief (inf) -> zitten
  • Persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt) -> ik zit, hij zit, wij zitten
  • Persoonsvorm verleden tijd (pvvt) -> zat, zaten
  • Voltooid deelwoord (vd) -> gezeten
  • Onvoltooid deelwoord (od) -> zittend
  • Bijvoeglijk naamwoord (bn) -> zittende jongen

Slide 12 - Tekstslide

Werkwoordstijden

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott): Iris loopt naar school.
  • Onvoltooid verleden tijd (ovt): Iris liep naar school.
  • Voltooid tegenwoordige tijd (vtt): Iris is naar school gelopen.
  • Voltooid verleden tijd (vvt): Iris was naar school gelopen.

Let op: leer ook de afkortingen!

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat? Je leest de theorie over deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord en maakt opdr. 6 en 7 op p. 259
Hoe? In je schrift.
Hulp? BBB!
Tijd? 10 minuten.
Uitkomst? We gaan lastige opdrachten straks bespreken.
Klaar? Je gaat verder met § 11: werkwoordsvormen en werkwoordstijden. 
Lees de theorie goed en maak opdr. 2, 3, 4 en 6. 
Ook klaar? Haal een nakijkboekje en kijk zelfstandig na. 

Slide 14 - Tekstslide

hv1n 30/05

Slide 15 - Tekstslide