H3L11 - 2HVMC - Dinsdag 12 februari - Grammatica woordsoorten 3.8 - koppelwerkwoorden

Welkom 2HVMC     : )


Planning van dit uur
  • Vraag: wie wil als eerste presenteren? (Eerste beoordelingen zijn milder) 
  • Mededeling: huiswerk thuis nakijken (antwoordbladen op Som)
  • Tien minuten stillezen
  • Uitleg koppelwerkwoorden, hulpwerkwoorden en zelfstandige werkwoorden
  • Zelfstandig werken: opdracht 3 t/m 6 van 3.8 Grammatica woordsoorten

Aan het einde van deze les
  • heb je geleerd wat een koppelwerkwoord is

timer
10:00
Aankomende toetsen en opdrachten:
  • Betogende tekst (schrijfopdracht voor in schrijfdossier)
  • Elevator pitch 
  • Repetitie hoofdstuk 3 (toetsweek)
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom 2HVMC     : )


Planning van dit uur
  • Vraag: wie wil als eerste presenteren? (Eerste beoordelingen zijn milder) 
  • Mededeling: huiswerk thuis nakijken (antwoordbladen op Som)
  • Tien minuten stillezen
  • Uitleg koppelwerkwoorden, hulpwerkwoorden en zelfstandige werkwoorden
  • Zelfstandig werken: opdracht 3 t/m 6 van 3.8 Grammatica woordsoorten

Aan het einde van deze les
  • heb je geleerd wat een koppelwerkwoord is

timer
10:00
Aankomende toetsen en opdrachten:
  • Betogende tekst (schrijfopdracht voor in schrijfdossier)
  • Elevator pitch 
  • Repetitie hoofdstuk 3 (toetsweek)

Slide 1 - Tekstslide

Soorten werkwoorden
1. Zelfstandig werkwoord 
Ik heb gefietst. 

2. Hulpwerkwoord
Ik heb gefietst.

3. Koppelwerkwoord
Ik word profwielrenner. 

Slide 2 - Tekstslide

Koppelwerkwoord



  • weinig betekenis
  • functie: koppelen 
  • zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten, vóórkomen  
het onderwerp van de zin                                              - bijvoeglijk naamwoord
                                                                                               - zelfstandig naamwoord

Slide 3 - Tekstslide

De    dokter    is    beroemd.

Slide 4 - Tekstslide

Hoe vind je het koppelwerkwoord?
  • Vervang hem door één van de andere koppelwerkwoorden. 
  • Krijg je een goede zin? Dan is het een koppelwerkwoord. 

Slide 5 - Tekstslide

Vorig   jaar   is   de   dokter   beroemd

 geworden   op   TikTok.

Slide 6 - Tekstslide

Koppelwerkwoord
  • werkwoorden die een zelfstandig of bijvoeglijk naamwoord aan het onderwerp van de zin koppelen
  • weinig betekenis
  • functie: koppelen 
  • truc: vervangen door een ander koppelwerkwoord
  • koppelwerkwoorden: zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten, vóórkomen  

Slide 7 - Tekstslide

Zij is naar huis gereden.

Is 'is' in deze zin een koppelwerkwoord?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Zij is voorzitter.

Is 'is' in deze zin een koppelwerkwoord?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

Zij is voorzitter geworden.

Is 'is' in deze zin een koppelwerkwoord?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Wat moet je kunnen op de repetitie?
Kunnen uitleggen wat de lijdende vorm en de bedrijvende vorm is.

Een lijdende zin in de bedrijvende vorm zetten.
En andersom.

Slide 11 - Tekstslide