P4L1 - 2HC - Maandag - Grammatica woordsoorten


Welkom 2HC







: )


Maandag

Planning van dit uur
  • Uitleg afwezigheid
  • Planning komende tijd
  • Theorie grammatica woordsoorten
  • Individueel werken




Aan het einde van deze les
  • heb je geleerd hoe je het koppelwerkwoord kan herkennen en gebruiken.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les


Welkom 2HC







: )


Maandag

Planning van dit uur
  • Uitleg afwezigheid
  • Planning komende tijd
  • Theorie grammatica woordsoorten
  • Individueel werken




Aan het einde van deze les
  • heb je geleerd hoe je het koppelwerkwoord kan herkennen en gebruiken.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Planning elevator pitches

Slide 4 - Tekstslide

Nakijken 
  • Creatieve keuzeopdracht: kost tijd, wil ik zorgvuldig doen. Ik beloof niks. Voor de zomer heb je je cijfer.
  • SO Lezen hebben jullie terug

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Uitlegvideo 

Slide 7 - Tekstslide

Koppelwerkwoord



  • weinig betekenis
  • functie: koppelen 
  • zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten, vóórkomen  
het onderwerp van de zin                                              - bijvoeglijk naamwoord
                                                                                               - zelfstandig naamwoord

Slide 8 - Tekstslide

De    dokter    is    beroemd.

Slide 9 - Tekstslide

Hoe vind je het koppelwerkwoord?
  • Vervang hem door één van de andere koppelwerkwoorden. Krijg je een goede zin? Dan is het een koppelwerkwoord. 

Slide 10 - Tekstslide

Vorig   jaar   is   de   dokter   beroemd

 geworden   op   TikTok.

Slide 11 - Tekstslide

Koppelwerkwoord
  • werkwoorden die een zelfstandig of bijvoeglijk naamwoord aan het onderwerp van de zin koppelen
  • weinig betekenis
  • functie: koppelen 
  • zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten, vóórkomen  

Slide 12 - Tekstslide

Hoe vind je het koppelwerkwoord?
  • Vervang hem door één van de andere koppelwerkwoorden. Krijg je een goede zin? Dan is het een koppelwerkwoord. 

Slide 13 - Tekstslide

Zij is naar huis gereden.

Is 'is' in deze zin een koppelwerkwoord?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quizvraag

Zij is voorzitter.

Is 'is' in deze zin een koppelwerkwoord?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quizvraag

Zij is voorzitter geworden.

Is 'is' in deze zin een koppelwerkwoord?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quizvraag

Individueel werken
Wat
Maak opdracht 1 t/m 6 van van Grammatica woordsoorten 3.8
Hoe
Individueel, in stilte 
Hulp
Stel al je vragen als je er niet uitkomt, want ik ben er om te helpen
Tijd
Tot het einde van de les
Uitkomst
Deze leerstof komt terug op de repetitie van hoofdstuk 3
Klaar
Werk aan je creatieve boekopdracht en/of elevator pitch 

Slide 17 - Tekstslide

Samenvatting van de les
Jij
  • hebt geleerd hoe je het koppelwerkwoord kan herkennen en gebruiken.

Huiswerk
  • Maak opdracht 1 t/m 6 van van Grammatica woordsoorten 3.8
  • Vrijdag: nieuw leesbowk

    Slide 18 - Tekstslide