Les 11 onderwerp + hoofdgedachte + les 13 leenwoorden

Hoe lees jij als je moet
leren voor een toets?
1 / 25
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Hoe lees jij als je moet
leren voor een toets?

Slide 1 - Woordweb

Het programma 
- de lesdoelen
- les 11 
- oefenen in LessonUp 
- denken - delen - uitwisselen 
- les 13 
- oefenen in LessonUp 
- zelfstandig werken + nakijken 
- terugkoppeling lesdoel

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Aan het einde van de les kun je het onderwerp van een tekst vinden.
  • Aan het einde van de les kun je de hoofdgedachte van een tekst vinden. 
  • Aan het einde van de les un je leenwoorden herkennen. 

Slide 3 - Tekstslide

Waar gaat deze tekst over?

Slide 4 - Tekstslide

het onderwerp
  • Onderwerp: Het antwoord op de vraag 'Waar gaat de tekst over?'
  • Het onderwerp is meestal te vinden in de titel of ondertitel van de tekst

Slide 5 - Tekstslide

 de hoofdgedachte
  • Hoofdgedachte: Het antwoord op de vraag 'Wat zegt de schrijver over het onderwerp?'
  • De hoofdgedachte is een korte samenvatting van de tekst
  • Meestal te vinden in de inleiding of het slot van de tekst

Slide 6 - Tekstslide

Lees de tekst.
Wat is de hoofdgedachte
van de tekst?

Slide 7 - Open vraag

Lees de tekst.
Wat is de hoofdgedachte
van de tekst?

Slide 8 - Open vraag

Het vak Belangrijk 
- We lezen gezamenlijk het vak Belangrijk

Slide 9 - Tekstslide

Instructie 
- Jullie lezen de tekst 'Goudsmokkel' (bladzijde 49)
- Je maakt zelfstandig opdracht 9, 10 en 11 (10 min) 
- Jullie gaan de antwoorden uitwisselen met je buurman/buurvrouw (5 min). 
- We gaan klassikaal de antwoorden bespreken.

Slide 10 - Tekstslide

Antwoorden

Slide 11 - Tekstslide

Uit welk land komt
het woord:
café

Slide 12 - Woordweb

Leenwoorden 
  • Woorden uit andere talen worden vaak gebruikt in het Nederlands
  • Vooral woorden uit het Engels, Frans en Duits

Slide 13 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van een leenwoord uit het Duits?
A
baby
B
plastic
C
computer
D
rottweiler

Slide 14 - Quizvraag

Uit welke taal komt het woord 'restaurant'?
A
Engels
B
Nederlands
C
Duits
D
Frans

Slide 15 - Quizvraag

Welk van de volgende woorden is geen leenwoord?
A
Nederlands
B
rottweiler
C
plastic
D
e-mail

Slide 16 - Quizvraag

Uit welke taal komt het woord 'plastic'?
A
Duits
B
Engels
C
Nederlands
D
Frans

Slide 17 - Quizvraag

Welke van de volgende woorden is een leenwoord uit het Engels?
A
baby
B
computer
C
museum
D
restaurant

Slide 18 - Quizvraag

Instructie 
- Je gaat nu opdrachten maken uit het boek (fluisterniveau).
- Je hebt 15 minuten.
- Steek je vinger op als jullie er niet uitkomen. 
- Als je eerder klaar bent, maak NUMO. 
- Aan het einde gaan we nakijken. 
- Je gaat maken les 13 opdracht: opdracht 5, 6, 7, 8 en 9
 

Slide 19 - Tekstslide

Nakijken 

Slide 20 - Tekstslide

Nakijken 

Slide 21 - Tekstslide

Nakijken 

Slide 22 - Tekstslide

Nakijken 

Slide 23 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Aan het einde van de les kun je het onderwerp van een tekst vinden.
  • Aan het einde van de les kun je de hoofdgedachte van een tekst vinden. 
  • Aan het einde van de les kun je leenwoorden herkennen. 

Slide 24 - Tekstslide

woorden van vandaag
  • onderwerp
  • hoofdgedachte
  • leenwoorden 

Slide 25 - Tekstslide