Sterke werkwoorden met e/i of e/ie-Wechsel (o.t.t.)

Kapitel 4 - Grammatik A
Sterke ww met e/i of e/ie - wissel (o.t.t.)
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

Kapitel 4 - Grammatik A
Sterke ww met e/i of e/ie - wissel (o.t.t.)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sterke werkwoorden met e/i of e/ie - Wechsel

Wat is een sterk werkwoord? 

* Een sterk werkwoord is een werkwoord dat in de verleden tijd van klank verandert en waarvan het voltooid deelwoord eindigt op - en. 
Bijv. lopen - liep - gelopen
         laufen - lief - gelaufen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sterke werkwoorden
  • Klinkerwisseling
  • Nederlands sterk
    > Duits meestal ook sterk
  • Je kan een lijst  leren


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 klinkerverandering

korte e -> i 

lange e -> ie


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De uitgangen blijven zoals de zwakke ww
ich - > e
du -> st
er/sie/es/man -> t
wir -> en
ihr -> t
sie/Sie -> en
(fe) esttenten

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sterke werkwoorden

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

e/i of e/ie-Wechsel

De 'e' verandert bij du & er/sie/es in een i of in ie.

* werkwoorden met een korte e (helfen) -> i
* werkwoorden met een lange e (sehen) -> ie

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

sterke ww met e/i-Wechsel

eten -> essen
geven -> geben
helpen -> helfen
nemen -> nehmen
spreken -> sprechen
ontmoeten -> treffen

sterke ww met e/ie-Wechsel

lezen -> lesen
zien -> sehen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sterke werkwoorden met een e in de stam krijgen in de t.t. bij du en er/sie/es een i of ie
Lange e wordt-ie
lesen
ich lese
du liest
er/sie/es liest
wir lesen
ihr lest 
sie/Sie lesen


Korte e wordt-i
essen
ich esse
du isst
er/sie/es isst
wir essen
ihr esst
sie/Sie essen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

E/i-Wechsel
(uitzonderingen)
1. De sterke ww geben, nehmen en treten 
    hebben een lange klank, maar krijgen een i 
    ipv een ie.
   nehmen - du nimmst - er/sie/es nimmt
   geben - du gibst - er/sie/es gibt
   treten - du trittst - er/sie/es tritt
2. De sterke ww gehen en (ver)stehen 
     hebben geen e/i-Wechsel. 
    gehen -  du gehst - er/sie/es geht
    (ver)stehen - du (ver)stehst - 
                                 er/sie/es (ver)steht

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jetzt du!
รœbung macht den Meister.

(oefening baart kunst)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie geht es dir?
๐Ÿ˜’๐Ÿ™๐Ÿ˜๐Ÿ™‚๐Ÿ˜ƒ

Slide 14 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

lesen
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
lese
liest
liest
lesen
lest
lesen

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

treffen
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
treffe
trifft
triffst
treffen
trefft
treffen

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tekst
ich sehe
du siehst
er/sie/es sieht
wir sehen
ihr seht
sie sehen
Sie sehen
ik zie
jij ziet
hij/zij/het ziet
wij zien
jullie zien
zij zien
U ziet

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tekst
ich spreche
du sprichst
er/sie/es spricht
wir sprechen
ihr sprecht
sie sprechen
Sie sprechen
ik spreek
jij spreekt
hij/zij/het spreekt
wij spreken
jullie spreken
zij spreken
U spreekt

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij sterke werkwoorden met een korte e-klank in de stam:
A
e->ie
B
e-> ee
C
e->i
D
er verandert niets

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij sterke werkwoorden verandert met een lange e-klank:
A
e->i
B
e->ie
C
e->ee
D
er verandert niets

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer treedt er bij de sterke werkwoorden een verandering op?
Bij de ...
A
ich-, du-, er-vorm
B
du-, er-, sie-, es-vorm
C
er- , sie-, es-vorm
D
du-, wir-, ihr-vorm

Slide 21 - Quizvraag

Man trรคgt oft Lederhosen auf dem Bierfest in Mรผnchen.
Wer trรคgt dann die Lederhosen?
Vul de juiste vervoeging in.
Mein Onkel .......... (sprechen) gut Deutsch.
A
sprecht
B
spriecht
C
spreekt
D
spricht

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul de juiste vervoeging in.
Du (helfen) ......... mir immer gut.
A
hilfst
B
helfst
C
hielfst
D
helpst

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Meine Schwester (lesen) ......... ein Buch.
A
lest
B
lies
C
liest
D
leest

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Du ......... (geben) mir ein Geschenk.
A
gebst
B
gibst
C
gibt
D
giebst

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Meine Tante ........... (nehmen) uns mit.
A
nimmt
B
nihmt
C
nehmt
D
niemmt

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

(helfen) Mein Vater ... mir immer bei den Hausaufgaben.

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

(geben) Der Arzt ... Meike eine Spritze.

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

(lesen) Was ... du am liebsten?

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal en vul de juiste vorm in:
lezen - ... ihr auch gerne Comics?

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal en vul de juiste vorm in:
geven - Er ... im Praktikum alles.

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal en vul de juiste vorm in:
helpen - Es ..., wenn du dich dafรผr interessierst.

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal en vul de juiste vorm in:
eten - Monika ... am liebsten Nudeln.

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal en vul de juiste vorm in:
nemen - ... du auch eine Cola?

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal en vul de juiste vorm in:
lezen - Welches Buch ... du gerne?

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal en vul de juiste vorm in:
zien - Wann ... wir uns wieder?

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal en vul de juiste vorm in:
nemen - Was ... ihr zum Essen?

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal en vul de juiste vorm in:
spreken - Boris ... im Ausland gerne Englisch.

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal en vul de juiste vorm in:
eten - Meine Freunde ... gerne Pizza!

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik snap deze grammatica - ik kan de sterke werkwoorden op de juiste manier vervoegen.
๐Ÿ˜’๐Ÿ™๐Ÿ˜๐Ÿ™‚๐Ÿ˜ƒ

Slide 40 - Poll

Deze slide heeft geen instructies