WKPV2 Hoofdstuk 2 Milieuwetgeving

WKPV2 
 



                                         Hoofdstuk 2
                                            Milieuwetgeving
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
HandhavingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

WKPV2 
 



                                         Hoofdstuk 2
                                            Milieuwetgeving

Slide 1 - Tekstslide

STRAFBAARHEIDSTELLING
STRAFBAARHEIDSSTELLING: (waar vind ik dat?)

  • Wetboek van SR: in het artikel van de verboden gedraging zelf
  • In een bijzondere wet of verordening: in 1 of meer centrale artikelen met de strafbaarstelling van de feiten uit die wet
  • In de Wed: in artikel 6 van de Wed


 



Slide 2 - Tekstslide

WETBOEK VAN SR
  • Norm
  • Sanctie
  • Kwalificatie

Staat allemaal in het artikel 

Slide 3 - Tekstslide

BIJZONDER WETTEN OF VERORDENING
Staat de strafbaarheidstelling meestal niet in het artikel maar in een centraal artikel bijv:
Overtreding van artikel 6 wordt gestraft met:
a. gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vierde categorie, indien het een ongeval betreft waardoor een ander wordt gedood;

Artikel 6 WvW: Het is een ieder die aan het verkeer deelneemt verboden zich zodanig te gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval plaatsvindt waardoor een ander wordt gedood of waardoor een ander zwaar lichamelijk letsel wordt toegebracht of zodanig lichamelijk letsel dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden ontstaat.

Slide 4 - Tekstslide

MISDRIJF OF OVERTREDING?
In het W.v.Sr:  Boek 2   Misdrijven
                            Boek 3   Overtredingen
In een bijzondere wet of verordening: centraal artikel dat de feiten uit die wet als M of O aanwijst
In de Wed:     Aangegeven in artikel 2 van de Wed
                           Deel van de delicten = altijd misdrijf
                          Deel van delicten misdrijf of overtreding door wel/geen opzet
                          Deel van de delicten = altijd een overtreding



Slide 5 - Tekstslide

STRAFBAARHEIDSTELLING WET ECONOMISCHE DELICTEN
SOMMIGE BIJZONDERE WETTEN (BV MILIEUWET) BEVAT HET ARTIKEL GEEN:
SANCTIE 
EN 
STAAT NIET AANGEGEVEN OF HET  OM EEN MISDRIJF  OF OVERTREDING GAAT
DEZE STAAN DAN BEIDEN IN DE WET ECONOMISCHE DELICTEN


Slide 6 - Tekstslide

WERKING WET WED

  1. Artikel 1 sub 1 t/m 5en artikel 1a sub 1 t/m 3 wijzen de economische delicten aan (‘8 categorieën’)
  2. Artikel 2 (per categorie) bepaalt welk artikel een misdrijf of overtreding zijn (verschil zit in opzet wel of niet)
  3. Artikel 6 (per categorie) stelt de sanctie 



Slide 7 - Tekstslide

OPDRACHT
WERK HET VOLGENDE WETSARTIKEL UIT:

  1. Economisch delict? Welk artikel wijst t aan?
  2. Misdrijf/overtreding?
  3. Strafbaarheidstelling waar en wat? (sanctie)



Slide 8 - Tekstslide

OPSPORINGSBEVOEGDHEDEN WET WED
Uitlevering vorderen voorwerp (ook aan de verdachte)
Inzage gegevens vorderen
Medewerking vorderen aan de opsporing (ook aan de verdachte)
Alle plaatsen betreden (Niet alleen ter aanhouding of ter IBSN)
Verpakkingen openen en monsters nemen
Vervoermiddel + lading onderzoeken
Verdenking SF niet noodzakelijk Aanwijzing SF is voldoende (doelcriterium)
Opzettelijk niet voldoen vordering = misdrijf 26 Wed




Slide 9 - Tekstslide

Een opsporingsambtenaar heeft een min of meer concrete aanwijzing dat er binnen een bedrijf sprake is van een economisch delict. Om dat te kunnen bewijzen heeft hij de administratie nodig waarin de afvoer van afvalstoffen is vastgelegd. Wat is juist in deze situatie?

A
Hij is niet bevoegd om als opsporingsambtenaar op te treden, aangezien er nog geen sprake is van een redelijk vermoeden van een strafbaar feit.
B
Hij is bevoegd om als opsporingsambtenaar de inzage te vorderen van die administratie
C
elke opsporingsambtenaar kan altijd alles ter inzage vorderen. ook als dit niet met zijn taak te maken heeft
D
Inzage vorderen van de administratie is geen opsporingsbevoegdheid en kan alleen binnen toezicht als toezichthouder.

Slide 10 - Quizvraag

Welke economische delicten worden als misdrijf aangemerkt?
A
alle economische delicten waarbij sprake is van opzet
B
de aangewezen economische delicten waarbij sprake is van opzet
C
de aangewezen economische delicten waarbij sprake is van schuld

Slide 11 - Quizvraag

WET MILIEUBEHEER
HOODSTUK 2.3

Slide 12 - Tekstslide

WET MILIEUBEHEER (WMB)
Raamwet met daarin de grote lijnen/kaders
In de Wmb belangrijke definities zoals:
  • inrichting
  • huishoudelijk afval
  • bedrijfsafval
Onderdelen uitgewerkt in:
 AMvB’s en Min.regelingen
ASV (Afvalstoffen verordering)






Slide 13 - Tekstslide

OMGEVINGSVERGUNNING
Eén geïntegreerde vergunning voor:
 bouwen, wonen, monumenten, ruimte, natuur en milieu

Beschermt het belang van het milieu

ook wel milieuvergunning genoemd

Slide 14 - Tekstslide

BEDRIJFSMATIGE ACTIVITEITEN
Die belasting voor milieu kunnen vormen moeten:
  1. Beschikken over een milieuvergunning en voldoen aan de regels die de vergunning stelt;
  2. Of zij moeten voldoen aan de algemeen gestelde regels uit het activiteitenbesluit


Slide 15 - Tekstslide

ACTIVITEITENBESLUIT
  • Belangrijke AMVB (komt voort uit WmB)
  • Regels voor bedrijven zonder vergunningsplicht
  •  (wel meldplicht)
  • Deelt bedrijven op in 3 categorieën n.l.:
  • A.  geen vergunning of meldplicht
  • B. meldplicht en houden aan activiteitenbesluit
  • C. Vergunningplicht

Slide 16 - Tekstslide

Categorieën 
  • A:  bedrijven waarvan de activiteiten weinig invloed hebben op het milieu, bv kantoren, banken en peuterspeelzalen
  • B: meldplicht en houden aan activiteitenbesluit m.b.t. de categorie bedrijven waartoe ze behoren, bv: horeca, tandheelkundige laboratoria en metaalelectrobedrijven.
  • C: Overge bedrijven waarvan de activeiten vergunningsplicht behouden, vb: ziekenhuizen, betoncentrales enz.
  • zonder vergunning werken of melden bij een meldplicht is strafbaar!!

Slide 17 - Tekstslide

Veel wettelijke regels zijn alleen van toepassing op een inrichting. Waaronder:

  • De plicht een omgevingsvergunning te hebben en om zich aan de vergunningsvoorschriften te houden
  • Of een melding aan het bevoegd gezag te doen en zich te houden aan de algemene regels (AMvB) voor die categorie
  • Sommige, niet-milieubelastende inrichtingen, hoeven geen vergunning en geen melding te doen



Slide 18 - Tekstslide

WAT IS DAN EEN INRICHTING?

Slide 19 - Tekstslide

INRICHTING =
  1. Activiteiten in het Bor (AMvB) aangewezen als inrichting
  2. Iedere andere activiteit die aan de definitie van artikel 1.1 Wmb voldoet
Artikel 1.1 Wmb: een inrichting is door de mens ondernomen bedrijvigheid bedrijfsmatig
Of in een omvang alsof bedrijfsmatig binnen een zekere begrenzing die pleegt te worden verricht


Slide 20 - Tekstslide

Uitwerking art. 1.1. WmB
Bedrijfsmatige activiteit of bedrijfsmatige omvang:
winstoogmerk is niet vereist/ maakt wel sterker

Hobbymatig + bedrijfsmatige omvang = inrichting
Binnen een zekere begrenzing : 
min of meer op een bepaalde locatie, juridisch afgesloten is voldoende (afgehuurd terrein)
niet op de openbare weg als het om activiteiten gaat ( bij hinder APV)

Pleegt te worden verricht: structureel karakter/langere tijd of regelmaat niet eenmalig of kortdurend (> 6 maanden)

Slide 21 - Tekstslide

Wanneer iemand oliebollen bakt om geld in te zamelen voor zijn sportvereniging:
A
Is dat een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer wanneer daarmee een winstoogmerk wordt nagestreefd.
B
Kan dat, afhankelijk van de omvang en het structurele karakter daarvan, aangemerkt worden als een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer.
C
Is dat geen inrichting in de zin van de Wet milieubeheer.
D
A-B-C zijn allemaal juist

Slide 22 - Quizvraag

CASUS
Een man huurt een garagebox onder zijn flatwoning. In deze
garagebox is plaats voor één personenauto. 
Hij is erg handig met auto’s en sleutelt in die garage al jaren bijna elke woensdag en zaterdag aan zijn eigen oldtimer die hij daar heeft staan.



Slide 23 - Tekstslide

IS DE GARAGEBOX EEN INRICHTING?
MOTIVEER JE ANTWOORD

Slide 24 - Open vraag

CASUS
Een man huurt een garagebox onder zijn flatwoning. In deze
garagebox is plaats voor één personenauto. Hij is erg handig met auto’s en sleutelt in die garage al jaren bijna elke woensdag enzaterdag aan auto’s van anderen. Hij verricht reparaties en voertonderhoud uit aan deze auto’s. Het betreft een activiteit
(sleutelen) die binnen een zekere begrenzing (garagebox) pleegt(meer dan een half jaar) te worden verricht.

Slide 25 - Tekstslide

IS DE GARAGEBOX EEN INRICHTING MOTIVEER JE ANTWOORD

Slide 26 - Open vraag

AFVALSTOFFEN
De definities van Huishoudelijk en bedrijfsaval staat in 
voegt daar nog een onderdeel aan toe

Slide 27 - Tekstslide

Opdracht
Zoek de volgende termen op en omschrijf wat ze betekenen:
  • Huishoudelijke afvalstoffen
  • Bedrijfsafvalstoffen
  • Straatafval
  • Zwerfafval 
  • KCA
  • Gevaarlijke stoffen

Slide 28 - Tekstslide

ANTWOORDEN
  • Huishoudelijke afvalstoffen: ieder afval uit een particulier                                                                           huishouden inclusief KCA
  • Bedrijfsafvalstoffen: ieder afval anders dan uit een huishouden
  • Straatafval: van zeer beperkte omvang
  • Zwerfafval: ontstaat bij onzorgvuldig handelen
  • KCA:  huishoudelijk afval waar gevaarlijke stoffen in zitten
  • Gevaarlijke stoffen: ingezamelde gevaarlijke stoffen uit huishouden + overige gevaarlijke afvalstoffen (aparte categorie dus geen huishoudelijke- of bedrijfsafvalstoffen)


Slide 29 - Tekstslide

ASV (afvalstoffen verordering)
WmB  (art. 10.23 ) geeft plicht en bevoegdheid aan de Gem.raad de ASV vast te stellen.
  1. Waar staat art. 10.23 WmB genoemd in de WED?
  2. Is het een overtreding of misdrijf?
  3. Wat is de sanctie?


Slide 30 - Tekstslide

INHOUD ASV

In art. 10.24 t/m 10.27 WmB staan de regels welke gesteld kunnen worden kort samengevat regels over :
  • Regels t.a.v. aanbieden + inzamelen van huish. afvalstoffen
  • dagen/tijden/plaatsen en de wijze waarop
  • E.v.t. dergelijke regels (deels) voor bedrijfsafvalstoffen
  • Regels t.a.v. straatafval/zwerfafval
  • Verbod afval te dumpen
  • Verbod straatafval achter te laten
  • In de APV verbod afval te verbranden binnen het stookverbod van de APV




Slide 31 - Tekstslide

ASV OVER BEDRIJFSAFVALSTOFFEN
Aanbieden van bedrijfsafvalstoffen kan ook verder geregeld worden in de ASV (is geen plicht gemeenteraad)

Regels vaak min of meer gelijk aan het aanbieden van huishoudelijk afval: aan de inzameldienst
                                         - geen ander afval dan bedrijfsafval
                                        - in afzonderlijke categorieën aanbieden
                                        -  niet anders dan via aangewezen inzamelmiddel
                                         - niet op andere wijze, dagen en tijden dan krachtens de                                                ASV is vastgesteld

Slide 32 - Tekstslide

VERBODSBEPALINGEN ASV  M.B.T. AANBIEDEN
Het is verboden om:
  • Huishoudelijke afvalstoffen aan een ander aan te bieden dan de aangewezen inzameldienst (in ASV)
  • De categorieën huishoudelijke afvalstoffen zoals bepaald in de ASV anders dan afzonderlijk ter inzameling aan te bieden
  • De huishoudelijke afvalstoffen anders aan te bieden dan via het betreffende inzamelmiddel
     of inzamelvoorziening of afvalbrengstation



Slide 33 - Tekstslide

VERBODSBEPALINGEN ASV  M.B.T. INZAMELING
Het is verboden om:

  • Andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel of inzamelvoorziening aan te bieden, dan de categorie waarvoor dit inzamelmiddel of deze inzamelvoorziening is bestemd
  • Huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze ter inzameling aan te bieden dan krachtens de ASV is bepaald
  • Huishoudelijke afvalstoffen op andere dagen en tijden ter inzameling aan te bieden dan krachtens de ASV is bepaald



Slide 34 - Tekstslide

KRACHTENS ASV ……………?
Uitvoeringsbesluit (besluit van College van B&W) met specifieke regels voor het aanbieden
Geen besluit = geen overtreding van dit ASV-artikel
 Bij een PV van overtreding van een artikel uit dit besluit, dit besluit als bijlage bijvoegen  (Maakt deel uit van de ‘tenlastelegging).
Voorbeelden:
‘ Besluit inzameldagen en inzameltijden’  en 
‘ Besluit inzameling grove huishoudelijke afvalstoffen'


Slide 35 - Tekstslide

Verbod afval dump geen straatafval of verkeerd aanbieden!
Overeenkomsten met 10.2 Wmb
Het verbiedt om afvalstoffen op of in de bodem te brengen of achter te laten op een manier die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu. 
Dit stortverbod slaat op alle soorten van afval, waaronder huishoudelijk afval.
De buitengewoon opsporingsambtenaar is bevoegd voor dit feit. 
Het feitenboekje kent voor de particulier feitcode H096. 
 Deze feitcode is daarmee niet van toepassing bij het dumpen van bedrijfsafval. 




Slide 36 - Tekstslide

Verbod straatafval ASV
Achterlaten straatafval
Beperkt zich tot straatafval
Anders dan in de afvalbak
Feitcode H022

Slide 37 - Tekstslide

De ASV over bedrijfsafvalstoffen
De gemeenteraad is niet verplicht om in de ASV regels vast te stellen betreffende de inzameling van bedrijfsafvalstoffen. 
Veel gemeenten hebben wel gedaan door :
Een deel van de regels betreffende de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen van toepassing te verklaren op de inzameling van bedrijfsafval.

Slide 38 - Tekstslide

ASV KORT SAMENGEVAT
Stelt vooral regels aan het (gescheiden) aanbieden en overdragen van huishoudelijke afvalstoffen. 
Bestuursbesluiten krachtens de ASV bepalen op welke plaats, tijd en op welke wijze de diverse afzonderlijke soorten van huishoudelijk afval aangeboden moeten worden. 

De ASV kan eventueel ook regels stellen aan het aanbieden van bedrijfsafval.

 

Enkele artikelen die het verbieden om afval op of in de bodem te brengen, afvalstoffen te verbranden, straattafval achter te laten, aangeboden afvalstoffen te doorzoeken en enkele bepalingen ter voorkoming van zwerfafval.

Slide 39 - Tekstslide

ZORGPLICHTARTIKEL 10.1 WMB
Artikel 10.1 WMB 
Strafbaar is degene die:
Handelingen met afval verricht
en daarbij bewust het risico neemt op eventuele nadelige gevolgen voor het milieu
en die niet alle maatregelen neemt die redelijkerwijs zijn vereist om het risico te voorkomen of te beperken
Geen absoluut verbod op bepaalde handelingen
Maar een plicht tot zorgvuldigheid bij die handelingen met afval

Slide 40 - Tekstslide

CASUS zorgplicht
Een boer sloopt een schuurtje bij zijn boerderij. Hij had kunnen weten dat het schuurtje onderdelen bevatte die asbesthoudend zijn. De toezichthouder van de gemeente constateert dat er een berg met puin aanwezig is op het erf en dat daarin asbesthoudende deeltjes aanwezig zijn. De berg met puin ligt onafgedekt op het onverharde erf.

Slide 41 - Tekstslide

Hoe denk je dat de rechter zal oordelen? Is de boer strafbaar?

Slide 42 - Open vraag