- Lees blz. 41 t/m 43 (vanaf het kopje 'misdrijven opsporen')
- Zorg dat je na het lezen de volgende vragen kunt beantwoorden:
- Voor welke opsporingsbevoegdheden heeft de politie
geen toestemming nodig?
- Voor welke opsporingsbevoegdheden heeft de politie wel toestemming nodig?
- Wat doet een officier van justitie?
- Hoe heet de verzameling van alle gegevens in een politieonderzoek?
- Welke drie keuzes heeft de officier van justitie als alle gegevens zijn verzameld in een politieonderzoek? Leg alle drie de keuzes goed uit en benoem wanneer de OvJ welke keuze waarschijnlijk zal maken?
3. Klaar? Lees 2.4 vast door en maak het huiswerk voor de paragraaf (zie Magister)