31-03-25 M3a Cursus taal §1 Waar komen woorden vandaan?

Welkom M3a!
Cursus 4: TAAL
 §1 Waar komen woorden vandaan?

Ga zitten volgens de plattegrond. 
Open je boek op blz. 92
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom M3a!
Cursus 4: TAAL
 §1 Waar komen woorden vandaan?

Ga zitten volgens de plattegrond. 
Open je boek op blz. 92

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

  • Je weet wat etymologie is.
  • Je weet dat veel Nederlandse woorden afkomstig zijn uit oude en andere talen.
  • Je weet waarom woorden in verschillende talen op elkaar lijken.
Lesdoelen

Slide 3 - Tekstslide

Planning Periode 3
  • SLO Cursus 9: Woordenschat
     Paragraaf 1 t/m 4
  • Herhalen spelling, formuleren en grammatica 
  • Fictie

Toets in toetsweek --> 
Schrijfvaardigheid: het schrijven van een artikel en een zakelijke e-mail.

Slide 4 - Tekstslide

Planning vandaag
  • Uitleg paragraaf 1 (blz. 92/93)
  • Samen oefenen
  • Opdrachten maken
  • Afsluiting

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Heb je goed opgelet?


Er volgen nu een aantal vragen.

Slide 7 - Tekstslide

Met welke taal is het Nederlands niet nauwverwant?
A
Fries
B
Engels
C
Duits
D
Frans

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de moedertaal van het Nederlands?
A
Nederduits
B
Standaardnederlands
C
Germaans
D
Engels

Slide 9 - Quizvraag

Wat was het eerste Nederlandse woord?
A
Unn
B
Enn
C
Ann
D
Inn

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent het woord 'Ann'?
A
Ik wil
B
Ik gun
C
Ik loop
D
Ik moet

Slide 11 - Quizvraag

Wat staat hier?
'Hebban olla vogala nestas hagunnan.'

Slide 12 - Open vraag

Begrippen
Etymologie: herkomst en geschiedenis van een woord.
Germaans: de taal die werd gesproken door volkeren en stammen die woonden in Scandinavië. 
Latijn: de taal die vroeger door de Romeinen gesproken werd en die in de middeleeuwen in Europa de schrijftaal was.

Veel Europese talen kennen hun oorsprong in Latijn

Slide 13 - Tekstslide

Woorden in verschillende talen die op elkaar lijken

Hoe kan dat?

Veel Europese talen kennen hun oorsprong in het Latijn. Latijnse woord voor huiskat is bijvoorbeeld: cattus.

Kat --> Duits; katze, Engels;cat, Pools; kot, Frans; chat

Slide 14 - Tekstslide

Heb jij nog een voorbeeld van woorden in verschillende talen die op elkaar lijken?

Slide 15 - Woordweb

Leenwoorden
Woorden die we overnemen (hebben geleend) vanuit een andere taal. 

Denk aan: 
Bureau --> Frans
Schnitzel --> Duits
Make-up --> Engels

Slide 16 - Tekstslide

DUITS
FRANS
ENGELS
douche
racket
schwalbe
sowieso
container
ambulance
chocolade
überhaupt

Slide 17 - Sleepvraag

Wat?
Opdracht 1 & 3 (blz. 92-93)
Hoe?
Je mag zachtjes overleggen. Lukt dit niet dan werk je alleen en in stilte.
Hulp
Steek je vinger op als je een vraag hebt.
Tijd
10 minuten. Daarna gaan we afronden.
Klaar?
Voltooi cursus 9 Woordenschat

Weer klaar? Download de woordenlijsten van iedere § en leer de woorden/uitdrukkingen
Opdrachten maken
timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide