engels recap unit 2

Welcome back to English class!

- Find a seat.
- Grab your workbook, notebook and pen. 
- Take out your reading book as well! 
- Class starts when the timer goes off!
timer
3:00
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Welcome back to English class!

- Find a seat.
- Grab your workbook, notebook and pen. 
- Take out your reading book as well! 
- Class starts when the timer goes off!
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

planning mondeling doornemen

Reading 
timer
15:00

Slide 2 - Tekstslide

Reading quietly for 10 minutes at the start of the lesson is a great way to focus and get into the right mindset for learning. It helps them relax, improve their language skills, and get better at understanding English. Plus, reading regularly will help expand vocab and become more comfortable with the language. improving skills in overal.
Today's planning 27-11-2024
  • Reading
  • Last poster presentations
  • Recap Unit 2
  • Self-test --> catch up

Goal: Today we’ll review key topics and do a self-test to check your understanding and tackle any weaknesses



Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Presentation time!
Each group presents their poster. max 5 min
Explain the grammar rules and examples.
Answer any questions from your classmates!
Get feedback from your classmates
timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

feedback: Was de uitleg duidelijk en klopte het. 

Postermarkt, inplaats van presenteren. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Time and Data

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


What time is it?
15:15
A
Quarter over three
B
Quarter to three
C
Quarter past three
D
Quarter for three

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


What time is it?
11:55
A
five for twelve
B
fifty-five past one
C
fifty-five over one
D
five to twelve

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


What time is it?
A
six o'clock
B
six clock
C
six hour
D
six hours

Slide 9 - Quizvraag

niet a clock niet clock niet oclock, o'clock! 

What time is it?
A
Half nine
B
Half to ten
C
Half ten
D
Half past nine

Slide 10 - Quizvraag

goe dopletten, niet half past 10 but half past 9, 30 min VOORBIJ 9 
What is the ordinal number of 1, 2 , 3?
A
One, two , three
B
oneth, twooth, threeth
C
First, second, third
D
1st, 2nd, 3rd

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De juiste vertaling van woensdag is:
A
wensday
B
Wensday
C
wednesday
D
Wednesday

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The months AND days are ALWAYS capitalized.
A
false
B
true

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het rangtelwoord 9de is
A
ninth
B
nineth
C
nine

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Write the answer down in your notebook!

What date is it today?
What date is it tomorrow?

Slide 15 - Tekstslide

Let students write the answers down individually. 
Today: Wednesday the twenty-seventh of November
Wednesday November the twenty-seventh
Tomorrow:                                                                                 

Slide 16 - Tekstslide

Wednesday November the twenty-seventh/ Wednesday the twenty-seventh of november 

tomorrow: Thursday the twenty eighth of november. Let a student write it down on the bord. 
Today: Wednesday the twenty-seventh of November
Wednesday November the twenty-seventh
Tomorrow:  Thursday the twenty-eighth of November
Thursday November the twenty-eighth

Slide 17 - Tekstslide

Wednesday November the twenty-seventh/ Wednesday the twenty-seventh of november 

tomorrow: Thursday the twenty eighth of november. Let a student write it down on the bord. 
To be going to 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TO BE GOING TO
Wanneer?
Om aan te geven wat iemand van plan is of wat zeker zal gebeuren.
Hoe?
am/is/are + going to + hele ww
Voorbeeld?
I am going to visit my friend this weekend.

Slide 19 - Tekstslide

overlaten z=schrijven

'to be going to'
Hoe maak je een

(+) Bevestigende zin?
(-) Ontkennende zin?
(?) Vraagzin?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'to be going to'
Hoe maak je een

(+)Bevestigende zin: Am / is / are + going to + hele ww
(-)Ontkennende zin: Am / is / are + not + going to + hele ww
(?)Vraagzin:Am / is / are (vooraan in de zin) + going to + hele ww

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

to be going to + hele ww
(+) I ____ help him.

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

to be going to + hele ww
(?) ______(he - play) tennis?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

What are possesive pronouns?

Slide 24 - Tekstslide

bezittelijkvoornaamwoord, voorwat wordt t gebruitk, aanduiden bezit, en naamwoord te vervangen. my mine your yours. 
What are possesive pronouns?
Possessive pronouns (bezittelijke voornaamwoorden) worden gebruikt om aan te geven dat iets van iemand is. Ze geven bezit of eigendom aan.

Slide 25 - Tekstslide

bezittelijkvoornaamwoord, voorwat wordt t gebruitk, aanduiden bezit, en naamwoord te vervangen. my mine your yours. 
Choose the correct possesive pronoun.
That ball is ................ (van hem).


A
her
B
his
C
my
D
their

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Write down the possesive pronoun.
The boys are working on ....... (hun) homework.

Slide 27 - Open vraag

their, hun
 there, daar
 they're, zij zijn 
Have got

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Have got = Hebben
Wanneer: Als je wilt aangeven dat iemand iets bezit. Dat kan een voorwerp zijn, of een eigenschap, een relatie of zelfs een ziekte.
Vb: 
I have got a cat  and he has got two sisters.                 
She has got a headache
They have got a big house 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammar: Have got = Hebben
I
have got
you 
have got
he/she/it
has got
we 
have got
you
have got
they
have got
timer
2:00

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vul de juiste vorm van 'have got' in:
My dad ... (have got) blue eyes.
A
has got
B
have got
C
had got

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul de juiste vorm van 'have got' in:
They ... (not - have got) three sisters.
A
hasn't got
B
have got
C
haven't got
D
has got

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

'Have got' gebruik je bij:
A
I, You, He, She, It
B
He, She, It
C
You, He, We, They
D
I, You, We, They

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Plural 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plural of:
A
shoe
B
shoes
C
schoenen
D
shoos

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Plural of:
A
puppies
B
puppy's
C
puppys
D
puppen

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Plural of: hero
A
heroes
B
hero's
C
heros
D
held

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Plural of:
A
sheeps
B
sheep
C
schapen
D
sheep's

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Butterflies
B
butterflys
C
butterflie's
D
butterfly's

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Let's get to work!
What?
- Complete the self-test on your own and check your answers. 
- Choose at least two catch-up assignments to practice your weakest topics.
How?
Work alone and quietly.
Done?
- Study the words and sentences from Units 2 (page 99).

timer
20:00

Slide 40 - Tekstslide

get ahead: Maak een verhaal met minimaal 15 woorden van unit 2 vocab. denk aan grammatica gebruiken van dit hoofdstuk zoals data, going to, have got, possesive pronouns, plural etc.
Worksheets
  • You've just made the SELF-TEST, which topic  do you want  or need to improve on? 
  • Choose at least one topic to practice more on your own
  • Worksheets will be uploaded to Teams.

Homework for next Wednesday: Complete one worksheet. 

Slide 41 - Tekstslide

go through 1 or 2 topics from the worksheets together as a class. show them how these exercises can help them practice at home. 

upload all the worksheets to Teams.
they can choose any topic to practice more on their own, a topic that they want or need to improve on.

This is homework for next Wednesday—they can check their answers afterward.
End of class 
Lesdoel behaald? 


afsluiter: Quizlet!

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies