Oefentoets spelling blok 1 en 2
De jongen.....het diner voor zijn vriendin.
A
betalt
B
betaal
C
betaalt
D
betaald
1 / 18
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
De jongen.....het diner voor zijn vriendin.
A
betalt
B
betaal
C
betaalt
D
betaald
Slide 1 - Quizvraag
Waar ......zich de uitgang?
A
bevint
B
bevind
C
bevindt
D
bevintd
Slide 2 - Quizvraag
.......jij ook van andijvie?
A
hout
B
houd
C
houdt
D
houtd
Slide 3 - Quizvraag
Noem drie werkwoorden waarbij de ik-vorm niet hetzelfde is als de stam.
Slide 4 - Open vraag
Noem drie werkwoorden waarbij de ik-vorm hetzelfde is als de stam.
Slide 5 - Open vraag
Hier staat: roepen. wat is de stam? wat is de ik-vorm?
Slide 6 - Woordweb
Hier staat : lachen. Wat is de stam en wat is de ik-vorm?
Slide 7 - Woordweb
Hier staat: glanzen. Wat is de stam. Wat is de ik-vorm?
Slide 8 - Woordweb
Verleden tijd. Mijn broer......me altijd.
A
plagte
B
plaagte
C
plagde
D
plaagde
Slide 9 - Quizvraag
verleden tijd. Het bedrijf .....illegaal afval in de rivier.
A
loosde
B
looste
C
loozde
D
loozte
Slide 10 - Quizvraag
Noteer bij elk werkwoord de juiste ik-vorm en wij-vorm verledentijd. verpotten;huilen;verwoorden
Slide 11 - Open vraag
In deze zin is ....de persoonsvorm.
De stratenmaker houdt niet van regen.
De stratenmaker houdt niet van regen.
A
De stratenmaker
B
houdt
C
niet
D
van regen
Slide 12 - Quizvraag
De stam van het werkwoord houden is....
A
houd
B
houdt
C
houden
Slide 13 - Quizvraag
Je gebruikt in de zin: De stratenmaker houdt niet van regen de regel..
A
hele werkwoord
B
ik-vorm
C
ik-vorm +t
Slide 14 - Quizvraag
Wat is het voltooid deelwoord van schrijven?
Slide 15 - Woordweb
Wat is het voltooid deelwoord van zwemmen?
Slide 16 - Woordweb
Wat is juist?
A
activiteit
B
activitijd
C
activiteid
D
actieviteit
Slide 17 - Quizvraag
Wat is de juiste uitgang bij le...
A
luk
B
lik
C
leik
