Les 2.0. Les 3 Hoe kan je GOED omgaan met dementie?


GOED DAT WE BINNEN ONZE OPLEIDING LEREN HOE WE GOED KUNNEN OMGAAN MET IEMAND MET DEMENTIE!
JA
NEE
WEET IK NIET
1 / 18
volgende
Slide 1: Poll
BurgerschapMBOStudiejaar 1-4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les


GOED DAT WE BINNEN ONZE OPLEIDING LEREN HOE WE GOED KUNNEN OMGAAN MET IEMAND MET DEMENTIE!
JA
NEE
WEET IK NIET

Slide 1 - Poll

Vraag uit waarom.
HET LEVEN MET DEMENTIE

Les 3: hoe kan jij GOED omgaan met mensen met dementie?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het eind van de les weet je:
hoe je goed kan omgaan met mensen met dementie.
- wat jij kan doen om ervoor te zorgen dat mensen met dementie 
zo lang mogelijk mee kunnen blijven doen met het dagelijkse leven.


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EVEN TERUGBLIKKEN

Slide 4 - Tekstslide

Stel wat vragen over de vorige lessen.
1. Wat is dementie.
2. Wat is het verschil tussen de ziekte van Alzheimer en dementie?
3. Wat waren de hartenkreten en noem er eens 1?


IK VIND OMGAAN MET DEMENTIE MAKKELIJK.
JA
NEE
WEET IK NIET

Slide 5 - Poll

Deze slide heeft geen instructies


IK ZOU IEMAND MET DEMENTIE WEL WILLEN HELPEN, MAAR IK WEET NIET HOE.
JA
NEE
WEET IK NIET

Slide 6 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

GOED
Er is een ezelsbruggetje om GOED om te gaan met iemand met dementie. Iedere letter staat voor een handeling.

Slide 8 - Tekstslide

Uitleg van GOED-methode. Leg de methode uit met een voorbeeld uit eigen ervaring.
Geruststellen
Praat op kalme toon, stel jezelf voor en stel gerust. Probeer niet te verbeteren, maar wees juist bemoedigend in het contact.
Oogcontact
Maak oogcontact om na te gaan of je wordt begrepen. Geef de
persoon met dementie de tijd om te reageren. Gebruik korte zinnen en stel simpele vragen. Liefst één vraag per keer. Probeer geen vragen te stellen over dingen die kortgeleden zijn gebeurd.
Even meedenken
Vraag de persoon met dementie of je mag helpen. Leef mee met ideeën en wensen en betrek hem of haar bij de oplossing. Zeg wat je gaat doen.
Dankjewel
Sluit het gesprek goed af. Dank je wel dat je iemand met dementie hebt geholpen. Zo help jij mee Nederland dementievriendelijk te maken.
Aanvullende omgangstip: vat boosheid of wantrouwen van iemand met dementie niet persoonlijk op. En praat mét iemand met dementie en niet over iemand.
Wanneer pas je de GOED-methode niet toe?
Op het moment dat er gevaar dreigt en je gelijk moet ingrijpen.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

WAT ZOU JOUW REACTIE ZIJN ALS JE ACHTER DEZE MENEER STAAT?


Slide 11 - Tekstslide

Uitvragen. Misschien is een eerste reactie irritatie omdat je haast hebt.

G   GERUSTSTELLEN
WAT KAN JE TEGEN MENEER ZEGGEN OM HEM GERUST TE STELLEN?
A
"Lastig he! Maar als u ze erop legt scant hij ze vanzelf".
B
"Goedemiddag meneer. Lukt het niet?"
C
"Goedemiddag meneer. U heeft een paar mooie boeken gelezen zie ik."

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Tekst
O Oogcontact maken
Je vertelt wat er volgens jou aan de hand is en je kijkt of hij het begrijpt. Wat doe je? Je vertelt wat er volgens jou aan de hand is en je kijkt of hij hetbegrijpt. Wat doe je? 
A

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



Je vertelt wat er volgens jou aan de hand is en je kijkt of hij je begrijpt. Wat doe je?
O   OOGCONTACT MAKEN
A
Je wijst naar de zelfscan en vraagt "Weet u niet hoe deze computer werkt?"
B
Je zegt: "U snapt het niet he? Misschien kan een medewerker u helpen."
C
Je kijkt hem aan en vraagt: "Bent u hier om boeken in te leveren?"

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


EVEN MEEDENKEN
Hoe ga je meneer verder helpen?
E
A
Je vraagt: "Zal ik even helpen met inleveren?
B
Je zegt: "Als het niet lukt kan u naar de balie." En je loopt weg.
C
Je zegt: "Geen probleem, ik lever ze wel voor u in".

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

DANK JE WEL!
Je hebt meneer geholpen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


STEL, JIJ HEBT JE BEST GEDAAN OM DE GOED-METHODE UIT TE VOEREN, MAAR MENEER WORDT PLOTSELING BOOS. HOE ZOU DAT KUNNEN KOMEN?

Slide 17 - Open vraag

Kan meerdere redenen hebben:

Mensen met dementie:
 
- kunnen vaak in verwarring zijn
- Kunnen lastig de intenties begrijpen
- Kunnen gefrustreerd zijn door het besef van hun beperking
- Persoonlijkheid kan door de dementie veranderen waardoor bv sneller boos of geïrriteerd

Vragen aan de leerlingen:
- Wie vindt dat lastig
- Als dat gebeurt, is dat een reden om daarna niemand meer te helpen?
- Hoe zou je daar goed mee kunnen omgaan?




STEL, JIJ hebt de indruk DIE DE WEG KWIJT IS. JIJ DENKT AAN DEMENTIE. VERTEL EENS HOE JIJ DIE PERSOON VOLGENS DE GOED-METHODE KAN HELPEN. 

Slide 18 - Tekstslide

Vraag hoe je het gesprek aangaat?
Stel eens een openingszin voor
Hoe zou je iemand op weg kunnen helpen.