Taalverzorging

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

Nederlands

week 11

Deze week

1. Oefen je met het schrijven van een zakelijke brief.

2. Bereid je je voor op de toets taalverzorging.

3. Maak je de toets taalverzorging.

Met welk voegwoord verbind je deze 2 zinnen?

Ben jij met de fiets? Ben jij met de bus?

1. maar
2. want
3. of
4. en

Welke zin is goed geschreven?

1. Ik ga echt niet akkoord met wat jij mij aanbied.
2. Ik hoop dat hij nog veranderd.
3. Hoe red jij mensen die in een noodsituatie zitten?
4. Hij heeft zich de hele vakantie in zijn eentje geredt.

Wat kun je over deze zin zeggen?

Er gebeurd nooit iets in dit dorp.

1. gebeurd is verkeerd, het moet gebeurt zijn
2. gebeurd is verkeerd, het moet gebeurdt zijn
3. de zin is goed

Wat is goed?

De verleden tijd van helen (beter worden/herstellen) is..

1. hielden
2. heeldden
3. heelden

Wat is goed?

1. Ik miste jou gisteren.
2. Ik mistte jou gisteren.
3. Ik misste jou gisteren.
4. Ik misstte jou gisteren.

Wat is pv 1?

Ik doe mijn boodschappen op de fiets, want dat is gezonder voor mij.

Wat is onderwerp 1?

Ik doe mijn boodschappen op de fiets, want dat is gezonder voor mij.

Wat is persoonsvorm 2?

Ik doe mijn boodschappen op de fiets, want dat is gezonder voor mij.

Wat is onderwerp 2?

Ik doe mijn boodschappen op de fiets, want dat is gezonder voor mij.

Een zakelijke brief schrijven

[1] Je eigen NAW-gegevens

[2] Plaats, datum 

[3] NAW-gegevens bedrijf

[4] aanhef

Een zakelijke brief schrijven (2)

[5] inleiding: waarom schrijf je (niet met ik beginnen)

[6] kern: uitwerking (niet met ik beginnen)

[7] slot: wat hoop of verwacht je

[8] afsluiting

Een zakelijke brief (deel 3)

[9] ondertekening

[10] verwijzing naar bijlage(n)

Wat kun je doen?

- Maak opdracht 1 en 2 van schrijven hoofdstuk 3 (een zakelijke brief schrijven)

- Oefen voor de toets: ga naar hoofdstuk 2, kies daar voor trainen