Les 5: Immuniteit

1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
WereldoriëntatieBasisschoolGroep 5-8

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 10 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Over welke onderdelen van het menselijk lichaam wil jij graag meer leren?

Slide 2 - Woordweb

WoordWolk

Slide 3 - Tekstslide

In de 1e les vulde je een Woordwolk in.


Ook vulde je je Doelenkaart in bij de start van het blok. Werk je hier nog steeds aan?

In de volgende les ga je  evalueren wat je allemaal geleerd en gedaan hebt 😊.
Eindopdracht:
Alles wat je in dit blok leert over het menselijk lichaam werk je uit in jouw ‘mens in 3D’.
Hoe jouw mens eruit ziet
en hoe jij je kennis daarin
stopt, mag je zelf bepalen.
Wees creatief, laat zien
wat je kan en wat je
allemaal ontdekt hebt.

Slide 4 - Tekstslide

LEERDOELEN Thema Menselijk Lichaam
  • Noteer met een 😊 of ☹ of je onderstaande doelen hebt behaald.
  • Per doel kun je eronder nog uitleg geven waarom je 😊 of ☹ hebt ingevuld.

  1. Ik kan gebruik maken van verschillende informatiebronnen en noteer ook altijd welke bron ik waarvoor gebruikt heb.
  2. Ik kan de relatie leggen tussen minimaal 2 verschillende onderdelen van het menselijk lichaam, zowel waarom die belangrijk voor elkaar zijn als ook wat er gebeurt als 1 van de 2 niet of mindergoed werkt.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is het immuunsysteem?

Het immuunsysteem of afweersysteem is het verdedigingssysteem van het menselijk lichaam. Het beschermt je tegen interne en externe ziekteverwekkers.
Elk mens heeft een immuunsysteem en het bevindt zich door het gehele lijf, onder andere in je huid, darmen, luchtwegen, bloed en lymfestelsel. De onderdelen van het immuunsysteem communiceren


nauw met elkaar, met als doel om bedreigingen voor het lichaam snel onschadelijk te maken. De verschillende verdedigingsmechanismen van het immuunsysteem stoppen aanvallen op het lichaam en ruimen deze op.
De informatie van een aanval wordt opgeslagen en onthouden. Zo weet het lichaam bij een 2e aanval, hoe het een virus of bacterie kan verslaan.

Slide 6 - Tekstslide

Het immuunsysteem van een kind bevat nog maar weinig informatie. Een kind is daardoor vatbaarder voor specifieke virussen, zoals waterpokken.
Het immuunsysteem is continu aan het werk. Dit merk je pas wanneer er een infectie ontstaat. Dan krijg je klachten zoals koorts, hoofdpijn of roodheid bij een ontstoken wond. Om deze klachten tegen te gaan, moet het immuunsysteem je beschermen tegen lichaamsvreemde
stoffen waaronder:
  • Bacteriën
  • Virussen
  • Schimmels
  • Parasieten

Slide 7 - Tekstslide

Extra informatie over:
  • Werking van het immuunsysteem
  • Aangeboren en verworven immuunsysteem
  • Auto-immuunziekten
  • Het immuunsysteem versterken
  • Lage weerstand

Slide 8 - Tekstslide

Filmpje!
De werking van het immuunsysteem

(2m58)

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Extra informatie over:
  • Bacteriën
  • Infectie
  • Virusinfectie
  • Parasitaire infectie

Slide 11 - Tekstslide

Filmpje!
Wat doen bacteriën?
Topdoks extra

(4m56)

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Filmpje!
Bacteriën en virussen
Wat zijn het en hoe kun je een infectie voorkomen?

(3m20)

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

DE INVLOED VAN ERFELIJKHEID OP JE GEZONDHEID
Hoewel een gezonde leefstijl en een gezonde leefomgeving belangrijk zijn, kun je hiermee niet elke ziekte voorkomen. Sommige ziekten zijn namelijk erfelijk en worden bepaald door je genen.
  
Er zijn ook een heleboel ziekten die worden veroorzaakt door een wisselwerking tussen je genen, je gedrag en omgeving: door je genen heb je meer kans om deze ziektes te ontwikkelen, maar je leefstijl en omgeving kunnen dit bevorderen.

Slide 16 - Tekstslide

Wat is erfelijkheid?

Van elk gen erf je er 2; één van je moeder en één van je vader. Iedereen heeft kleine foutjes (=mutaties) in de genen.
Deze mutaties vormen meestal geen probleem, maar sommige veroorzaken ziekten. Soms wordt bij de geboorte al duidelijk dat een kind een ziekte heeft; soms blijkt dat pas op latere leeftijd.
De meeste erfelijke ziekten zijn recessief: om de ziekte door te geven aan hun kind, moeten beide ouders drager zijn van de genvariant die de ziekte veroorzaakt.
Dit betekent echter niet dat de ouders deze ziekte ook zelf hebben, maar alleen dat ze drager zijn van de genvariant.
Er zijn ook erfelijke ziekten die dominant zijn: dan hoeft maar één van de ouders de genvariant te hebben om het door te geven aan een kind.

Slide 17 - Tekstslide

Bij welke aandoeningen speelt erfelijkheid een belangrijke rol?
De meeste ziekten ontstaan door een combinatie van genen, leefstijl en omgevings-factoren. Het is hierdoor lastig om te voorspellen of je een bepaalde ziekte uiteindelijk krijgt of niet. Zo kunnen verschillende soorten kanker bijvoorbeeld erfelijk zijn: er zijn genen bekend die een verhoogd risico geven op kanker. Toch krijgt niet iedereen met dit gen uiteindelijk kanker; dat is afhankelijk van meerdere factoren.

Een aantal aandoeningen waarbij erfelijkheid ook een rol kan spelen, zijn hart- en vaatziekten, diabetes en dementie.

Slide 18 - Tekstslide

a. Hart- en vaatziekten
Bij een aantal hart- en vaatziekten en hartritmestoornissen speelt erfelijke aanleg een rol, vooral als meerdere familieleden vóór hun 65e te maken krijgen met hart- of vaatziekte. Het is goed om alert te zijn als 1 van je ouders, broer of zus op jonge leeftijd een hartaandoening heeft gekregen. Met preventief medisch onderzoek kun je kijken of jij ook risico loopt op deze aandoening.
b. Bepaalde vormen van kanker
Bij ongeveer 5% van alle kankersoorten is aantoonbare erfelijkheid de belangrijkste oorzaak. Vaak is het echter een combinatie van verschillende factoren. Kankersoorten waarvan bekend is dat erfelijke aanleg van invloed kan zijn, zijn o.a.: baarmoeder- en eierstokkanker, borstkanker, melanoom, verschillende soorten maag- en darmkanker, prostaatkanker, schildklierkanker.

Slide 19 - Tekstslide

c. Diabetes
Ook bij het krijgen van diabetes speelt erfelijkheid een rol. De invloed van erfelijkheid is groter bij diabetes type 2 dan bij type 1. Als diabetes type 2 voorkomt in je familie, heb je zelf een grotere kans om het ook te krijgen.
Je levensstijl, met name overgewicht en te weinig bewegen, speelt hier een grote rol in.

Zelfs als diabetes type 2 in de familie voorkomt, kun je de kans op het zelf krijgen van de ziekte met de helft verkleinen door gezonder te leven.
Bij diabetes type 1 speelt erfelijkheid een veel kleinere rol.
Het is nog niet bekend wat je zelf kunt doen om diabetes type 1 te voorkomen.

Slide 20 - Tekstslide

d. Dementie
Meestal is dementie niet erfelijk, maar als dementie al voor je 65e begint, is er een kans dat erfelijkheid wel een rol speelt.
Als dementie op jonge leeftijd binnen een familie vaker voorkomt, kan er sprake zijn van dominant overerfbare dementie; die wordt dan veroorzaakt door één specifiek gen. Kinderen van ouders met deze vorm van dementie hebben 50% kans om zelf ook dementie te krijgen.
Preventie en diagnose erfelijke ziektes
Het is belangrijk om je bewust te zijn van ziekten die in je familie voorkomen en je hier regelmatig op te laten onderzoeken. Als een bepaalde erfelijke ziekte veel voorkomt in je familie, kun je genetisch onderzoek laten doen: lichamelijk onderzoek, een stamboom en eventueel DNA-onderzoek. Een andere optie is preventief medisch onderzoek. Daarnaast is een gezonde leefstijl belangrijk.

Slide 21 - Tekstslide

Extra informatie over:
  • DNA
  • Erfelijkheid
  • Aangeboren afwijking

Slide 22 - Tekstslide

Filmpje!
Wat is DNA-spray
Deel 1

(3m54)

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link

Filmpje!
Wat is DNA-spray
Deel 2

(3m41)

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Link

Extra informatie over:
  • Diabetes
  • Down syndroom

Slide 27 - Tekstslide

Filmpje!
Diabetes
Verschillende typen diabetes en de behandeling ervan

(3m10)

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Filmpje!
Wat is Diabetes?
Clipphanger

(1m37)

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Filmpje!
Wat is Diabetes type 1?
Stichting JDRF Nederland

(2m06)

Slide 32 - Tekstslide

Filmpje!
Wat is diabetes?
Topdoks animatie

(1m05)

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Slide 35 - Video

Filmpje!
Wat is Diabetes type 1?
Het Klokhuis

(3m54)

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Filmpje!
Diabetes en mondhygiëne
Waarom diabetespatiënten extra goede mondzorg nodig hebben.

(3m00)

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

Filmpje!
Fitlala
Kinderen voor Kinderen
(3m39)

IEDEREEN DOET LEKKER MEE!

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Video