Lidwoorden/tijden/Plural

Was machen wir heute?
Wiederholen Geschlecht
Regeln Plural 
Zeiten
Brainstorm Freizeitaktivitäten
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Was machen wir heute?
Wiederholen Geschlecht
Regeln Plural 
Zeiten
Brainstorm Freizeitaktivitäten

Slide 1 - Tekstslide

Was kannst du nach dieser Stunde?
Den Plural bestimmen
Mit Freunden eine Verabredung machen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

De woorden DE, HET en EEN zijn:
A
lidwoorden
B
voorzetsels
C
onpersoonlijke voornaamwoorden
D
eigennamen

Slide 4 - Quizvraag

Het lidwoord ' das ' gebruik je voor zelfstandig naamwoorden die zijn:
A
mannelijk
B
onzijdig
C
meervoud
D
vrouwelijk

Slide 5 - Quizvraag

Het lidwoord ' der ' gebruik je voor zelfstandig naamwoorden die zijn:
A
vrouwelijk
B
onzijdig
C
meervoud
D
mannelijk

Slide 6 - Quizvraag

Wat zet je voor Umgebung?
A
der
B
die
C
das

Slide 7 - Quizvraag

Wat zet je voor Gedicht?
A
die
B
das
C
der

Slide 8 - Quizvraag

Wat zet je voor Sommer?
A
die
B
das
C
der

Slide 9 - Quizvraag

Wat zet je voor September?
A
die
B
das
C
der

Slide 10 - Quizvraag

Wat zet je voor Verabredung?
A
die
B
das
C
der

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

das Plural von Ball ist
A
der Ball
B
die Bällen
C
der Bälle
D
die Bälle

Slide 14 - Quizvraag

das Plural von Mädchen ist
A
die Mädchen
B
das Mädchen
C
die Mädchens
D
das Mädchens

Slide 15 - Quizvraag

Das Plural von Handy ist:
A
die Handy's
B
die Handyn
C
das Handy
D
die Handys

Slide 16 - Quizvraag

Verben konjugieren
Ik speel met vrienden...
Wij spelen met vrienden....

Slide 17 - Tekstslide

Wat zijn de uitgangen van de tegenwoordige werkwoorden voor alle persoonsvormen, schrijf een voorbeeld op?

Slide 18 - Open vraag

Schrijf de voltooide tijd van de volgende werkwoorden op: spielen, erzählen mit de 'ich vorm'
timer
1:00

Slide 19 - Open vraag

'Vriend' buchstabiert man so:
A
Freund
B
Froind
C
Freunt
D
Vreund

Slide 20 - Quizvraag

hoe zeg je: ik heb een afspraak met

Slide 21 - Open vraag

Wie spät fängt die Deutschstunde an?
A
um 12 Uhr
B
om 12 uur
C
om 12 uhr
D
um 12 uhr

Slide 22 - Quizvraag

Wann haben wir Deutsch?
A
um Montag
B
am Montag
C
am montag
D
op montag

Slide 23 - Quizvraag

Welche Freizeitakitivitäten kennst du?

Slide 24 - Woordweb

Slide 25 - Tekstslide

Waar heb je nog moeite mee?
Ik heb moeite met de lidwoorden.
Ik heb moeite met enkelvoud/ meervoud.
Ik heb moeite met het vervoegen in de tegenwoordige tijd.
Ik heb moeite met de voltooide tijd.
Ik moet het nog even nalezen, maar dan komt het goed.

Slide 26 - Poll